ProForm 3.6 Treadmill Dutch Manual - Page 17

Hoe Een Klassieke Oefening Te Gebruiken

Page 17 highlights

HOE EEN KLASSIEKE OEFENING TE GEBRUIKEN 1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2. Selecteer een klassieke oefening. segment van het workout aan. De hoogte van het flikkerende segment geeft de snelheid instelling van het huidige segment aan. U zult aan het eind van ieder segment een stel tonen horen en het volgende segment zal beginnen te flikkeren. Wanneer de geprogrammeerde snelheid en helling instellingen voor het volgende segment anders zijn, dan zullen de snelheid and helling instellingen op de display flikkeren. Om een klassieke oefening te selecteren, druk herhaaldelijk op de toets voor Klassieke oefeningen [CLASSIC WORKOUTS]. Opmerking: Het nummer en het profiel van elke oefening wordt op het bedieningspaneel weergegeven. Als u een klassieke oefening selecteert, dan zal het maximale hellingsniveau van de oefening op de display links onderaan beginnen te flikkeren, de maximale snelheid op de display rechts onderaan en de duur van de oefening op de bovenste display. 3. Pas uw oefening naar wens aan. Om de duur van de oefening te veranderen, druk op de Tijd [TIME] omhoog- en omlaagtoetsen. De nieuwe instellingen zullen op de displays worden weergegeven. Het workout blijft zo doorgaan totdat het laatste segment van het profiel begint te flikkeren op de display en het laatste segment komt tot een eind. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen. Als de snelheid of de helling te hoog of te laag is tijdens de oefening, dan kunt u de instellingen handmatig bijstellen door op de snelheids- of hellingtoetsen te drukken. Opmerking: Als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband automatisch de snelheid en de helling aan de instellingen van het volgende segment aanpassen. Om de oefening te stoppen, druk op de STOPtoets. Om het workout opnieuw te starten, druk op de Start-toets of de Versnellingstoets. De loopband zal met een snelheid van 2 Km/u beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgend segment van het workout start automatisch de snelheid en de helling van het volgende segment instellen. 4. Op de START-toets of de Versnellings-toets [SPEED] drukken om het programma te starten. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het workout instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. 5. Volg uw vooruitgang met de displays. Zie stap 5 op pagina 16. 6. Meet uw hartslag als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16. Elke oefening is onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut, behalve als u de lengte van de oefening (zie stap 3) hebt veranderd. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. 7. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 16. Het profiel zal tijdens het workout uw vordering aangeven. Het flikkerende segment van het profiel geeft het huidige Huidig Segment 17

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32

17
HOE EEN KLASSIEKE OEFENING TE GEBRUIKEN
1.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 15.
2.
Selecteer een klassieke oefening.
Om een klassieke oefe-
ning te selecteren, druk
herhaaldelijk op de toets
voor Klassieke oefenin-
gen [CLASSIC WOR-
KOUTS]. Opmerking:
Het nummer en het profiel van elke oefening wordt
op het bedieningspaneel weergegeven.
Als u een klassieke oefening selecteert, dan zal het
maximale hellingsniveau van de oefening op de
display links onderaan beginnen te flikkeren, de
maximale snelheid op de display rechts onderaan
en de duur van de oefening op de bovenste dis-
play.
3.
Pas uw oefening naar wens aan.
Om de duur van de oefening te veranderen, druk
op de Tijd [TIME] omhoog- en omlaagtoetsen. De
nieuwe instellingen zullen op de displays worden
weergegeven.
4.
Op de START-toets of de Versnellings-toets
[SPEED] drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband au-
tomatisch de eerste snelheid en hellingstand van
het workout instellen. Houdt u vast aan de handleu-
ningen en begin te oefenen.
Elke oefening is onderverdeeld in 30 segmenten
van één minuut, behalve als u de lengte van de oe-
fening (zie stap 3) hebt veranderd. Ieder segment
heeft één instelling voor de helling en voor de snel-
heid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling in-
stelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op-
eenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.
Het profiel zal tijdens het
workout uw vordering
aangeven. Het flikke-
rende segment van het
profiel geeft het huidige
segment van het workout aan. De hoogte van het
flikkerende segment geeft de snelheid instelling
van het huidige segment aan. U zult aan het eind
van ieder segment een stel tonen horen en het vol-
gende segment zal beginnen te flikkeren. Wanneer
de geprogrammeerde snelheid en helling instellin-
gen voor het volgende segment anders zijn, dan
zullen de snelheid and helling instellingen op de
display flikkeren.
Het workout blijft zo doorgaan totdat het laatste
segment van het profiel begint te flikkeren op de
display en het laatste segment komt tot een eind.
De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen.
Als de snelheid of de helling te hoog of te laag is tij-
dens de oefening, dan kunt u de instellingen hand-
matig bijstellen door op de snelheids- of hellingtoet-
sen te drukken.
Opmerking: Als het volgende
segment van de oefening begint, dan zal de
loopband automatisch de snelheid en de hel-
ling aan de in
stellingen van het volgende segment
aanpassen.
Om de oefening te stoppen, druk op de STOP-
toets. Om het workout opnieuw te starten, druk op
de Start-toets of de Versnellingstoets. De loopband
zal met een snelheid van 2 Km/u beginnen te
draaien. De loopband zal wanneer het volgend
segment van het workout start automatisch de
snelheid en de helling van het volgende segment
instellen.
5.
Volg uw vooruitgang met de displays.
Zie stap 5 op pagina 16.
6.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
7.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 16.
Huidig Segment