Lenovo ThinkCentre M90p (Dutch) User guide - Page 44

Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren, Problemen met herstelprocedures oplossen

Page 44 highlights

Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om de herstelproces te voltooien. Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren Voordat u stuurprogramma's installeert of opnieuw installeert, moet er een besturingssysteem vooraf geïnstalleerd zijn, net als de documentatie en softwaremedia voor het apparaat. Stuurprogramma's voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich op het vasteschijfstation van de computer (doorgaans station C:) in de subdirectory SWTOOLS\DRIVERS. De meest recente stuurprogramma's voor apparaten die al in de fabriek zijn geïnstalleerd, vindt u ook op de website http://www.lenovo.com/support. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten. U installeert het stuurprogramma voor een tijdens fabricage geïnstalleerd apparaat als volgt: 1. Zet de computer aan. 2. Roep met Windows Verkenner of Deze Computer de directorystructuur van uw vaste schijf op. 3. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 4. Open de map DRIVERS. In de map DRIVERS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd, zoals AUDIO of VIDEO. 5. Open de map van het gewenste apparaat. 6. Voer een van de volgende handelingen uit: • Ga naar de subdirectory van het apparaat en zoek het bestand SETUP.exe. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • Ga naar de submap van het apparaat en zoek het bestand README.txt of een bestand met de extensie .txt op. Dit bestand is vaak genoemd naar een bepaald besturingssysteem, bijvoorbeeld WIN98.txt. Het TXT-bestand bevat informatie over het installeren van het stuurprogramma. Volg de instructies om de installatie te voltooien. • Als de subdirectory voor het apparaat een bestand met de extensie .inf bevat en u wilt het stuurprogramma installeren met behulp van het INF-bestand, raadpleeg dan het informatiesysteem Windows Help en Ondersteuning voor gedetailleerde informatie over het installeren van het stuurprogramma. Problemen met herstelprocedures oplossen Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt u het volgende doen: • Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie "Noodherstelmedia maken en gebruiken" op pagina 34. • U kunt de herstelschijven gebruiken als alle andere herstelmethoden mislukt zijn en u het vasteschijfstation wilt herstellen naar de fabrieksinstellingen. Zie "Herstelmedia maken en gebruiken" op pagina 31. Opmerking: Als het u niet lukt om met behulp van een noodherstelmedium, een reparatiediskette of een set herstelschijven toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery of de Windows-omgeving, is het noodherstelapparaat (een intern vaste-schijfstation, schijf, USB-vasteschijfstation of andere externe apparaten) mogelijk niet ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde. Controleer eerst of het herstelapparaat dat u wilt gebruiken ingesteld is als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van Setup Utility. Zie "Een opstartapparaat kiezen" op pagina 41 voor gedetailleerde informatie over het tijdelijk of permanent wijzigen van de opstartvolgorde van appaaraten. Meer informatie over het programma Setup Utility vindt u in Hoofdstuk 4 "Werken met het programma Setup Utility" op pagina 39. 36 ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70

Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies
in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om
de herstelproces te voltooien.
Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren
Voordat u stuurprogramma's installeert of opnieuw installeert, moet er een besturingssysteem vooraf
geïnstalleerd zijn, net als de documentatie en softwaremedia voor het apparaat.
Stuurprogramma's voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich op het vasteschijfstation
van de computer (doorgaans station C:) in de subdirectory SWTOOLS\DRIVERS. De meest recente
stuurprogramma's voor apparaten die al in de fabriek zijn geïnstalleerd, vindt u ook op de website
http://www.lenovo.com/support. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende
apparaten.
U installeert het stuurprogramma voor een tijdens fabricage geïnstalleerd apparaat als volgt:
1.
Zet de computer aan.
2.
Roep met Windows Verkenner of
Deze Computer
de directorystructuur van uw vaste schijf op.
3.
Ga naar de directory C:\SWTOOLS.
4.
Open de map DRIVERS. In de map DRIVERS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd
naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd, zoals AUDIO of VIDEO.
5.
Open de map van het gewenste apparaat.
6.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Ga naar de subdirectory van het apparaat en zoek het bestand SETUP.exe. Dubbelklik op het bestand
en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Ga naar de submap van het apparaat en zoek het bestand README.txt of een bestand met de
extensie .txt op. Dit bestand is vaak genoemd naar een bepaald besturingssysteem, bijvoorbeeld
WIN98.txt. Het TXT-bestand bevat informatie over het installeren van het stuurprogramma. Volg de
instructies om de installatie te voltooien.
Als de subdirectory voor het apparaat een bestand met de extensie .inf bevat en u wilt het
stuurprogramma installeren met behulp van het INF-bestand, raadpleeg dan het informatiesysteem
Windows Help en Ondersteuning voor gedetailleerde informatie over het installeren van het
stuurprogramma.
Problemen met herstelprocedures oplossen
Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt
u het volgende doen:
Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie
“Noodherstelmedia maken en gebruiken” op pagina 34.
U kunt de herstelschijven gebruiken als alle andere herstelmethoden mislukt zijn en u het vasteschijfstation
wilt herstellen naar de fabrieksinstellingen. Zie “Herstelmedia maken en gebruiken” op pagina 31.
Opmerking:
Als het u niet lukt om met behulp van een noodherstelmedium, een reparatiediskette of een set
herstelschijven toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery of de Windows-omgeving,
is het noodherstelapparaat (een intern vaste-schijfstation, schijf, USB-vasteschijfstation of andere externe
apparaten) mogelijk niet ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde. Controleer eerst of
het herstelapparaat dat u wilt gebruiken ingesteld is als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van
Setup Utility. Zie “Een opstartapparaat kiezen” op pagina 41 voor gedetailleerde informatie over het tijdelijk
of permanent wijzigen van de opstartvolgorde van appaaraten. Meer informatie over het programma Setup
Utility vindt u in Hoofdstuk 4 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 39.
36
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker