Lenovo ThinkStation D20 C&L 3 Belgium, Luxemburg - English, French, Ge - Page 178

Gebruiksomgeving, temperatuur van 10

Page 178 highlights

Controleer uw desktopcomputer eens per drie maanden op ophopingen van stof. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de controle start; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich ergens binnenin de computer stof heeft verzameld, verwijder ook dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon. Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer: • Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit. • Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is. • Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken. • Blokkeer de luchttoevoer naar de ventilatieopeningen niet. • Plaats de computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt. • De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35℃ (95℉). • Installeer geen apparaten voor het fileteren van lucht. Deze kunnen een goed koeling in de weg staan. Gebruiksomgeving De optimale omgeving om uw computer in te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10℃-35℃ (50℉-95℉) en een relatieve vochtigheid van 35% tot 80%. Als uw computer opgeslagen of vervoerd is bij temperaturen onder de 10℃ (50℉), gun de koude computer dan, vóórdat u hem gebruikt, de tijd om langzaam op te warmen tot de optimale gebruikstemperatuur van 10℃-35℃ (50℉-95℉). Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade. Plaats de computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte, uit de zon. Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, air conditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf. 8 ThinkStation Veiligheid en garantie

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224

Controleer uw desktopcomputer eens per drie maanden op ophopingen van stof.
Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de controle
start; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u
van buitenaf ziet dat er zich ergens binnenin de computer stof heeft verzameld,
verwijder ook dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven
in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd
uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te
voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel
wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan
vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale
computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor
uw desktopcomputer:
Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat.
Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn
de computer vaker schoon te maken.
Blokkeer de luchttoevoer naar de ventilatieopeningen niet.
Plaats de computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de
kans dat de computer oververhit raakt.
De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35
(95
).
Installeer geen apparaten voor het fileteren van lucht. Deze kunnen een goed
koeling in de weg staan.
Gebruiksomgeving
De optimale omgeving om uw computer in te gebruiken is een omgeving met een
temperatuur van 10
-35
(50
-95
) en een relatieve vochtigheid van 35% tot
80%. Als uw computer opgeslagen of vervoerd is bij temperaturen onder de
10
(50
), gun de koude computer dan, vóórdat u hem gebruikt, de tijd om
langzaam op te warmen tot de optimale gebruikstemperatuur van 10
-35
(50
-95
). Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u
de computer niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot
onherstelbare schade.
Plaats de computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte, uit
de zon.
Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, air
conditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke
magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade
toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
8
ThinkStation Veiligheid en garantie