Lenovo ThinkCentre Edge 91 (Dutch) User Guide - Page 50

Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende

Page 50 highlights

UDIMM Één UDIMM Twee UDIMMs Drie UDIMMs Vier UDIMMs DIMM 1 X, 1 DIMM 2 X X, 1 X, 1 X, 2 DIMM 3 X, 2 X, 3 DIMM 4 X, 2 X, 3 X, 4 U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 32. 3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat. 4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 13. 5. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen. Bij bepaalde modellen moet de PCI Express x16 grafische kaart worden verwijderd om bij de geheugenaansluitingen te kunnen komen. Zie "PCI-kaart installeren of vervangen" op pagina 34. 6. Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende handelingen uit: • Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en haalt u de module voorzichtig uit de sleuf. Figuur 15. Een geheugenmodule verwijderen 38 ThinkCentre Edge Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132

UDIMM
DIMM 1
DIMM 2
DIMM 3
DIMM 4
Één UDIMM
X
Twee UDIMMs
X, 1
X, 2
Drie UDIMMs
X, 1
X, 2
X, 3
Vier UDIMMs
X, 1
X, 2
X, 3
X, 4
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 32.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 13.
5. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen. Bij bepaalde
modellen moet de PCI Express x16 grafische kaart worden verwijderd om bij de geheugenaansluitingen
te kunnen komen. Zie “PCI-kaart installeren of vervangen” op pagina 34.
6. Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende
handelingen uit:
Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en haalt u de module voorzichtig
uit de sleuf.
Figuur 15. Een geheugenmodule verwijderen
38
ThinkCentre Edge Handboek voor de gebruiker