Honeywell RCWL8000A1002 User Guide - Page 30

Deurcamera installeren

Page 30 highlights

Deurcamera installeren Deurcamera installeren Installeer de deurcamera op een plaats waar bezoekers gemakkelijk op de bel kunnen drukken en waar de camera de bezoekers duidelijk kan 'zien'. ■ Monteer de deurcamera niet onder planken of andere uitkragingen die de lichtsensor onder de camera kunnen blokkeren. Een verduisterde sensor schakelt de camera over naar de zwart/wit stand. ■ Als de deurcamera door een beltrafo van stroom wordt voorzien, dan moet u tevens rekening houden met het routeren en aansluiten van het netsnoer. Huisstation installeren Het huisstation moet binnen het bereik van de deurcamera (d.w.z. minder dan 30 meter in een standaardgebouw) worden geïnstalleerd. De volgende punten zijn belangrijk: ■ De hoogte moet tussen 1,3 en 1,5 meter boven de grond of stoep bedragen waar bezoekers normaal aanbellen. ■ De camera kan met een hoek van 30° van links naar rechts worden versteld en met een hoek van 60° van boven naar beneden. Installeer de camera op een plaats waar de camera bezoekers kan zien. ■ Vermijd een plaats waar de camera naar de zon is gericht aangezien dit de camera kan overbelasten. Bovendien zijn bezoekers zeer donker weergegeven. De lens van de camera ook niet naar de heldere lucht richten. Richt de camera waar mogelijk omlaag en niet omhoog. ■ Installeer de camera op een plaats waar de bewegingssensor niet geblokkeerd is en geen naderende bezoekers kan waarnemen. Installeer de camera niet op een plaats waar voorbijgaande voetgangers of voorbijgaand verkeer het systeem kunnen activeren. Het bereik van de bewegingssensor is ongeveer 4 meter en de bewegingssensor kan indien nodig worden uitgeschakeld (zie 'Deurcamera', pagina 9). ■ De camera moet op een stenen of houten ondergrond worden gemonteerd. Geen metaal, gewapend beton, of dikke steen (d.w.z. meer dan 40 cm dik) - aangezien dit het uitgezonden signaal kan blokkeren. ■ Het montageoppervlak moet egaal en plat zijn om vervorming van de behuizing van de deurcamera te vermijden. Egaliseer ongelijke oppervlakken voor het monteren aangezien regenwater in de deurcamera kan binnendringen als de behuizing is vervormd. ■ Monteer de camera niet binnen 30 cm van grote metalen voorwerpen of met staal versterkte PVC-frames aangezien dit de signalen naar het huisstation verzwakt of blokkeert. Systeem testen Wij raden u aan zowel de deurcamera en het huisstation in te schakelen op de geplande plaats(en) en te controleren of het huisstation een duidelijk signaal van de deurcamera ontvangt. VISIOCAM Vraag iemand om de deurcamera op de gekozen montageplaats tegen de muur te houden en op de belknop te drukken terwijl u de ontvangst op het huisstation controleert. Als de beeldkwaliteit slecht is of als er geen gongtoon te horen is na het drukken op de bel, dan zijn er drie mogelijke redenen: 1. De apparaten zijn te ver van elkaar (meer dan 30 - 40 meter in een standaardhuis) geïnstalleerd. Installeer het huisstation dichterbij. 2. Er treedt een storing op het videokanaal op. Verwijder de muurplaat van de deurcamera en zet de schakelaar van het videokanaal om van kanaal 1 naar bijvoorbeeld kanaal 3. Test het systeem opnieuw en kies een ander kanaal als kanaal 3 geen beter beeld geeft. Zie de sectie Foutopsporing voor meer informatie over het onderdrukken van storingen. 3. De deurcamera is niet in het huisstation geprogrammeerd (zie pagina 4). N-5

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52

Deurcamera installeren
Deurcamera installeren
Installeer de deurcamera op een plaats waar bezoekers
gemakkelijk op de bel kunnen drukken en waar de
camera de bezoekers duidelijk kan ‘zien’.
De volgende punten zijn belangrijk:
De hoogte moet tussen 1,3 en 1,5 meter boven de
grond of stoep bedragen waar bezoekers normaal
aanbellen.
De camera kan met een hoek van 30° van links naar
rechts worden versteld en met een hoek van 60°
van boven naar beneden. Installeer de camera op
een plaats waar de camera bezoekers kan zien.
Vermijd een plaats waar de camera naar de zon is
gericht aangezien dit de camera kan overbelasten.
Bovendien zijn bezoekers zeer donker weergegeven.
De lens van de camera ook niet naar de heldere
lucht richten. Richt de camera waar mogelijk omlaag
en niet omhoog.
Installeer de camera op een plaats waar de
bewegingssensor niet geblokkeerd is en geen
naderende bezoekers kan waarnemen. Installeer
de camera niet op een plaats waar voorbijgaande
voetgangers of voorbijgaand verkeer het
systeem kunnen activeren. Het bereik van de
bewegingssensor is ongeveer 4 meter en de
bewegingssensor kan indien nodig worden
uitgeschakeld (zie ‘Deurcamera’, pagina 9).
De camera moet op een stenen of houten
ondergrond worden gemonteerd. Geen metaal,
gewapend beton, of dikke steen (d.w.z. meer dan
40 cm dik) – aangezien dit het uitgezonden signaal
kan blokkeren.
Het montageoppervlak moet egaal en plat zijn om
vervorming van de behuizing van de deurcamera
te vermijden. Egaliseer ongelijke oppervlakken
voor het monteren aangezien regenwater in de
deurcamera kan binnendringen als de behuizing is
vervormd.
Monteer de camera niet binnen 30 cm van grote
metalen voorwerpen of met staal versterkte
PVC-frames aangezien dit de signalen naar het
huisstation verzwakt of blokkeert.
Monteer de deurcamera niet onder planken of andere
uitkragingen die de lichtsensor onder de camera
kunnen blokkeren. Een verduisterde sensor schakelt
de camera over naar de zwart/wit stand.
Als de deurcamera door een beltrafo van stroom
wordt voorzien, dan moet u tevens rekening houden
met het routeren en aansluiten van het netsnoer.
Huisstation installeren
Het huisstation moet binnen het bereik van de
deurcamera (d.w.z. minder dan 30 meter in een
standaardgebouw) worden geïnstalleerd.
Systeem testen
Wij raden u aan zowel de deurcamera en het huisstation
in te schakelen op de geplande plaats(en) en te
controleren of het huisstation een duidelijk signaal van
de deurcamera ontvangt.
Vraag iemand om de deurcamera op de gekozen montageplaats
tegen de muur te houden en op de belknop te drukken terwijl u
de ontvangst op het huisstation controleert.
Als de beeldkwaliteit slecht is of als er geen gongtoon
te horen is na het drukken op de bel, dan zijn er drie
mogelijke redenen:
1.
De apparaten zijn te ver van elkaar (meer dan 30
– 40 meter in een standaardhuis) geïnstalleerd.
Installeer het huisstation dichterbij.
2.
Er treedt een storing op het videokanaal op.
Verwijder de muurplaat van de deurcamera en zet de
schakelaar van het videokanaal om van kanaal 1 naar
bijvoorbeeld kanaal 3. Test het systeem opnieuw en
kies een ander kanaal als kanaal 3 geen beter beeld
geeft.
Zie de sectie Foutopsporing voor meer informatie over
het onderdrukken van storingen.
3.
De deurcamera is niet in het huisstation
geprogrammeerd (zie pagina 4).
N-5