Lenovo ThinkCentre Edge 91 (Dutch) User Guide - Page 49

Geheugenmodules installeren of vervangen, van 16 GB.

Page 49 highlights

7. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten. 5 6 7 8 3 4 Figuur 14. Een PCI-kaart installeren 8. Breng daarna de schroef weer aan waarmee de PCI-kaartklem wordt bevestigd. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 54. Geheugenmodules installeren of vervangen Attentie: Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" hebt gelezen in de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkCentre Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule. Uw computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 UDIMMs. Daardoor kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 16 GB. Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende richtlijnen: • Gebruik DDR3 UDIMMs van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 16 GB. • De volgende tabel biedt informatie over de geheugenmodule installatievoorwaarden welke u in acht dient te nemen wanneer u een geheugenmodule installeerd of verwijderd. Het x-teken geeft de geheugenmodule(s) aan waar u de geheugenmodule kunt installeren voor verschillende situaties. De nummers 1, 2, 3 en 4 geeft de installatievolgorde aan. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 37

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132

7. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten.
Figuur 14. Een PCI-kaart installeren
8. Breng daarna de schroef weer aan waarmee de PCI-kaartklem wordt bevestigd.
Volgende stappen:
Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien”
op pagina 54.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie:
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften”
hebt gelezen in de publicatie
ThinkCentre Veiligheid en garantie
die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar
van de publicatie
ThinkCentre Veiligheid en Garantie
gaat u naar:
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
Uw computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 UDIMMs. Daardoor
kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 16 GB. Houd u bij het installeren of vervangen van
geheugenmodules aan de volgende richtlijnen:
Gebruik DDR3 UDIMMs van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum
van 16 GB.
De volgende tabel biedt informatie over de geheugenmodule installatievoorwaarden welke u in acht
dient te nemen wanneer u een geheugenmodule installeerd of verwijderd. Het x-teken geeft de
geheugenmodule(s) aan waar u de geheugenmodule kunt installeren voor verschillende situaties. De
nummers 1, 2, 3 en 4 geeft de installatievolgorde aan.
Hoofdstuk 5
.
Hardware installeren en vervangen
37