Kenwood KMM-BT306 Instruction Manual - Page 141

Bellen met gebruik van stemherkenning, Opslaan van een contact in het geheugen, Plaats een oproep

Page 141 highlights

Bluetooth® Bellen met gebruik van stemherkenning 1 Houd even ingedrukt om de stemherkenning van de aangesloten telefoon te activeren. 2 Zeg de naam van een persoon die u wilt bellen of gebruik telefoonfuncties door een stemcommando te geven. • De ondersteunde stemherkenningsfuncties verschillen per telefoon. Zie de gebruiksaanwijzing van de aangesloten telefoon voor details. Opslaan van een contact in het geheugen U kunt maximaal 6 nummers onder de cijfertoetsen (1 tot 6) vastleggen. 1 Druk op om de Bluetooth functie te activeren. 2 Draai de volumeknop om [CALL HISTORY], [PHONE BOOK] of [NUMBER DIAL] te kiezen en druk vervolgens op de knop. 3 Draai de volumeknop om een contact te kiezen of een telefoonnummer in te voeren. Druk nadat een contact is gekozen op de volumeknop om het telefoonnummer te tonen. 4 Houd een van de cijfertoetsen (1 tot 6) even ingedrukt. "STORED" verschijnt wanneer het contact is opgeslagen. Om een contactpersoon uit het vooringestelde geheugen te wissen, selecteert u [NUMBER DIAL] in stap 2, slaat u een blanco nummer op in stap 3 en gaat u verder naar stap 4. Plaats een oproep naar een geregistreerd nummer 1 Druk op om de Bluetooth functie te activeren. 2 Druk op een van de cijfertoetsen (1 tot 6). 3 Druk op de volumeknop om te bellen. "NO MEMORY" verschijnt indien er geen contactpersoon is vastgelegd. Bluetooth functie-instellingen 1 Druk op de volumeknop om [FUNCTION] op te roepen. 2 Draai de volumeknop om een onderdeel te kiezen (zie de volgende tabel), en druk vervolgens op de knop. 3 Herhaal stap 2 totdat het gewenste onderdeel is gekozen/geactiveerd of volg de aanwijzingen voor het geselecteerde onderdeel. 4 Houd even ingedrukt om te voltooien. Druk op om naar het voorgaande instelonderdeel terug te keren. [BT MODE] [PHONE SELECT] [AUDIO SELECT] [DEVICE DELETE] [PIN CODE EDIT] (0000) [RECONNECT] [AUTO PAIRING] Basisinstelling: [XX] Kiezen van de telefoon of het audiotoestel die/dat u wilt verbinden of ontkoppelen. " "verschijnt voor het apparaatnaam wanneer een verbinding is gemaakt. " "verschijnt voor het huidig spelende audio-apparaat. • U kunt maximaal twee Bluetooth-telefoons en één Bluetooth-audiospeler per keer verbinden. 1 Draai de volumeknop om het te wissen apparaat te kiezen en druk vervolgens op de knop. 2 Draai de volumeknop om [YES] of [NO] te kiezen en druk vervolgens op de knop. Verandert de PIN-code (maximaal 6 cijfers). 1 Draai de volumeknop om een nummer te kiezen. 2 Druk op S / T om de invoerpositie te verplaatsen. Herhaal stappen 1 en 2 totdat de gehele PIN-code is ingevoerd. 3 Druk op de volumeknop om te bevestigen. [ON]: Het apparaat wordt automatisch weer verbonden wanneer het laatst verbonden Bluetooth-apparaat zich binnen het bereik voor verbinding bevindt. ; [OFF]: Geannuleerd. [ON]: Het apparaat wordt automatisch gekoppeld met het ondersteunde Bluetooth-apparaat (iPhone/iPod touch) wanneer het wordt aangesloten via de USB-aansluiting. Afhankelijk van het besturingssysteem van het aangesloten apparaat werkt deze functie mogelijk niet. ; [OFF]: Geannuleerd. NEDERLANDS 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164

NEDERLANDS
19
Bluetooth®
Bellen met gebruik van stemherkenning
1
Houd
even ingedrukt om de stemherkenning van de aangesloten
telefoon te activeren.
2
Zeg de naam van een persoon die u wilt bellen of gebruik telefoonfuncties
door een stemcommando te geven.
• De ondersteunde stemherkenningsfuncties verschillen per telefoon. Zie de
gebruiksaanwijzing van de aangesloten telefoon voor details.
Opslaan van een contact in het geheugen
U kunt maximaal 6 nummers onder de cijfertoetsen (1 tot 6) vastleggen.
1
Druk op
om de Bluetooth functie te activeren.
2
Draai de volumeknop om
[CALL HISTORY]
,
[PHONE BOOK]
of
[NUMBER DIAL]
te
kiezen en druk vervolgens op de knop.
3
Draai de volumeknop om een contact te kiezen of een telefoonnummer in
te voeren.
Druk nadat een contact is gekozen op de volumeknop om het
telefoonnummer te tonen.
4
Houd een van de cijfertoetsen (1 tot 6) even ingedrukt.
“STORED” verschijnt wanneer het contact is opgeslagen.
Om een contactpersoon uit het vooringestelde geheugen te wissen, selecteert u
[NUMBER DIAL]
in stap 2, slaat u een blanco nummer op in stap 3 en gaat u verder
naar stap 4.
Plaats een oproep naar een geregistreerd nummer
1
Druk op
om de Bluetooth functie te activeren.
2
Druk op een van de cijfertoetsen (1 tot 6).
3
Druk op de volumeknop om te bellen.
“NO MEMORY” verschijnt indien er geen contactpersoon is vastgelegd.
Bluetooth functie-instellingen
1
Druk op de volumeknop om
[FUNCTION]
op te roepen.
2
Draai de volumeknop om een onderdeel te kiezen (zie de volgende tabel),
en druk vervolgens op de knop.
3
Herhaal stap 2 totdat het gewenste onderdeel is gekozen/geactiveerd of
volg de aanwijzingen voor het geselecteerde onderdeel.
4
Houd
even ingedrukt om te voltooien.
Druk op
om naar het voorgaande instelonderdeel terug te keren.
Basisinstelling:
[XX]
[BT MODE]
[PHONE SELECT]
Kiezen van de telefoon of het audiotoestel die/dat u wilt verbinden of
ontkoppelen.
” verschijnt voor het apparaatnaam wanneer een verbinding is gemaakt.
” verschijnt voor het huidig spelende audio-apparaat.
U kunt maximaal twee Bluetooth-telefoons en één Bluetooth-audiospeler per
keer verbinden.
[AUDIO SELECT]
[DEVICE DELETE]
1
Draai de volumeknop om het te wissen apparaat te kiezen en druk vervolgens
op de knop.
2
Draai de volumeknop om
[YES]
of
[NO]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop.
[PIN CODE EDIT]
(0000)
Verandert de PIN-code (maximaal 6 cijfers).
1
Draai de volumeknop om een nummer te kiezen.
2
Druk op
S
/
T
om de invoerpositie te verplaatsen.
Herhaal stappen 1 en 2 totdat de gehele PIN-code is ingevoerd.
3
Druk op de volumeknop om te bevestigen.
[RECONNECT]
[ON]
: Het apparaat wordt automatisch weer verbonden wanneer het laatst
verbonden Bluetooth-apparaat zich binnen het bereik voor verbinding bevindt. ;
[OFF]
: Geannuleerd.
[AUTO PAIRING]
[ON]
: Het apparaat wordt automatisch gekoppeld met het ondersteunde
Bluetooth-apparaat (iPhone/iPod touch) wanneer het wordt aangesloten via
de USB-aansluiting. Afhankelijk van het besturingssysteem van het aangesloten
apparaat werkt deze functie mogelijk niet. ;
[OFF]
: Geannuleerd.