Lenovo PC 300 Quick Reference Guide PC300 2169 (Dutch) - Page 20
De oorzaak van hardwareproblemen opsporen, Systeem, hulpprogramma, Diagnose
View all Lenovo PC 300 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 20 highlights
6. Mogelijk kunt u uit meerdere besturingssystemen kiezen. Kies het besturingssysteem dat u wilt installeren. Anders kiest u de reeds geselecteerde optie. 7. Kies de gewenste hersteloptie en volg de instructies op het scherm. 8. Als het herstelproces voltooid is, sluit u het programma af. Verwijder zo nodig de CD uit het CD-ROM-station of uit het DVD-ROM-station. 9. Zet de computer uit of start hem opnieuw op. De oorzaak van hardwareproblemen opsporen Als het herstellen van de instellingen met ConfigSafe of het opnieuw installeren van het besturingssysteem of stuurprogramma's het probleem niet verhelpen, kunt u het programma IBM Enhanced Diagnostics uitproberen. Dit programma helpt u bij het opsporen van de oorzaak van problemen met de hardware; het kan los van het besturingssysteem worden uitgevoerd. Het programma IBM Enhanced Diagnostics is een optie in het menu van het Herstelprogramma op de verborgen partitie. Als u het programma Enhanced Diagnostics uitvoert vanaf de Herstel-CD of de CD Device Drivers and Diagnostics CD, controleert u eerst of het eerste station in de primaire opstartvolgorde het CD-ROM- of DVD-ROM-station is. U start het programma IBM Enhanced Diagnostics als volgt: 1. Als u een CD hebt, plaatst u die in het CD-ROM- of DVD-ROM-station. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit. Als u geen CD hebt, gaat u naar stap 2. 2. Zet de computer aan. Wacht op de aanwijzing Druk op F11 om het Herstelprogramma te starten en druk snel op F11. De aanwijzing blijft slechts gedurende een paar seconden op het scherm. 3. Kies in het menu van het Herstelprogramma de optie Systeemhulpprogramma's. 4. Kies in het menu Systeemhulpprogramma's de optie Diagnose. Het programma IBM Enhanced Diagnostics wordt gestart. 5. Als u klaar bent met het uitvoeren van het diagnoseprogramma, verwijdert u de CD uit het CD-ROM- of DVD-ROM-station. 6. Zet de computer uit. 7. Als u de primaire opstartvolgorde hebt aangepast, herstelt u nu de oorspronkelijke opstartvolgorde weer. Doe dit aan de hand van de instructies in het volgende gedeelte. 10 Naslagboekje