Weslo Cadence 75 Treadmill Dutch Manual - Page 16

Haal De Stekker Uit Het Stopcontact

Page 16 highlights

Zoek de Sensor (16) en de Magneet (10) aan de linkerkant van de Katrol (101). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Sensor. Zorg ervoor dat de afstand tussen de Magneet en de Sensor ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (9) wat los en verplaats de Sensor enigszins. Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap (niet getoond) weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken. Zicht van boven 9 16 3 mm 101 10 PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter. b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b 8 à 10 cm Bijstelbouten voor de Achterroller c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen. PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en a DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband niet goed in het midden ligt. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de meegeleverde sleutel de linker bout van de achter- roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop- band naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan- draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT b wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele- verde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. 16

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23

16
Zoek de Sensor (16) en de Magneet (10) aan de lin-
kerkant van de Katrol (101). Draai de Katrol zodanig
dat de Magneet gelijk staat met de Sensor.
Zorg er-
voor dat de afstand tussen de Magneet en de
Sensor ongeveer 3 mm is.
Draai, indien nodig, de
Schroef (9) wat los en verplaats de Sensor enigs-
zins. Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap (niet
getoond) weer vast en laat de loopband een paar
minuten draaien om de snelheidsmeting na te kij-
ken.
PROBLEEM:
De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal
de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEK-
KER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achter-
roller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 8
à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg
ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek
de stekker en de sleutel weer in en laat de loop-
band een paar minuten draaien. Herhaal deze han-
deling tot de loopband goed ligt.
c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen.
PROBLEEM:
De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt.
Als de
loopband naar links is verschoven,
draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter-
roller een 1/2 slag met de klok mee.
Als de loop-
band naar rechts is verschoven,
draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan-
draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
b
a
Bijstelbouten voor de Achterroller
8 à 10 cm
b
10
16
9
Zicht van
boven
3 mm
101