Lenovo ThinkPad Edge E425 (Dutch) User Guide - Page 148

Hebt u de juiste procedure gevolgd voor het installeren van het besturingssysteem of het

Page 148 highlights

14. Nadat het stuurprogramma is bijgewerkt, klikt u op Sluiten. 15. Stel de resolutie in. Opmerking: Als u de kleurinstellingen wilt wijzigen, gaat u naar het tabblad Monitor en stelt u de Kleuren in. 16. Klik op OK. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd. Oplossing: Controleer of de informatie over het beeldscherm juist is. (Ga naar "Oplossing" om "Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u nu gebruikt." op pagina 129.) Controleer of er een geschikt beeldschermtype is geselecteerd. (Ga naar "Oplossing" om "Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u nu gebruikt." op pagina 129.) Controleer of de juiste verversingsfrequentie is ingesteld. Dit doet u als volgt: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop Detecteren. 4. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (Monitor-2 is voor het externe beeldscherm). 5. Klik op Geavanceerde instellingen. 6. Klik op de tab Beeldscherm. 7. Selecteer de juiste verversingsfrequentie. • Probleem: Er verschijnen onjuiste tekens op het scherm. Oplossing: Hebt u de juiste procedure gevolgd voor het installeren van het besturingssysteem of het toepassingsprogramma? Als dat het geval is, moet u het externe beeldscherm laten nazien. • Probleem: De functie voor schermuitbreiding werkt niet. Oplossing: Schakel de functie voor schermuitbreiding in, en wel als volgt: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. 4. Klik op het pictogram Monitor-2. 5. Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden voor meerdere beeldschermen. 6. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 7. Selecteer de Resolutie van het primaire beeldscherm. 8. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het externe beeldscherm). 9. Selecteer de resolutie van het secundaire beeldscherm. 10. Stel de relatieve posities van beide beeldschermen in door de pictogrammen te verslepen. U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken. 11. Klik op OK om de wijzigingen door te voeren. 130 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174

14. Nadat het stuurprogramma is bijgewerkt, klikt u op
Sluiten
.
15. Stel de
resolutie
in.
Opmerking:
Als u de kleurinstellingen wilt wijzigen, gaat u naar het tabblad
Monitor
en stelt u
de
Kleuren
in.
16. Klik op
OK
.
Probleem
: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing
: Controleer of de informatie over het beeldscherm juist is. (Ga naar “Oplossing” om
“Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u
nu gebruikt.” op pagina 129.)
Controleer of er een geschikt beeldschermtype is geselecteerd. (Ga naar “Oplossing” om “Probleem: U
kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u nu gebruikt.”
op pagina 129.)
Controleer of de juiste verversingsfrequentie is ingesteld. Dit doet u als volgt:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Schermresolutie
.
Opmerking:
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop
Detecteren
.
4. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (
Monitor-2
is voor het externe beeldscherm).
5. Klik op
Geavanceerde instellingen
.
6. Klik op de tab
Beeldscherm
.
7. Selecteer de juiste verversingsfrequentie.
Probleem
: Er verschijnen onjuiste tekens op het scherm.
Oplossing
: Hebt u de juiste procedure gevolgd voor het installeren van het besturingssysteem of het
toepassingsprogramma? Als dat het geval is, moet u het externe beeldscherm laten nazien.
Probleem
: De functie voor schermuitbreiding werkt niet.
Oplossing
: Schakel de functie voor schermuitbreiding in, en wel als volgt:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Schermresolutie
.
4. Klik op het pictogram
Monitor-2
.
5. Selecteer
Deze beeldschermen uitbreiden
voor meerdere beeldschermen.
6. Klik op het pictogram
Monitor-1
(voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer).
7. Selecteer de Resolutie van het primaire beeldscherm.
8. Klik op het pictogram
Monitor-2
(voor het externe beeldscherm).
9. Selecteer de resolutie van het secundaire beeldscherm.
10. Stel de relatieve posities van beide beeldschermen in door de pictogrammen te verslepen. U kunt de
beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken.
11. Klik op
OK
om de wijzigingen door te voeren.
130
Handboek voor de gebruiker