Lenovo ThinkCentre Edge 91 (Dutch) User Guide - Page 108
Printerproblemen, Een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden, Onvoldoende geheugen
View all Lenovo ThinkCentre Edge 91 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 108 highlights
• Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items. (De namen van de mappen en de procedures zijn per e-mailprogramma verschillend. Als u hulp nodig hebt, kunt u het Help-systeem van het e-mailprogramma raadplegen. Een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden Symptoom: een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden. Handeling: voer het Windows-programma Schijfdefragmentatie uit. Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het vaste-schijfstation en de hoeveelheid gegevens die op dat station zijn opgeslagen, kan de uitvoering van Schijfdefragmentatie een aantal uren in beslag nemen. In het besturingssysteem Windows 7 doet u het volgende: 1. Sluit alle actieve programma's en alle geopende vensters. 2. Klik op Start ➙ Computer. 3. Klik met de rechtermuisknop op station C en klik op Eigenschappen. 4. Klik op de tab Extra. 5. Klik op Nu defragmenteren en vervolgens op Doorgaan. 6. Met Nu defragmenteren start u het defragmentatieproces. Onvoldoende geheugen Symptoom: onvoldoende geheugen In het algemeen geldt dat hoe meer geheugen er geïnstalleerd is, hoe beter Windows werkt. Handeling: Installeer extra geheugen. Zie voor informatie over de aankoop van een geheugen Hoofdstuk 11 "Informatie, hulp en service" op pagina 101. Voor stapsgewijze instructies voor het installeren van geheugen raadpleegt u het "Geheugenmodules installeren of vervangen" op pagina 37. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma´s uit (zie "Diagnoseprogramma's" op pagina 98 voor instructies). Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 11 "Informatie, hulp en service" op pagina 101. Printerproblemen Symptoom: De printer werkt niet. Handelingen: controleer of: 1. De printer aan staat en online is. 2. Het papier correct geladen is. 3. De kabel van de printer stevig is aangesloten op de juiste parallelle, seriële, of USB-poort van de computer. Opmerking: Printersignaalkabels zonder IEEE-goedkeuring kunnen onvoorspelbare problemen veroorzaken. 1. Alle stuurprogramma's en andere programma's die bij de computer zijn geleverd, correct zijn geïnstalleerd. 2. U de printerpoort correct hebt toegewezen in uw besturingssysteem, het toepassingsprogramma en de BIOS-instellingen. Meer informatie over BIOS-instellingen vindt u onder Hoofdstuk 7 "Werken met het programma Setup Utility" op pagina 65. 96 ThinkCentre Edge Handboek voor de gebruiker