HP Latex 3600 Introductory Information 4 - Page 38

Uitschakelen, Printerhulpmiddelen, Voedingsopties

Page 38 highlights

Nederlands • De ingebouwde aardlekschakelaar is herhaaldelijk geactiveerd. • De zekeringen zijn doorgebrand. • De printer functioneert niet als normaal. • Er is mechanische schade of schade aan de behuizing. Schakel in elk van de volgende gevallen de printer uit met behulp van de stroomonderbrekers: • Tijdens onweer • Tijdens een stroomstoring Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels. Gevaar van elektrische schok Waarschuwing: De interne circuits en de droog- en uithardingsmodules werken op hoogspanning en kunnen ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken. Schakel de printer uit met behulp van de stroomonderbrekers in de verdeelkast van het gebouw voordat u de printer gaat repareren. De printer mag alleen op stopcontacten worden verbonden met de aarde. Ter vermijding van een elektrische schok: • Probeer de droog- of hardingsmodules en het e-cabinet niet uit elkaar te halen, behalve tijdens hardwareonderhoudstaken. Volg in deze gevallen de instructies nauwgezet. • De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen. • Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer. • Test elk jaar de werking van de aardlekschakelaar (zie de onderstaande procedure). Opmerking: Een doorgebrande zekering kan wijzen op een storing van de elektrische circuits in het systeem. Neem contact op met een Service Partner en probeer niet zelf de zekering te vervangen. De werking van de aardlekschakelaar controleren Het wordt aanbevolen de geïntegreerde aardlekschakelaar eenmaal per jaar te testen. De procedure is als volgt: 1. Schakel de ingebouwde computer uit met Uitschakelen-knop van de Internal Print Server (of selecteer in Print Care de opties Printerhulpmiddelen > Voedingsopties > Uitschakelen). Schakel de printer niet uit via de hoofdschakelaar of de stroomonderbrekers. Let op: Het afsluitproces kan even duren. Wacht totdat het groene lampje Voeding ingeschakeld uit is voordat u doorgaat. 2. Nadat de computer is uitgeschakeld, drukt u op de testknop om de werking van de aardlekschakelaar te controleren. • Als de aardlekschakelaar niet uitvalt wanneer u op de testknop drukt, dan geeft dit aan dat deze niet goed werkt. De aardlekschakelaar moet om veiligheidsredenen worden vervangen. Neem contact met uw servicevertegenwoordiger om de aardlekschakelaar te verwijderen en te vervangen. • Als de aardlekschakelaar uitvalt, geeft dit aan dat deze werkt. Stel de aardlekschakelaar in op de normale stand. Brandgevaar De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger als de ingebouwde aardlekschakelaar van de printer herhaaldelijk is geactiveerd. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden: • Gebruik de stroomspanning die op het typeplaatje staat vermeld. • Sluit de netsnoeren aan op de toegewezen lijnen die zijn beveiligd met een stroomonderbreker, zoals in de Handleiding voor plaatsing is beschreven. • Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer. • Mors geen vloeistof op de printer. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat de printer weer wordt gebruikt. • Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten. Gebruik de printer niet in een omgeving met explosiegevaar. • Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet. • Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet aan te passen. • Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het substraat niet wordt overschreden. Raadpleeg de fabrikant indien deze informatie niet beschikbaar is. Laag geen substraten die niet kunnen worden gebruikt bij een werkingstemperatuur boven 125°C. • Laad geen substraten die ontbranden bij temperaturen lager dan 250°C. Zie opmerking hieronder. Geen ontstekingsbronnen in de nabijheid van het substraat. 2 Inleidende informatie

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64

Inleidende informatie
2
Nederlands
De ingebouwde aardlekschakelaar is herhaaldelijk geactiveerd.
De zekeringen zijn doorgebrand.
De printer functioneert niet als normaal.
Er is mechanische schade of schade aan de behuizing.
Schakel in elk van de volgende gevallen de printer uit met behulp van de stroomonderbrekers:
Tijdens onweer
Tijdens een stroomstoring
Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels.
Gevaar van elektrische schok
Waarschuwing: De interne circuits en de droog- en uithardingsmodules werken op hoogspanning en kunnen ernstig
persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken.
Schakel de printer uit met behulp van de stroomonderbrekers in de verdeelkast van het gebouw voordat u de printer gaat
repareren. De printer mag alleen op stopcontacten worden verbonden met de aarde.
Ter vermijding van een elektrische schok:
Probeer de droog- of hardingsmodules en het e-cabinet niet uit elkaar te halen, behalve tijdens
hardwareonderhoudstaken. Volg in deze gevallen de instructies nauwgezet.
De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen.
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
Test elk jaar de werking van de aardlekschakelaar (zie de onderstaande procedure).
Opmerking: Een doorgebrande zekering kan wijzen op een storing van de elektrische circuits in het systeem. Neem
contact op met een Service Partner en probeer niet zelf de zekering te vervangen.
De werking van de aardlekschakelaar controleren
Het wordt aanbevolen de geïntegreerde aardlekschakelaar eenmaal per jaar te testen. De procedure is als volgt:
1.
Schakel de ingebouwde computer uit met
Uitschakelen
-knop van de Internal Print Server (of selecteer in Print Care de
opties
Printerhulpmiddelen
>
Voedingsopties
>
Uitschakelen
). Schakel de printer niet uit via de hoofdschakelaar of
de stroomonderbrekers.
Let op: Het afsluitproces kan even duren. Wacht totdat het groene lampje Voeding ingeschakeld uit is voordat u
doorgaat.
2.
Nadat de computer is uitgeschakeld, drukt u op de testknop om de werking van de aardlekschakelaar te controleren.
Als de aardlekschakelaar niet uitvalt wanneer u op de testknop drukt, dan geeft dit aan dat deze niet goed werkt. De
aardlekschakelaar moet om veiligheidsredenen worden vervangen. Neem contact met uw servicevertegenwoordiger
om de aardlekschakelaar te verwijderen en te vervangen.
Als de aardlekschakelaar uitvalt, geeft dit aan dat deze werkt. Stel de aardlekschakelaar in op de normale stand.
Brandgevaar
De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen. Neem contact op met de
servicevertegenwoordiger als de ingebouwde aardlekschakelaar van de printer herhaaldelijk is geactiveerd. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden:
Gebruik de stroomspanning die op het typeplaatje staat vermeld.
Sluit de netsnoeren aan op de toegewezen lijnen die zijn beveiligd met een stroomonderbreker, zoals in de Handleiding
voor plaatsing is beschreven.
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
Mors geen vloeistof op de printer. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat de printer weer
wordt gebruikt.
Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten. Gebruik de printer niet in een
omgeving met explosiegevaar.
Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet.
Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet aan te passen.
Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het substraat niet wordt overschreden.
Raadpleeg de fabrikant indien deze informatie niet beschikbaar is. Laag geen substraten die niet kunnen worden
gebruikt bij een werkingstemperatuur boven 125°C.
Laad geen substraten die ontbranden bij temperaturen lager dan 250°C. Zie opmerking hieronder. Geen
ontstekingsbronnen in de nabijheid van het substraat.