Lenovo ThinkCentre M70z Dutch (User guide) - Page 30

Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden, Beheerderswachtwoord (Administrator password)

Page 30 highlights

Om de computer te kunnen gebruiken, is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik van wachtwoorden vergroot echter wel de veiligheid van het werken met de computer. Als u besluit een wachtwoord in te stellen, lees dan de volgende paragrafen. Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Omwille van de veiligheid verdient het aanbeveling om een sterk wachtwoord te gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden geraden. U stelt als volgt een sterk wachtwoord in: Opmerking: Wachtwoorden in het programma Setup Utility zijn niet hoofdlettergevoelig. • Ze zijn minstens acht tekens lang • Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer • Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam • Ze vormen geen bekend woord of bekende naam • Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden Beheerderswachtwoord (Administrator password) Met de optie Set Administrator Password kunt u een beheerderswachtwoord instellen. Dit voorkomt dat niet-gemachtigde gebruikers wijzigingen aanbrengen in de configuratie-instellingen. Als u verantwoordelijk bent voor de instellingen van meerdere computers, is het verstandig met een beheerderswachtwoord te werken. Meer informatie over het instellen van een wachtwoord vindt u in "Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen" op pagina 22. Nadat u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma Setup Utility wilt starten een wachtwoordprompt. Het programma Setup Utility kan pas worden gebruikt nadat u het juiste beheerderswachtwoord hebt opgegeven. Indien u zowel een gebruikerswachtwoord als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u elk van beide wachtwoorden opgeven om met de computer te gaan werken. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven. Systeemwachtwoord Nadat u met de optie Set Power-On Password een systeemwachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u de computer aanzet een wachtwoordaanwijzing. U kunt de computer pas gebruiken als het juiste wachtwoord is opgegeven. Raadpleeg "Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen" op pagina 22 voor meer informatie over het instellen van wachtwoorden. Wachtwoord voor vaste schijf Met de optie Hard Disk Password kunt u een vaste-schijfwachtwoord instellen, waarmee u voorkomt dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op de vaste schijf. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd dat wachtwoord op te geven. Meer informatie over het instellen van een vaste-schijfwachtwoord vindt u in "Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen" op pagina 22. Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen In dit gedeelte vindt u instructies voor het instellen, wijzigen of verwijderen van een wachtwoord. U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen: 1. Start het programma Setup. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 21. 22 ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50

Om de computer te kunnen gebruiken, is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik
van wachtwoorden vergroot echter wel de veiligheid van het werken met de computer. Als u besluit een
wachtwoord in te stellen, lees dan de volgende paragrafen.
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden
U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Omwille van de
veiligheid verdient het aanbeveling om een sterk wachtwoord te gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden
geraden. U stelt als volgt een sterk wachtwoord in:
Opmerking:
Wachtwoorden in het programma Setup Utility zijn niet hoofdlettergevoelig.
Ze zijn minstens acht tekens lang
Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer
Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden
Beheerderswachtwoord (Administrator password)
Met de optie
Set Administrator Password
kunt u een beheerderswachtwoord instellen. Dit voorkomt dat
niet-gemachtigde gebruikers wijzigingen aanbrengen in de configuratie-instellingen. Als u verantwoordelijk
bent voor de instellingen van meerdere computers, is het verstandig met een beheerderswachtwoord te
werken. Meer informatie over het instellen van een wachtwoord vindt u in “Een wachtwoord instellen,
wijzigen of wissen” op pagina 22.
Nadat u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma Setup
Utility wilt starten een wachtwoordprompt. Het programma Setup Utility kan pas worden gebruikt nadat u
het juiste beheerderswachtwoord hebt opgegeven.
Indien u zowel een gebruikerswachtwoord als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u elk van
beide wachtwoorden opgeven om met de computer te gaan werken. Als u echter van plan bent uw
configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven.
Systeemwachtwoord
Nadat u met de optie
Set Power-On Password
een systeemwachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er iedere
keer dat u de computer aanzet een wachtwoordaanwijzing. U kunt de computer pas gebruiken als het juiste
wachtwoord is opgegeven. Raadpleeg “Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen” op pagina 22 voor
meer informatie over het instellen van wachtwoorden.
Wachtwoord voor vaste schijf
Met de optie
Hard Disk Password
kunt u een vaste-schijfwachtwoord instellen, waarmee u voorkomt dat er
onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op de vaste schijf. Als er een vaste-schijfwachtwoord is
ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd dat wachtwoord op te geven. Meer informatie over het instellen
van een vaste-schijfwachtwoord vindt u in “Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen” op pagina 22.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het instellen, wijzigen of verwijderen van een wachtwoord.
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
1.
Start het programma Setup. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 21.
22
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker