ProForm 5.2 Treadmill Dutch Manual - Page 23

Stekker Uit Het Stopcontact.

Page 23 highlights

Verwijder dan de drie 3/4" Schroeven (12) los en verwijder de kap (61). 12 61 Zoek de Snelheidsensor (71) en de Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat 3 mm met de Snelheidsensor. Zorg ervoor dat de afstand tussen de Magneet en de Snelheidsen- 15 50 sor ongeveer 3 mm is. Indien nodig maakt u de 71 3/4" Snelheidsensorschroef (15) losser, beweegt Zicht 51 u de Snelheidsensor lichtjes en maakt u de van schroef weer vast. Maak de kap weer vast (niet Boven afgebeeld). Indien nodig, kantel de Staanders (niet afgebeeld) maak de 3/4" schroeven weer vast (niet afgebeeld) en zet de Staanders weer rechtop. Laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen. PROBLEEM: De Helling van de Loopband verandert niet correct OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen. Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren. Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd. PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Gebruik alleen een stroomstootonderdrukker met een enkele uitlaat die voldoet aan alle voorschriften zoals beschreven op pagina 13. b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b 5 - 7 cm Bouten van de Achterroller c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u europloopt. 23

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32

23
Verwijder dan de drie 3/4" Schroeven (12) los en
verwijder de kap (61).
Zoek de Snelheidsensor (71) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai
de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat
met de Snelheidsensor.
Zorg ervoor dat de af-
stand tussen de Magneet en de Snelheidsen-
sor ongeveer 3 mm is.
Indien nodig maakt u de
3/4" Snelheidsensorschroef (15) losser, beweegt
u de Snelheidsensor lichtjes en maakt u de
schroef weer vast. Maak de kap weer vast (niet
afgebeeld). Indien nodig, kantel de Staanders
(niet afgebeeld) maak de 3/4" schroeven weer
vast (niet afgebeeld) en zet de Staanders weer rechtop. Laat de loopband een paar minuten
draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM:
De Helling van de Loopband verandert niet correct
OPLOSSING:
a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast.
Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling
tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren.
Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM:
De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Gebruik alleen een stroomstootonderdrukker met een enkele uitlaat die voldoet aan alle voor-
schriften zoals beschreven op pagina 13.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met
de meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag tegen de klok in.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband
goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u eu-
roploopt.
Zicht
van
Boven
50
15
71
3 mm
51
Bouten van de Achterroller
5 – 7 cm
b
61
12