Lenovo ThinkCentre M91 (Dutch) User guide - Page 65

nergens mee in contact komt.

Page 65 highlights

1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Open de kap van de computer. Zie "Kap van de computer openen" op pagina 34. 3. Zoek het systeembord en ontkoppel alle kabels die daarop zijn aangesloten. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 13. 4. Verwijder de module met het koelelement en ventilator samen met het koelvinblok. Zie "De module met het koelelement en de ventilator vervangen" op pagina 42. Opmerking: Zorg dat het thermische vet aan de onderkant van de module met koelelement en ventilator nergens mee in contact komt. 5. Til de kleine hendel 1 op en open klem 2 om toegang te krijgen tot de microprocessor 3 . Figuur 26. Toegang tot de microprocessor krijgen 6. Til de microprocessor recht uit de microprocessoraansluiting. Figuur 27. Microprocessor verwijderen Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 51

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156

1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Open de kap van de computer. Zie “Kap van de computer openen” op pagina 34.
3. Zoek het systeembord en ontkoppel alle kabels die daarop zijn aangesloten. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 13.
4. Verwijder de module met het koelelement en ventilator samen met het koelvinblok. Zie “De module met
het koelelement en de ventilator vervangen” op pagina 42.
Opmerking:
Zorg dat het thermische vet aan de onderkant van de module met koelelement en ventilator
nergens mee in contact komt.
5. Til de kleine hendel
1
op en open klem
2
om toegang te krijgen tot de microprocessor
3
.
Figuur 26. Toegang tot de microprocessor krijgen
6. Til de microprocessor recht uit de microprocessoraansluiting.
Figuur 27. Microprocessor verwijderen
Hoofdstuk 5
.
Hardware installeren en vervangen
51