Home » Lenovo Manuals » Laptops » Lenovo ThinkPad X130e » Manual Viewer

Lenovo ThinkPad X130e (Norwegian) User Guide - Page 142

Systeembeheer, Functies voor systeembeheer instellen, Desktop Management Interface, PXE-technologie

View all Lenovo ThinkPad X130e manuals

Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals

Page 142 highlights

installeren (bijvoorbeeld Windows XP met gebruikers- en systeembeheerprogramma's) en de computer op dezelfde manier te laten werken als een normale desktop-PC. Als de computer eenmaal geconfigureerd en operationeel is, hebt u dankzij de software- en beheervoorzieningen die al in het clientsysteem en op het netwerk aanwezig zijn, voortdurend controle over uw gehele systeem. Systeembeheer Raadpleeg de volgende onderwerpen als u meer wilt weten over de voorzieningen voor systeembeheer: • Desktop Management Interface • PXE-technologie • Wake on LAN • Asset ID EEPROM Desktop Management Interface Het UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) van uw computer biedt ondersteuning voor een interface met de naam System Management BIOS Reference Specification(SMBIOS) V2.4. SMBIOS geeft informatie over de hardwarecomponenten van het systeem. Het BIOS heeft als taak om aan deze database informatie over zichzelf en over de apparatuur op de systeemplaat te leveren. Deze specificatie documenteert de standaarden voor toegang tot de UEFI-informatie. PXE-technologie PXE-technologie (Preboot eXecution Environment) vereenvoudigt het PC-beheer (op een computer die PXE 2.1 ondersteunt) doordat het u de mogelijkheid biedt om het systeem vanaf een server op te starten (door het laden van een besturingssysteem of ander uitvoerbaar image). Uw computer ondersteunt de PC-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld worden opgestart vanaf een PXE-server. Opmerking: Remote Program Load (RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt. Wake on LAN Wake on LAN kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om uw computer op afstand op te starten vanaf een beheersconsole. Als Wake on LAN wordt gebruikt in combinatie met netwerkbeheersoftware, kunnen velerlei functies op afstand worden uitgevoerd; denk bijvoorbeeld aan gegevensoverdracht, updates van software en flash-updates van UEFI BIOS. Deze updates kunnen buiten kantooruren worden uitgevoerd om tijd te winnen en de effectiviteit te verhogen. De gebruikers hoeven hun normale werkzaamheden dan niet te onderbreken en het LAN-verkeer wordt tot een minimum beperkt. Als een computer wordt opgestart met de functie Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde Network boot gebruikt. Asset ID EEPROM De Asset ID EEPROM bevat informatie over het systeem, waaronder configuratiegegevens en de serienummers van de belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden waarin u zelf informatie over de eindgebruikers kunt opslaan. Functies voor systeembeheer instellen Als u wilt dat de netwerkbeheerder uw computer op afstand kan bedienen, dient u de netwerkinterface te configureren door de voorzieningen voor systeembeheer in het ThinkPad Setup-programma in te stellen. U kunt de volgende functies configureren in het programma: • Opstartvolgorde 124 Handboek voor de gebruiker

Section	Page
Lees dit eerst	7
Belangrijke veiligheidsvoorschriften	8
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is	9
Veiligheidsrichtlijnen	9
Hoofdstuk 1. Productoverzicht	19
De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes	19
Voorkant	20
Rechterkant	22
Linkerkant	24
Onderkant	25
Statuslampjes	26
De plaats van belangrijke productinformatie	28
Machinetype en modelnummer	29
Label met het FCC ID en het IC-certificeringsnummer	29
Certificaat van Echtheid	30
Functies	31
Specificaties	32
Gebruiksomgeving	32
ThinkVantage Technologies en -software	33
Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7	33
Access Connections	35
Active Protection System	35
Lenovo Screen Reading Optimizer	35
Lenovo Solution Center	36
Lenovo ThinkVantage Tools	36
Lenovo ThinkVantage Toolbox	36
Message Center Plus	36
Password Manager	37
Power Manager	37
Product Recovery	37
Presentation Director	37
Rescue and Recovery	37
SimpleTap	37
System Update	38
ThinkVantage GPS	38
ThinkVantage Productivity Center	38
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken	39
De computer registreren	39
Veelgestelde vragen	39
Speciale toetsen en knoppen	40
Functietoetsencombinaties	41
Windows-toets en programmatoets	44
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken	44
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken	45
De touchpad gebruiken	47
Gedrag van de UltraNav in combinatie met een muis	47
UltraNav-pictogram toevoegen aan systeemvak	48
Energiebeheer	48
Nagaan hoe vol de batterij is	49
De wisselstroomadapter gebruiken	49
De batterij opladen	50
De werkingsduur van de batterij verlengen	50
Spaarstanden	50
Omgaan met de batterij	52
Verbinding maken met het netwerk	53
Ethernet-verbindingen	53
Draadloze verbindingen	53
Een projector of extern beeldscherm gebruiken	61
De instellingen van het beeldscherm aanpassen	62
Een extern beeldscherm aansluiten	62
Een presentatie voorbereiden	64
Een kleurenprofiel gebruiken	65
De audiovoorzieningen gebruiken	65
De ingebouwde camera gebruiken	66
Dubbele beeldschermen gebruiken	67
De geheugenkaartlezer gebruiken	69
Hoofdstuk 3. U en uw computer	71
Toegankelijkheid en comfort	71
Ergonomisch werken	71
Comfortabel werken	72
Informatie voor gehandicapten	73
De computer meenemen op reis	73
Tips voor als u op reis gaat	74
Accessoires voor op reis	74
Hoofdstuk 4. Beveiliging	75
Een kabelslot aanbrengen	75
Wachtwoorden gebruiken	75
Wachtwoorden en de sluimerstand (Standby)	76
Systeemwachtwoord	76
Vaste-schijfwachtwoorden	77
Beheerderswachtwoord	79
Beveiliging van de vaste schijf	81
Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van uw vaste-schijf- of SSD-station	82
Firewalls gebruiken en begrijpen	83
Gegevens beschermen tegen virussen	83
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel	85
Herstelmedia maken en gebruiken	85
Herstelmedia maken	86
Herstelmedia gebruiken	86
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren	87
Een backupbewerking uitvoeren	87
Een herstelbewerking uitvoeren	88
Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery	88
Noodherstelmedia maken en gebruiken	89
Een noodherstelmedium maken	89
Een noodherstelmedium gebruiken	90
Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren	90
Problemen met herstelprocedures oplossen	91
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen	93
Voorkoming van statische elektriciteit	93
De batterij verwisselen	93
Het SSD- of vaste-schijfstation vervangen	95
Een geheugenmodule vervangen	98
Het toetsenbord vervangen	101
De PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN/WiMAX installeren en vervangen	105
De PCI Express Mini-kaart voor draadloos WAN installeren en vervangen	109
De SIM-kaart vervangen	112
De backupbatterij verwisselen	114
Hoofdstuk 7. De computer uitbreiden	119
Opties voor de ThinkPad zoeken	119
Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie	121
Een nieuw besturingssysteem installeren	121
Voor u begint	121
Het besturingssysteem Windows 7 installeren	122
Windows Vista installeren	123
Windows XP installeren	124
Stuurprogramma's installeren	126
Het stuurprogramma voor de 4-in-1 Geheugenkaartlezer installeren	127
Het ThinkPad Monitor-bestand voor Windows 2000/XP/Vista/7 installeren	127
Installeer Intel Chipset Support voor Windows 2000/XP/Vista/7	128
Stuurprogramma's en software installeren	128
ThinkPad Setup	128
Menu Config	129
Menu Date/Time	130
Menu Security	130
Menu Startup	131
Menu Restart	133
Items voor ThinkPad Setup	133
Het UEFI BIOS van het systeem bijwerken	141
Systeembeheer gebruiken	141
Systeembeheer	142
Functies voor systeembeheer instellen	142
Hoofdstuk 9. Problemen voorkomen	145
Algemene voorzorgsmaatregelen	145
Stuurprogramma's up-to-date houden	146
De nieuwste stuurprogramma's van de website downloaden	146
De nieuwste stuurprogramma's downloaden met System Update	146
Onderhoud van de computer	147
De kap van de computer schoonmaken	149
Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen	151
De oorzaak van een probleem opsporen	151
Problemen oplossen	152
De computer reageert niet meer	152
Wat te doen als u op het toetsenbord hebt gemorst	153
Foutberichten	153
Fouten zonder bericht	155
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt	156
Problemen met het geheugen	156
Netwerkfuncties	157
Toetsenbord en aanwijsapparaten	161
Beeldscherm en multimedia	162
Batterij en voeding	170
Stations en andere opslagapparaten	174
Problemen met de software	174
Poorten en aansluitingen	175
Problemen met de USB-poort	175
Hoofdstuk 11. Ondersteuning	177
Voordat u Lenovo belt	177
De computer registreren	177
Systeemupdate downloaden	177
Gegevens noteren	177
Hulp en service	178
Diagnoseprogramma's gebruiken	178
Lenovo Support-website	178
Lenovo bellen	179
Extra services aanschaffen	179
Bijlage A. Regelgeving	181
Informatie over draadloze communicatie	181
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie	182
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos	182
Kennisgeving classificatie voor export	183
Elektromagnetische straling	183
Verklaring van de Federal Communications Commission	183
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B	184
Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit	184
Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B	184
Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B	185
Japan: Kennisgeving VCCI-klasse B	185
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase	185
Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan	185
Aanvullende kennisgeving regelgeving	185
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling	187
EU-richtlijnen voor AEEA	187
Richtlijnen voor recycling in Japan	187
Recyclinginformatie voor Brazilië	188
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie	188
Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan	189
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde Staten en Canada	189
Bijlage C. Kennisgevingen	191

Match case Limit results 1 per page

installeren (bijvoorbeeld Windows XP met gebruikers- en systeembeheerprogramma's) en de computer op

dezelfde manier te laten werken als een normale desktop-PC.

Als de computer eenmaal geconﬁgureerd en operationeel is, hebt u dankzij de software- en

beheervoorzieningen die al in het clientsysteem en op het netwerk aanwezig zijn, voortdurend controle

over uw gehele systeem.

Systeembeheer

Raadpleeg de volgende onderwerpen als u meer wilt weten over de voorzieningen voor systeembeheer:

•

Desktop Management Interface

•

PXE-technologie

•

Wake on LAN

•

Asset ID EEPROM

Desktop Management Interface

Het UEFI (Uniﬁed Extensible Firmware Interface) van uw computer biedt ondersteuning voor een interface

met de naam System Management BIOS Reference Speciﬁcation(SMBIOS) V2.4. SMBIOS geeft informatie

over de hardwarecomponenten van het systeem. Het BIOS heeft als taak om aan deze database informatie

over zichzelf en over de apparatuur op de systeemplaat te leveren. Deze speciﬁcatie documenteert de

standaarden voor toegang tot de UEFI-informatie.

PXE-technologie

PXE-technologie (Preboot eXecution Environment) vereenvoudigt het PC-beheer (op een computer die PXE

2.1 ondersteunt) doordat het u de mogelijkheid biedt om het systeem vanaf een server op te starten (door

het laden van een besturingssysteem of ander uitvoerbaar image). Uw computer ondersteunt de PC-functies

die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld worden opgestart

vanaf een PXE-server.

Opmerking:

Remote Program Load (RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt.

Wake on LAN

Wake on LAN kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om uw computer op afstand op te starten

vanaf een beheersconsole. Als Wake on LAN wordt gebruikt in combinatie met netwerkbeheersoftware,

kunnen velerlei functies op afstand worden uitgevoerd; denk bijvoorbeeld aan gegevensoverdracht, updates

van software en ﬂash-updates van UEFI BIOS. Deze updates kunnen buiten kantooruren worden uitgevoerd

om tijd te winnen en de effectiviteit te verhogen. De gebruikers hoeven hun normale werkzaamheden dan

niet te onderbreken en het LAN-verkeer wordt tot een minimum beperkt. Als een computer wordt opgestart

met de functie Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde

Network boot

gebruikt.

Asset ID EEPROM

De Asset ID EEPROM bevat informatie over het systeem, waaronder conﬁguratiegegevens en de

serienummers van de belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden

waarin u zelf informatie over de eindgebruikers kunt opslaan.

Functies voor systeembeheer instellen

Als u wilt dat de netwerkbeheerder uw computer op afstand kan bedienen, dient u de netwerkinterface te

conﬁgureren door de voorzieningen voor systeembeheer in het ThinkPad Setup-programma in te stellen. U

kunt de volgende functies conﬁgureren in het programma:

•

Opstartvolgorde

124

Handboek voor de gebruiker