Lenovo ThinkPad Edge E425 (Dutch) User Guide - Page 55

Start Power Manager., Slaapstand spaarstand Uitschakelen.

Page 55 highlights

In de sluimerstand wordt uw werk opgeslagen in het geheugen en worden het beeldscherm en het vaste-schijfstation uitgeschakeld. Zodra de computer ontwaakt, wordt het werk binnen enkele seconden weer geladen. Om de computer in de sluimerstand te plaatsen, doet u het volgende: 1. Klik op Start. 2. Klik op het driehoekje rechts naast het pictogram Afsluiten en kies Sluimerstand. • Slaapstand (spaarstand Uitschakelen). Met behulp van deze werkstand kunt u de computer volledig uitschakelen zonder dat u bestanden hoeft op te slaan of toepassingen hoeft af te sluiten die worden uitgevoerd. Voordat u naar de slaapstand gaat, wordt de volledige inhoud van het RAM-geheugen opgeslagen op de vaste schijf. U gaat als volgt naar de slaapstand: 1. Klik op Start. 2. Klik op het driehoekje rechts naast het pictogram Afsluiten en kies Slaapstand. Om weer terug te keren naar de normale stand, houdt u de aan/uit-knop korter dan vier seconden ingedrukt. Wanneer u geen gebruik maakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos LAN, kunt u de desbetreffende apparatuur uitzetten. Hiermee spaart u energie. U schakelt de functies voor draadloze communicatie uit door op F9 te drukken. De ontwaakfunctie inschakelen Als u de computer in de slaapstand plaatst en de ontwaakfunctie is uitgeschakeld (dit is de standaardinstelling), verbruikt de computer geen stroom. Is de ontwaakfunctie wel ingeschakeld, dan gebruikt de computer heel weinig energie. Om de functie in te schakelen, doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging. 2. Klik op Systeembeheer. 3. Dubbelklik op Taakplanner. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 4. Selecteer in het linkerdeelvenster de taakmap waarvoor u de ontwaakfunctie wilt inschakelen. De geplande taken worden afgebeeld. 5. Klik op een geplande taak en klik op de tab Voorwaarden. 6. Selecteer onder Energiebeheer het vakje De computer uit de slaapstand halen om deze taak uit te voeren. Het batterijalarm inschakelen U kunt de computer zodanig programmeren dat, wanneer de hoeveelheid resterende energie in de batterij onder een bepaald niveau komt, er drie dingen gebeuren: er klinkt een geluidssignaal, er wordt een bericht afgebeeld en het beeldscherm gaat uit. Om de functie in te schakelen, doet u het volgende: 1. Start Power Manager. 2. Klik op de tab Algemene energie-instellingen. 3. Stel, voor een bijna lege en een lege batterij, het energiepercentage en de actie in. Opmerking: Als uw computer naar de sluimerstand of naar de slaapstand gaat, omdat de batterij nog maar weinig energie heeft, maar het waarschuwingsbericht nog niet is weergegeven, wordt dit weergegeven zodra de computer weer in gebruik wordt genomen. Om de normale werking weer te hervatten, klikt u op OK. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 37

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174

In de sluimerstand wordt uw werk opgeslagen in het geheugen en worden het beeldscherm en het
vaste-schijfstation uitgeschakeld. Zodra de computer ontwaakt, wordt het werk binnen enkele seconden
weer geladen. Om de computer in de sluimerstand te plaatsen, doet u het volgende:
1. Klik op
Start
.
2. Klik op het driehoekje rechts naast het pictogram
Afsluiten
en kies
Sluimerstand
.
Slaapstand (spaarstand Uitschakelen).
Met behulp van deze werkstand kunt u de computer volledig uitschakelen zonder dat u bestanden hoeft
op te slaan of toepassingen hoeft af te sluiten die worden uitgevoerd. Voordat u naar de slaapstand
gaat, wordt de volledige inhoud van het RAM-geheugen opgeslagen op de vaste schijf. U gaat als
volgt naar de slaapstand:
1. Klik op
Start
.
2. Klik op het driehoekje rechts naast het pictogram
Afsluiten
en kies
Slaapstand
.
Om weer terug te keren naar de normale stand, houdt u de aan/uit-knop korter dan vier seconden
ingedrukt.
Wanneer u geen gebruik maakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos
LAN, kunt u de desbetreffende apparatuur uitzetten. Hiermee spaart u energie. U schakelt de functies voor
draadloze communicatie uit door op
F9
te drukken.
De ontwaakfunctie inschakelen
Als u de computer in de slaapstand plaatst en de ontwaakfunctie is uitgeschakeld (dit is de
standaardinstelling), verbruikt de computer geen stroom. Is de ontwaakfunctie wel ingeschakeld, dan
gebruikt de computer heel weinig energie. Om de functie in te schakelen, doet u het volgende:
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
Systeem en beveiliging
.
2. Klik op
Systeembeheer
.
3. Dubbelklik op
Taakplanner
. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
4. Selecteer in het linkerdeelvenster de taakmap waarvoor u de ontwaakfunctie wilt inschakelen. De
geplande taken worden afgebeeld.
5. Klik op een geplande taak en klik op de tab
Voorwaarden
.
6. Selecteer onder
Energiebeheer
het vakje
De computer uit de slaapstand halen om deze taak uit
te voeren
.
Het batterijalarm inschakelen
U kunt de computer zodanig programmeren dat, wanneer de hoeveelheid resterende energie in de batterij
onder een bepaald niveau komt, er drie dingen gebeuren: er klinkt een geluidssignaal, er wordt een bericht
afgebeeld en het beeldscherm gaat uit. Om de functie in te schakelen, doet u het volgende:
1. Start Power Manager.
2. Klik op de tab
Algemene energie-instellingen
.
3. Stel, voor een bijna lege en een lege batterij, het energiepercentage en de actie in.
Opmerking:
Als uw computer naar de sluimerstand of naar de slaapstand gaat, omdat de batterij nog maar
weinig energie heeft, maar het waarschuwingsbericht nog niet is weergegeven, wordt dit weergegeven zodra
de computer weer in gebruik wordt genomen. Om de normale werking weer te hervatten, klikt u op
OK
.
Hoofdstuk 2
.
De computer gebruiken
37