Lenovo ThinkPad X130e (Norwegian) User Guide - Page 132

Opmerking, Submenu Boot, Andere opties in het menu Startup, Startup, UEFI/Legacy Boot

Page 132 highlights

U kunt het submenu Boot gebruiken om de opstartvolgorde op te geven die wordt uitgevoerd als u de computer inschakelt. Raadpleeg "Submenu Boot" op pagina 114. 2. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht. Als u de volgorde wilt instellen waarin er door het UEFI BIOS wordt gezocht bij het starten van besturingssysteem, drukt u op de - of +-toets om het apparaat naar boven of beneden te verplaatsen. 3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten. Om de opstartvolgorde tijdelijk te wijzigen, zodat het systeem opstart vanaf een ander station, doet u het volgende: 1. Zet de computer uit. 2. Zet de computer aan, wacht tot er linksonder op het scherm een bericht wordt afgebeeld "To interrupt normal startup, press the blue ThinkVantage button" en druk op F12. 3. Selecteer het apparaat waarop als eerste uit het menu Boot naar een besturingssysteem moet worden gezocht. Opmerking: Het menu Boot wordt getoond wanneer het systeem niet kan opstarten van een apparaat of als er geen besturingssysteem is gevonden. Submenu Boot De volgende lijst met de volgorde waarin apparaten worden gestart, wordt altijd afgebeeld. De lijst bevat ook apparaten die niet in de computer zijn geïnstalleerd of niet op de computer zijn aangesloten. Voor elk aangesloten of geïnstalleerd apparaat worden de gegevens na de dubbele punt afgebeeld. 1. USB CD: 2. USB FDD: 3. ATAPI CD0: 4. ATA HDD0: 5. ATA HDD1: 6. ATA HDD2: 7. USB HDD: 8. PCI LAN: 9. ATAPI CD1: 10. ATAPI CD2: 11. ATA HDD3: 12. ATA HDD4: 13. Other CD: 14. Other HDD: Andere opties in het menu Startup De volgende items worden ook weergegeven in het menu Startup van het programma ThinkPad Setup: • UEFI/Legacy Boot: Selecteer systeemopstartgeheugen. • UEFI/Legacy Boot Priority: Selecteer de prioriteit van de opstartoptie tussen UEFI en Legacy. • Boot Mode: Hiermee kunt u de diagnosewerkstand bij opstarten in- en uitschakelen. • Option Key Display: Hiermee kunt u opgeven of het bericht over de optiesleutel bij het opstarten van het systeem moet worden afgebeeld. 114 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194

U kunt het submenu
Boot
gebruiken om de opstartvolgorde op te geven die wordt uitgevoerd als u de
computer inschakelt. Raadpleeg “Submenu Boot” op pagina 114.
2. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht.
Als u de volgorde wilt instellen waarin er door het UEFI BIOS wordt gezocht bij het starten van
besturingssysteem, drukt u op de
of
+
-toets om het apparaat naar boven of beneden te verplaatsen.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
Om de opstartvolgorde tijdelijk te wijzigen, zodat het systeem opstart vanaf een ander station, doet u
het volgende:
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan, wacht tot er linksonder op het scherm een bericht wordt afgebeeld “To interrupt
normal startup, press the blue ThinkVantage button” en druk op F12.
3. Selecteer het apparaat waarop als eerste uit het menu Boot naar een besturingssysteem moet worden
gezocht.
Opmerking:
Het menu Boot wordt getoond wanneer het systeem niet kan opstarten van een apparaat
of als er geen besturingssysteem is gevonden.
Submenu Boot
De volgende lijst met de volgorde waarin apparaten worden gestart, wordt altijd afgebeeld. De lijst bevat
ook apparaten die niet in de computer zijn geïnstalleerd of niet op de computer zijn aangesloten. Voor elk
aangesloten of geïnstalleerd apparaat worden de gegevens na de dubbele punt afgebeeld.
1. USB CD:
2. USB FDD:
3. ATAPI CD0:
4. ATA HDD0:
5. ATA HDD1:
6. ATA HDD2:
7. USB HDD:
8. PCI LAN:
9. ATAPI CD1:
10. ATAPI CD2:
11. ATA HDD3:
12. ATA HDD4:
13. Other CD:
14. Other HDD:
Andere opties in het menu Startup
De volgende items worden ook weergegeven in het menu
Startup
van het programma ThinkPad Setup:
UEFI/Legacy Boot
: Selecteer systeemopstartgeheugen.
UEFI/Legacy Boot Priority
: Selecteer de prioriteit van de opstartoptie tussen UEFI en Legacy.
Boot Mode
: Hiermee kunt u de diagnosewerkstand bij opstarten in- en uitschakelen.
Option Key Display
: Hiermee kunt u opgeven of het bericht over de optiesleutel bij het opstarten van
het systeem moet worden afgebeeld.
114
Handboek voor de gebruiker