Weider Pro 435 Bench Dutch Manual - Page 15

Spaakbeenspieren voorarm

Page 15 highlights

Rust eventjes na iedere set. De ideale rust perioden zijn: • Rust 3 minuten na iedere set wanneer u een oefe- ning uitvoert om uw spieren te ontwikkelen. • Rust 1 minuut na ieder set wanneer u oefent uw spieren te spannen. • Rust 30 seconden na iedere set wanneer u een afslank oefening uitvoert. Wen gedurende de eerste paar weken aan het apparaat en leer de juiste oefenhouding aan. AFKOELING Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen voor zowel armen als benen. Strek u langzaam en vermijdt krachtige inspanning. Voer iedere strekoefening zorvuldig en zo volledig mogelijk uit zonder dat u het overdoet. U zult u soepelheid better handhaven door na iedere workout strekoefeningen te doen. MOTIVATIE BIJHOUDEN Schrijf voor motivatie na iedere workout uw resultaten op. U kunt de schema's op pagina 16 en 17 kopiëren en gebruiken om uw resultaten te noteren. Noteer de datum, de uitgevoerde oefeningen, het aantal gebruikte gewichten en het aantal uitgevoerde repetities en sets. Noteer uw gewicht en lichaamsafmetingen aan het eind van iedere maand. Om echt succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen. TEKENING MET SPIEREN A. Halsspier (nek) B. Grote borstspier (borst) C. Tweehoofdige armspier (voorkant van arm) D. Schuine spieren (middel) AA E. Spaakbeenspieren (voorarm) BB LL F. Heup buigspieren(bovendij) G. Spier die afvoert (buitendij) CC H. Dijbeenspieren (voorkant van dij) I. Kleermakersspier (voorkant van dij) DD J. Voorste scheenbeenspier (voorkant EE van kuit) K. Korte kuitbeenspier (voorkant van FF MM kuit) L. Voorste deltaspier (schouder) GG N N M. Rechte buikspier (maag) HH N. Spier die aanvoert (binnen dij) O. Monnikskapspier (boven rug) II P. Ruitvormige rugspier (boven rug) Q. Achterste deltaspier (schouder) JJ R. Driehoofdige armspier (achterkant van arm) KK S. Brede rugspier (middel van rug) T. Lage rugspier (lage rug) U. Middelste bilspier (heup) V. Grootste bilspier (billen) W. Hamstring (spier achter de knie) X. Korte kuitbeenspier (achterkant van kuit) OO PP QQ RR SS TT UU VV WW XX 15

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20

15
Rust eventjes na iedere set. De ideale rust perioden
zijn:
• Rust 3 minuten na iedere set wanneer u een oefe-
ning uitvoert om uw spieren te ontwikkelen.
• Rust 1 minuut na ieder set wanneer u oefent uw
spieren te spannen.
• Rust 30 seconden na iedere set wanneer u een
afslank oefening uitvoert.
Wen gedurende de eerste paar weken aan het appa-
raat en leer de juiste oefenhouding aan.
AFKOELING
Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strek-
oefeningen voor zowel armen als benen. Strek u lang-
zaam en vermijdt krachtige inspanning. Voer iedere
strekoefening zorvuldig en zo volledig mogelijk uit zon-
der dat u het overdoet. U zult u soepelheid better
handhaven door na iedere workout strekoefeningen te
doen.
MOTIVATIE BIJHOUDEN
Schrijf voor motivatie na iedere workout uw resultaten
op. U kunt de schema’s op pagina 16 en 17 kopiëren
en gebruiken om uw resultaten te noteren. Noteer de
datum, de uitgevoerde oefeningen, het aantal gebruik-
te gewichten en het aantal uitgevoerde repetities en
sets. Noteer uw gewicht en lichaamsafmetingen aan
het eind van iedere maand. Om echt succes te heb-
ben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
TEKENING MET SPIEREN
A.
Halsspier (nek)
B.
Grote borstspier (borst)
C.
Tweehoofdige armspier (voorkant
van arm)
D.
Schuine spieren (middel)
E.
Spaakbeenspieren (voorarm)
F.
Heup buigspieren(bovendij)
G.
Spier die afvoert (buitendij)
H.
Dijbeenspieren (voorkant van dij)
I.
Kleermakersspier (voorkant van dij)
J.
Voorste scheenbeenspier (voorkant
van kuit)
K.
Korte kuitbeenspier (voorkant van
kuit)
L.
Voorste deltaspier (schouder)
M.
Rechte buikspier (maag)
N.
Spier die aanvoert (binnen dij)
O.
Monnikskapspier (boven rug)
P.
Ruitvormige rugspier (boven rug)
Q.
Achterste deltaspier (schouder)
R.
Driehoofdige armspier (achterkant
van arm)
S.
Brede rugspier (middel van rug)
T.
Lage rugspier (lage rug)
U.
Middelste bilspier (heup)
V.
Grootste bilspier (billen)
W.
Hamstring (spier achter de knie)
X.
Korte kuitbeenspier (achterkant van
kuit)
A
B
C
D
E
H
I
J
K
O
P
Q
R
S
T
V
W
X
N
M
L
F
G
U