Lenovo ThinkPad Edge E425 (Dutch) User Guide - Page 58

Een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen, Bluetooth gebruiken

Page 58 highlights

Een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen Uw computer is uitgerust met een draadloos-netwerkkaart en een configuratieprogramma waarmee u draadloze verbindingen tot stand kunt brengen en de status van die verbindingen in de gaten kunt houden. Daardoor kunt u op kantoor, in vergaderruimten of thuis verbinding met uw netwerk houden zonder kabels te gebruiken. Attentie: • Als u een computer met een draadloos-LAN-functie hebt en u wilt uw computer meenemen in het vliegtuig, informeer dan vooraf bij de luchtvaartmaatschappij welke services er dienaangaande worden verleend. • Als er aan boord van het vliegtuig beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van draadloze communcatie, moet u de functie voor draadloze communicatie uitschakelen voordat u aan boord gaat. Om deze functie uit te schakelen raadpleegt u de instructies in "De functie voor draadloze communicatie in- of uitschakelen" op pagina 42. Opmerking: Draadloos-netwerkkaarten zijn als optie verkrijgbaar. Lees voor meer informatie "Opties voor de ThinkPad zoeken" op pagina 142. Tips voor het gebruik van de draadloos-LAN-functie • Positioneer uw computer dan zodanig dat er zich zo weinig mogelijk obstakels bevinden tussen het toegangspunt van het draadloos LAN en de computer. • U krijgt het beste resultaat als u het beeldscherm van de computer in een hoek van iets meer dan 90 graden plaatst. • Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de draadloze communicatie lager worden. Installatie van draadloos netwerk Om de ingebouwde draadloos-netwerkkaart (volgens de 802.11-standaard) te kunnen gebruiken voor draadloze communicatie, start u Access Connections. Opmerking: Voordat u begint met het instellen van een draadloos-netwerkverbinding met behulp van Access Connections, moet u bij de netwerkbeheerder informeren naar de netwerknaam (SSID) en de versleutelingsgegevens (encryptie). Access Connections is een programma dat u helpt bij het configureren van de verbinding. Het kan desgevraagd de ene netwerkkaart inschakelen en alle andere uitschakelen. Nadat u de draadloze netwerkverbinding hebt ingesteld, kunt u het hulpprogramma gebruiken om snel uw netwerkinstellingen te wijzigen. Bluetooth gebruiken Als de computer is uitgerust met een geïntegreerde Bluetooth-functie, kunt u deze in- of uitschakelen door op F9 te drukken. Als u op F9 drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld. U kunt de Bluetooth-functies met één klik in- of uitschakelen. Om een Bluetooth-apparaat te configureren of verbindingsinstellingen te beheren, kunt u gebruikmaken van Bluetooth-apparaten in het Configuratiescherm. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Apparaten en printers voor toegang tot Bluetooth-apparaten op het Configuratiescherm. Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen. 2. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaten. Voor meer informatie kunt u de Help-informatie van Windows raadplegen. 40 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174

Een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen
Uw computer is uitgerust met een draadloos-netwerkkaart en een configuratieprogramma waarmee u
draadloze verbindingen tot stand kunt brengen en de status van die verbindingen in de gaten kunt houden.
Daardoor kunt u op kantoor, in vergaderruimten of thuis verbinding met uw netwerk houden zonder kabels te
gebruiken.
Attentie:
Als u een computer met een draadloos-LAN-functie hebt en u wilt uw computer meenemen in het vliegtuig,
informeer dan vooraf bij de luchtvaartmaatschappij welke services er dienaangaande worden verleend.
Als er aan boord van het vliegtuig beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van draadloze
communcatie, moet u de functie voor draadloze communicatie uitschakelen voordat u aan boord gaat.
Om deze functie uit te schakelen raadpleegt u de instructies in “De functie voor draadloze communicatie
in- of uitschakelen” op pagina 42.
Opmerking:
Draadloos-netwerkkaarten zijn als optie verkrijgbaar. Lees voor meer informatie “Opties voor
de ThinkPad zoeken” op pagina 142.
Tips voor het gebruik van de draadloos-LAN-functie
Positioneer uw computer dan zodanig dat er zich zo weinig mogelijk obstakels bevinden tussen het
toegangspunt van het draadloos LAN en de computer.
U krijgt het beste resultaat als u het beeldscherm van de computer in een hoek van iets meer dan 90
graden plaatst.
Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer tegelijkertijd
gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de draadloze
communicatie lager worden.
Installatie van draadloos netwerk
Om de ingebouwde draadloos-netwerkkaart (volgens de 802.11-standaard) te kunnen gebruiken voor
draadloze communicatie, start u Access Connections.
Opmerking:
Voordat u begint met het instellen van een draadloos-netwerkverbinding met behulp van
Access Connections, moet u bij de netwerkbeheerder informeren naar de netwerknaam (SSID) en de
versleutelingsgegevens (encryptie).
Access Connections is een programma dat u helpt bij het configureren van de verbinding. Het kan
desgevraagd de ene netwerkkaart inschakelen en alle andere uitschakelen. Nadat u de draadloze
netwerkverbinding hebt ingesteld, kunt u het hulpprogramma gebruiken om snel uw netwerkinstellingen
te wijzigen.
Bluetooth gebruiken
Als de computer is uitgerust met een geïntegreerde Bluetooth-functie, kunt u deze in- of uitschakelen door
op F9 te drukken. Als u op F9 drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld.
U kunt de Bluetooth-functies met één klik in- of uitschakelen.
Om een Bluetooth-apparaat te configureren of verbindingsinstellingen te beheren, kunt u gebruikmaken van
Bluetooth-apparaten
in het Configuratiescherm. Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en
geluid
Apparaten en printers
voor toegang tot Bluetooth-apparaten op het Configuratiescherm.
Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen:
1. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen.
2. Selecteer
Verzenden naar
Bluetooth-apparaten
.
Voor meer informatie kunt u de Help-informatie van Windows raadplegen.
40
Handboek voor de gebruiker