Pioneer DEH-1000 Operation Manual - Page 86

Overige functies, Bediening van het toestel

Page 86 highlights

Hoofdstuk 02 Bediening van het toestel ! De instellingen zijn gebaseerd op het FMvolumeniveau, dat u niet kunt wijzigen. ! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de functie SLA worden aangepast. 1 Vergelijk het volumeniveau van de signaalbron die u wilt aanpassen met het FMvolumeniveau. 2 Druk op AUDIO en selecteer SLA. 3 Druk op a of b om het volume van de signaalbron aan te passen. U kunt het volume van de signaalbron verhogen of verlagen tussen de waarden SLA +4 en SLA -4. De waarde wordt op het display getoond. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. Overige functies De begininstellingen aanpassen Uitgaande van de begininstellingen van het systeem kunt u verschillende instellingen aan uw wensen aanpassen. 1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel uit gaat. 2 Houd SOURCE ingedrukt tot de functienaam op het display verschijnt. 3 Druk op FUNCTION en selecteer een van de begininstellingen. Druk meerdere keren op FUNCTION om één van de volgende instellingen te selecteren: FM (FM-afstemstap)-A-PI (automatische PIzoekfunctie)-AUX (externe ingang)-SAVE (energiezuinige modus) Volg onderstaande instructies om deze instellingen aan te passen. # Druk op BAND om het aanpassen van begininstellingen te annuleren. # U kunt de begininstellingen ook annuleren door SOURCE ingedrukt te houden tot het apparaat uit gaat. De FM-afstemstap instellen Standaard wordt er bij automatisch afstemmen een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt. Als de functie AF of TA is ingeschakeld, wordt automatisch een afstemstap van 100 kHz gebruikt. Maar soms verdient het aanbeveling om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als AF is ingeschakeld. ! Bij handmatig afstemmen blijft de afstem- stap 50 kHz. 1 Druk op FUNCTION en selecteer FM. 2 Druk op c of d en selecteer de FM-afstemstap. Druk op c om 50 (50 kHz) te selecteren. Druk op d om 100 (100 kHz) te selecteren. De automatische PI-zoekfunctie in- of uitschakelen Het toestel kan automatisch zoeken naar een andere zender met gelijkaardige programma's, ook bij het oproepen van voorkeuzezenders. 1 Druk op FUNCTION en selecteer A-PI. 2 Druk op a of b om de automatische PIzoekfunctie aan of uit te zetten. De externe ingang in- of uitschakelen Dit toestel kan gebruikt worden met externe apparaten. Als er externe apparaten op dit toestel zijn aangesloten, moet u de externe aansluiting inschakelen. 1 Druk op FUNCTION en selecteer AUX. 2 Druk op a of b om de externe aansluiting in of uit te schakelen. 86 Nl

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107

!
De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
!
Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
1
Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2
Druk op AUDIO en selecteer SLA.
3
Druk op
a
of
b
om het volume van de
signaalbron aan te passen.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden
SLA +4
en
SLA
4
. De waarde wordt op het display ge-
toond.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Overige functies
De begininstellingen aanpassen
Uitgaande van de begininstellingen van het
systeem kunt u verschillende instellingen aan
uw wensen aanpassen.
1
Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2
Houd SOURCE ingedrukt tot de functie-
naam op het display verschijnt.
3
Druk op FUNCTION en selecteer een
van de begininstellingen.
Druk meerdere keren op
FUNCTION
om één
van de volgende instellingen te selecteren:
FM
(FM-afstemstap)
A-PI
(automatische PI-
zoekfunctie)
AUX
(externe ingang)
SAVE
(energiezuinige modus)
Volg onderstaande instructies om deze instel-
lingen aan te passen.
#
Druk op
BAND
om het aanpassen van begin-
instellingen te annuleren.
#
U kunt de begininstellingen ook annuleren
door
SOURCE
ingedrukt te houden tot het appa-
raat uit gaat.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt.
Als de functie AF of TA is ingeschakeld, wordt
automatisch een afstemstap van 100 kHz ge-
bruikt. Maar soms verdient het aanbeveling
om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als
AF is ingeschakeld.
!
Bij handmatig afstemmen blijft de afstem-
stap 50 kHz.
1
Druk op FUNCTION en selecteer FM.
2
Druk op
c
of
d
en selecteer de FM-af-
stemstap.
Druk op
c
om
50
(50 kHz) te selecteren. Druk
op
d
om
100
(100 kHz) te selecteren.
De automatische PI-zoekfunctie
in- of uitschakelen
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met gelijkaardige program-
ma
s, ook bij het oproepen van voorkeuzezen-
ders.
1
Druk op FUNCTION en selecteer A-PI.
2
Druk op
a
of
b
om de automatische PI-
zoekfunctie aan of uit te zetten.
De externe ingang in- of
uitschakelen
Dit toestel kan gebruikt worden met externe
apparaten. Als er externe apparaten op dit toe-
stel zijn aangesloten, moet u de externe aan-
sluiting inschakelen.
1
Druk op FUNCTION en selecteer AUX.
2
Druk op
a
of
b
om de externe aanslui-
ting in of uit te schakelen.
Bediening van het toestel
Nl
86
Hoofdstuk
02