Lenovo ThinkPad T430s (Dutch) User Guide - Page 55

Presentaties en multimedia, De instellingen van het beeldscherm aanpassen

Page 55 highlights

• Druk op Fn+F5 om de lijst met draadloze functies op te roepen, zoals draadloos LAN en Bluetooth. Selecteer een functie om deze in- of uit te schakelen. • Klik op het statuspictogram van Access Connections voor draadloze communicatie in het Windows-systeemvak. Klik vervolgens op Draadloze radio's aanzetten om de draadloze functies in te schakelen of op Draadloze radio's uitzetten om de draadloze functies uit te schakelen. Opmerking: Met de schakelaar voor de draadloze radio's kunt u de radio van alle draadloze apparaten in de computer uitzetten. Presentaties en multimedia Hiermee kunt u uw computer aansluiten op een projector om presentaties te geven of kunt u uw computer aansluiten op een extern beeldscherm om uw werkruimte uit te breiden. De instellingen van het beeldscherm aanpassen U kunt de beeldscherminstellingen wijzigen, zoals de resolutie, de lettergrootte, enz. U wijzigt de weergave-instellingen als volgt: 1. Open het Configuratiescherm en klik op Uiterlijk en personalisering. 2. Klik op Beeldscherm om verder te gaan met configureren. Een projector of extern beeldscherm aansluiten Dit onderwerp beschrijft hoe u een projector of extern beeldscherm kunt aansluiten. Een extern beeldscherm aansluiten Uw computer ondersteunt een maximale beeldschermresolutie van 2048x1536 (als er een extern beeldscherm is aangesloten op de desbetreffende aansluiting) of van 2560x1600 (als er een extern beeldscherm is aangesloten op de Mini DisplayPort-aansluiting), mits het externe beeldscherm die resolutie ook ondersteunt. Zie voor meer informatie de documentatie bij uw beeldscherm. U kunt elke resolutie instellen voor het beeldscherm van de computer of het externe beeldscherm. Bij gelijktijdig gebruik is de resolutie van beide schermen echter altijd hetzelfde. Als u voor het beeldscherm van de computer een hogere resolutie kiest, ziet u slechts een deel van het volledige beeld op het scherm. De andere delen kunt u bekijken door het beeld met behulp van het TrackPoint- of een ander aanwijsapparaat over het scherm te verplaatsen. U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide beeldschermen sturen door op Fn+F7 te drukken. Een extern beeldscherm aansluiten U sluit een extern beeldscherm als volgt aan: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de VGA-aansluiting of de Mini DisplayPort-aansluiting. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3. Wijzig de uitvoerlocatie door op Fn+F7 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. Klik op de knop Detecteren. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 37

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200

Druk op Fn+F5 om de lijst met draadloze functies op te roepen, zoals draadloos LAN en Bluetooth.
Selecteer een functie om deze in- of uit te schakelen.
Klik op het statuspictogram van Access Connections voor draadloze communicatie in het
Windows-systeemvak. Klik vervolgens op
Draadloze radio's aanzetten
om de draadloze functies in te
schakelen of op
Draadloze radio's uitzetten
om de draadloze functies uit te schakelen.
Opmerking:
Met de schakelaar voor de draadloze radio's kunt u de radio van alle draadloze apparaten in
de computer uitzetten.
Presentaties en multimedia
Hiermee kunt u uw computer aansluiten op een projector om presentaties te geven of kunt u uw computer
aansluiten op een extern beeldscherm om uw werkruimte uit te breiden.
De instellingen van het beeldscherm aanpassen
U kunt de beeldscherminstellingen wijzigen, zoals de resolutie, de lettergrootte, enz.
U wijzigt de weergave-instellingen als volgt:
1. Open het Configuratiescherm en klik op
Uiterlijk en personalisering
.
2. Klik op
Beeldscherm
om verder te gaan met configureren.
Een projector of extern beeldscherm aansluiten
Dit onderwerp beschrijft hoe u een projector of extern beeldscherm kunt aansluiten.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer ondersteunt een maximale beeldschermresolutie van 2048x1536 (als er een extern
beeldscherm is aangesloten op de desbetreffende aansluiting) of van 2560x1600 (als er een extern
beeldscherm is aangesloten op de Mini DisplayPort-aansluiting), mits het externe beeldscherm die resolutie
ook ondersteunt. Zie voor meer informatie de documentatie bij uw beeldscherm.
U kunt elke resolutie instellen voor het beeldscherm van de computer of het externe beeldscherm. Bij
gelijktijdig gebruik is de resolutie van beide schermen echter altijd hetzelfde. Als u voor het beeldscherm van
de computer een hogere resolutie kiest, ziet u slechts een deel van het volledige beeld op het scherm. De
andere delen kunt u bekijken door het beeld met behulp van het TrackPoint- of een ander aanwijsapparaat
over het scherm te verplaatsen.
U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide
beeldschermen sturen door op Fn+F7 te drukken.
Een extern beeldscherm aansluiten
U sluit een extern beeldscherm als volgt aan:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de VGA-aansluiting of de Mini DisplayPort-aansluiting.
2. Zet het externe beeldscherm aan.
3. Wijzig de uitvoerlocatie door op Fn+F7 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te geven op
het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen.
Opmerking:
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op
het bureaublad en selecteer
Schermresolutie
. Klik op de knop
Detecteren
.
Hoofdstuk 2
.
De computer gebruiken
37