Lenovo ThinkCentre M91 (Dutch) User guide - Page 124

inactiviteit blijft het scherm leeg, Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer

Page 124 highlights

Handeling: laat de computer nakijken. Zie Hoofdstuk 11 "Informatie, hulp en service" op pagina 123 voor meer informatie. Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit blijft het scherm leeg Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit blijft het scherm leeg. Handeling: waarschijnlijk is een van de energiebesparende voorzieningen van de computer ingesteld. Als dit het geval is, kunt u het probleem misschien verhelpen door het energiebeheer uit te schakelen of de instellingen ervan te wijzigen. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma's uit (zie "Diagnoseprogramma's" op pagina 119 voor instructies). Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 11 "Informatie, hulp en service" op pagina 123. Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten van sommige toepassingsprogramma's Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten van sommige toepassingsprogramma's. Handelingen: • Controleer of de beeldschermkabel stevig in de aansluiting op het beeldscherm en in de aansluiting op de computer zit. Een losse kabel kan voor incidentele problemen zorgen. • Controleer of u de voor de toepassingsprogramma's vereiste stuurprogramma's hebt geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie bij het toepassingsprogramma en controleer of er stuurprogramma's vereist zijn. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma's uit (zie "Diagnoseprogramma's" op pagina 119 voor instructies). Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 11 "Informatie, hulp en service" op pagina 123. Het beeld lijkt te flikkeren Symptoom: het beeld lijkt te flikkeren. Handelingen: • Het beeldscherm werkt wellicht in een stand met lage verversingsfrequentie. Stel het beeldscherm in op de hoogst mogelijke non-interlaced verversingsfrequentie die door het beeldscherm en video-controller wordt ondersteund. Attentie: Als u een resolutie of een verversingsfrequentie gebruikt die niet door het beeldscherm wordt ondersteund, kan het beeldscherm beschadigd raken. Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm voor informatie over de ondersteunde verversingsfrequenties. • Het beeldscherm wordt mogelijk gestoord door apparaten in de buurt. Magnetische velden rondom andere apparaten (zoals transformatoren, TL-buizen of andere beeldschermen) kunnen de oorzaak zijn van het probleem. Zet TL-verlichting of andere apparaten die een magnetisch veld kunnen genereren verder weg van de computer. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende: 1. Zet het beeldscherm uit. (Als u een kleurenbeeldscherm verplaatst terwijl dit is ingeschakeld, kan er verkleuring ontstaan.) 2. De apparaten en het beeldscherm moeten ten minste 30,5 cm (12 inch) uit elkaar staan. 3. Zet het beeldscherm aan. 110 ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156

Handeling: laat de computer nakijken. Zie Hoofdstuk 11 “Informatie, hulp en service” op pagina 123 voor
meer informatie.
Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van
inactiviteit blijft het scherm leeg
Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit
blijft het scherm leeg.
Handeling: waarschijnlijk is een van de energiebesparende voorzieningen van de computer ingesteld. Als
dit het geval is, kunt u het probleem misschien verhelpen door het energiebeheer uit te schakelen of de
instellingen ervan te wijzigen.
Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma's uit (zie
“Diagnoseprogramma's” op pagina 119 voor instructies). Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan
naar Hoofdstuk 11 “Informatie, hulp en service” op pagina 123.
Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het
starten van sommige toepassingsprogramma's
Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten
van sommige toepassingsprogramma's.
Handelingen:
Controleer of de beeldschermkabel stevig in de aansluiting op het beeldscherm en in de aansluiting op de
computer zit. Een losse kabel kan voor incidentele problemen zorgen.
Controleer of u de voor de toepassingsprogramma's vereiste stuurprogramma's hebt geïnstalleerd.
Raadpleeg de documentatie bij het toepassingsprogramma en controleer of er stuurprogramma's
vereist zijn.
Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma's uit (zie
“Diagnoseprogramma's” op pagina 119 voor instructies). Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan
naar Hoofdstuk 11 “Informatie, hulp en service” op pagina 123.
Het beeld lijkt te flikkeren
Symptoom: het beeld lijkt te flikkeren.
Handelingen:
Het beeldscherm werkt wellicht in een stand met lage verversingsfrequentie. Stel het beeldscherm in op
de hoogst mogelijke non-interlaced verversingsfrequentie die door het beeldscherm en video-controller
wordt ondersteund.
Attentie:
Als u een resolutie of een verversingsfrequentie gebruikt die niet door het beeldscherm wordt
ondersteund, kan het beeldscherm beschadigd raken. Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm
voor informatie over de ondersteunde verversingsfrequenties.
Het beeldscherm wordt mogelijk gestoord door apparaten in de buurt. Magnetische velden rondom
andere apparaten (zoals transformatoren, TL-buizen of andere beeldschermen) kunnen de oorzaak zijn
van het probleem. Zet TL-verlichting of andere apparaten die een magnetisch veld kunnen genereren
verder weg van de computer. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende:
1. Zet het beeldscherm uit. (Als u een kleurenbeeldscherm verplaatst terwijl dit is ingeschakeld, kan er
verkleuring ontstaan.)
2. De apparaten en het beeldscherm moeten ten minste 30,5 cm (12 inch) uit elkaar staan.
3. Zet het beeldscherm aan.
110
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker