Pioneer DEH-1000 Operation Manual - Page 80

Basishandelingen, Bediening van het toestel

Page 80 highlights

Hoofdstuk 02 Bediening van het toestel ! RDS De programmaservicenaam, PTY-informatie of de frequentie wordt weergegeven. ! Ingebouwde CD-speler De verstreken weergavetijd wordt getoond. ! Audio en basisinstellingen De functienamen en de gekozen instellingen worden weergegeven. 2 Voorkeuzenummer-/fragmentnummerindicator Toont het fragmentnummer of het nummer van de voorkeuzezender. 3 AF-indicator Geeft aan of de functie AF (zoeken naar alternatieve frequenties) is ingeschakeld. 4 TP-indicator Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zender. 5 TA-indicator Geeft aan of de functie TA (stand-by voor verkeersberichten) is ingeschakeld. 6 RPT-indicator Geeft aan of herhaalde weergave is ingeschakeld. 7 LOUD-indicator Verschijnt in het display wanneer loudness is ingeschakeld. 8 Stereo-indicator (5) Geeft aan of op de geselecteerde frequentie in stereo wordt uitgezonden. 9 LOC-indicator Geeft aan of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld. Basishandelingen Het toestel aanzetten en een signaalbron selecteren U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CDspeler over te schakelen, hoeft u alleen een disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg bladzijde 84). % Druk op SOURCE om een signaalbron te kiezen. Druk meerdere keren op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen: Tuner-Ingebouwde CD-speler-AUX Opmerkingen ! In de volgende gevallen wordt er niet naar een andere geluidsbron overgeschakeld: - Als er geen disc in het toestel is geplaatst. - Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld (zie bladzijde 86). ! AUX is standaard ingeschakeld. Schakel AUX uit als deze niet wordt gebruikt (raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde 86). ! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aangesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van het voertuig, schuift de antenne uit wanneer er een signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de antenne weer ingeschoven. Het volume afstellen % Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te regelen. Het toestel uitschakelen % Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel uit gaat. 80 Nl

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107

!
RDS
De programmaservicenaam, PTY-infor-
matie of de frequentie wordt weergege-
ven.
!
Ingebouwde CD-speler
De verstreken weergavetijd wordt ge-
toond.
!
Audio en basisinstellingen
De functienamen en de gekozen instel-
lingen worden weergegeven.
2
Voorkeuzenummer-/fragmentnummer-
indicator
Toont het fragmentnummer of het nummer
van de voorkeuzezender.
3
AF-indicator
Geeft aan of de functie AF (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) is ingeschakeld.
4
TP-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
5
TA-indicator
Geeft aan of de functie TA (stand-by voor
verkeersberichten) is ingeschakeld.
6
RPT-indicator
Geeft aan of herhaalde weergave is inge-
schakeld.
7
LOUD-indicator
Verschijnt in het display wanneer loudness
is ingeschakeld.
8
Stereo-indicator (
5
)
Geeft aan of op de geselecteerde frequentie
in stereo wordt uitgezonden.
9
LOC-indicator
Geeft aan of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
Basishandelingen
Het toestel aanzetten en een
signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CD-
speler over te schakelen, hoeft u alleen een
disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg blad-
zijde 84).
%
Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op
SOURCE
om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
Tuner
Ingebouwde CD-speler
AUX
Opmerkingen
!
In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld:
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 86).
!
AUX is standaard ingeschakeld. Schakel AUX
uit als deze niet wordt gebruikt (raadpleeg
De
externe ingang in- of uitschakelen
op bladzijde
86).
!
Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
%
Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Het toestel uitschakelen
%
Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Bediening van het toestel
Nl
80
Hoofdstuk
02