Lenovo ThinkPad X230i (Dutch) User Guide - Page 167

Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten, Problemen met het beeldscherm van de computer

Page 167 highlights

1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. Verander de weergave van het Configuratiescherm van Categorie in Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen. 2. Klik op Toetsenbord. 3. Selecteer de tab Hardware. Controleer in het paneel Apparaateigenschappen of dit bericht: "Apparaatstatus: Dit apparaat werkt correct." wordt weergegeven. Als de toetsen op het toetsenbord het nog steeds niet doen, laat de computer dan nakijken. • Probleem: Alle of enkele toetsen van het externe numerieke toetsenblok werken niet. Oplossing: Controleer of het externe numerieke toetsenblok goed is aangesloten op de computer. Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten In deze sectie komen de algemeenste problemen met weergave- en multimedia-apparaten aan bod, namelijk het computerscherm, de externe monitor, audio en het optische station. Lees deze onderwerpen voor meer informatie. Problemen met het beeldscherm van de computer • Probleem: Er verschijnt niets op het scherm. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: - Met Fn+F7 kunt u het beeld op het LCD-scherm herstellen. Opmerking: Als u de toetscombinatie Fn+F7 gebruikt voor het activeren van een presentatieschema, druk dan binnen drie seconden ten minste driemaal op Fn+F7 om het beeld op het computerscherm te herstellen. - Als u de wisselstroomadapter of de batterij gebruikt en het batterijlampje groen brandt, drukt u op Fn+F9 om het scherm helderder te maken. - Als het lampje van de sluimerstand groen brandt, drukt u op de Fn-toets om de normale werkstand vanuit de sluimerstand te hervatten. - Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande probleem. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd. Oplossing: Controleer of: - Het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd. - De schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld. - Het beeldschermtype goed is ingesteld. U kunt deze instellingen als volgt controleren: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren. 2. Klik aan de linkerkant op Beeldscherm. 3. Kies Beeldscherminstellingen wijzigen. Controleer of de schermresolutie goed is ingesteld. 4. Klik op Geavanceerde instellingen. 5. Klik op de tab Adapter. 6. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster van de adapter wordt weergegeven. Opmerking: De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer is geïnstalleerd. Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen 151

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196

1. Klik op
Start
Configuratiescherm
. Verander de weergave van het Configuratiescherm van
Categorie in Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen.
2. Klik op
Toetsenbord
.
3. Selecteer de tab
Hardware
. Controleer in het paneel Apparaateigenschappen of dit bericht:
“Apparaatstatus: Dit apparaat werkt correct.” wordt weergegeven.
Als de toetsen op het toetsenbord het nog steeds niet doen, laat de computer dan nakijken.
Probleem
: Alle of enkele toetsen van het externe numerieke toetsenblok werken niet.
Oplossing
: Controleer of het externe numerieke toetsenblok goed is aangesloten op de computer.
Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten
In deze sectie komen de algemeenste problemen met weergave- en multimedia-apparaten aan bod,
namelijk het computerscherm, de externe monitor, audio en het optische station. Lees deze onderwerpen
voor meer informatie.
Problemen met het beeldscherm van de computer
Probleem
: Er verschijnt niets op het scherm.
Oplossing
: Voer de volgende handelingen uit:
Met Fn+F7 kunt u het beeld op het LCD-scherm herstellen.
Opmerking:
Als u de toetscombinatie Fn+F7 gebruikt voor het activeren van een presentatieschema,
druk dan binnen drie seconden ten minste driemaal op Fn+F7 om het beeld op het computerscherm te
herstellen.
Als u de wisselstroomadapter of de batterij gebruikt en het batterijlampje groen brandt, drukt u op
Fn+F9 om het scherm helderder te maken.
Als het lampje van de sluimerstand groen brandt, drukt u op de Fn-toets om de normale werkstand
vanuit de sluimerstand te hervatten.
Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande
probleem.
Probleem
: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing
: Controleer of:
Het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd.
De schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld.
Het beeldschermtype goed is ingesteld.
U kunt deze instellingen als volgt controleren:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Personaliseren
.
2. Klik aan de linkerkant op
Beeldscherm
.
3. Kies
Beeldscherminstellingen wijzigen
. Controleer of de schermresolutie goed is ingesteld.
4. Klik op
Geavanceerde instellingen
.
5. Klik op de tab
Adapter
.
6. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster van de adapter wordt weergegeven.
Opmerking:
De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer
is geïnstalleerd.
Hoofdstuk 10
.
Computerproblemen oplossen
151