Metabo SB 18 LTX BL Quick Operating Instructions 6 - Page 20

Overzicht, Gebruik

Page 20 highlights

nl NEDERLANDS Verklaring symbolen: Bewegingsrichting Langzaam Snel Eerste versnelling Tweede versnelling Schroeven Boren Zonder draaimomentbegrenzing Slagboren Nm Draaimoment 6. Overzicht Afb. A 1 Snelspan-boorhouder 2 Extra handgreep 3 Schakelschuif (boren, slagboren) * 4 Schakelschuif (1e/2e versnelling) 5 Toets (wisseling tussen „max. draaimoment" en de bij de stelknop (13) ingestelde functie) * 6 Draairichtingsschakelaar (instelling van de draairichting, transportbeveiliging) - aan beide kanten van de machine 7 Bit-opslag * 8 Riemhaak * 9 Toets voor ontgrendeling van het accupack 10 Toets voor de indicatie van de capaciteit 11 Capaciteits- en signaalindicatie 12 Accupack 13 Stelknop (impulsgenerator, draaimomentbegrenzing, evt. „max. draaimoment") * 14 LED-lampje 15 Drukschakelaar *afhankelijk van de uitvoering 7. Gebruik 7.1 Accupack, capaciteits- en signaalindica- tie Afb. B Het accupack voor gebruik opladen. Laad het accupack bij vermogensverlies weer op. De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en 30°C. 7.2 Accupack uitnemen, inbrengen Afb. C 7.3 Draairichting, transportbeveiliging (inschakelblokkering) instellen Afb. D 7.5 Boren, slagboren instellen Schakelschuif (3) bedienen. Afb. A 7.6 Draaimomentbegrenzing, maximaal draaimoment, impulsgenerator instellen Niet gedurende langere tijd met ingeschakelde impulsgenerator werken! (De motor kan oververhit raken.) Machines met de aanduiding ...18 LTX BL Quick...: Afb. F Draai aan de stelknop (13) om de impulsgenerator in te schakelen (toets (5) knippert) of de draaimomentbegrenzing in te schakelen (toets (5) is continu verlicht) Druk voor maximaal draaimoment (boorstand) op toets (5) (toets (5) is niet verlicht). Om de instellingen van de stelknop weer te activeren: toets (5) opnieuw indrukken of aan de stelknop draaien. Machines met de aanduiding ...18 LTX Impuls/ Quick, ...18 LTX BL Impuls: Afb. G Bij de stelknop (13) de gewenste modus instellen: 1...10 = draaimomentbegrenzing Boor = maximaal draaimoment Impuls = impulsgenerator 7.7 In-/uitschakelen, toerental instellen Afb. A Inschakelen, toerental: drukschakelaar (15) indrukken. Het toerental kan met de drukschakelaar worden veranderd. Uitschakelen: drukschakelaar (15) loslaten. Opmerking: Het geluid dat bij het uitschakelen van de machine optreedt, is afhankelijk van de constructie (snelstop) en heeft geen invloed op het functioneren en de levensduur van de machine. 7.8 Snelspan-boorhouder Afb. H Bij een zachte gereedschapschacht moet eventueel na een korte boortijd worden nagespannen. Aanwijzing voor machines met aanduiding SB...: 1. Het geratel dat eventueel hoorbaar is bij het openen van de boorhouder (afhankelijk van het gebruik), wordt verholpen door de huls in tegengestelde richting te draaien. 2. Inzetgereedschap spannen: Huls in richting "GRIP, ZU" draaien, tot de merkbare mechanische weerstand overwonnen is. Let op! Het gereedschap is nu nog niet gespannen! Met kracht verder draaien (hierbij moet een "klik" hoorbaar zijn ), tot verder draaien niet meer mogelijk is - pas dan is het gereedschap veilig gespannen. Reinigen: De machine af en toe verticaal naar beneden houden en de huls volledig in de richting „GRIP, ZU" draaien en vervolgens volledig in de richting „AUF, RELEASE" 7.4 Versnellingsstand kiezen Afb. E Schakelschuif (4) alleen bij stilstand van de 20 motor bedienen!

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68

NEDERLANDS
nl
20
Verklaring symbolen:
Bewegingsrichting
Langzaam
Snel
Eerste versnelling
Tweede versnelling
Schroeven
Boren
Zonder draaimomentbegrenzing
Slagboren
Draaimoment
Afb. A
1
Snelspan-boorhouder
2
Extra handgreep
3
Schakelschuif (boren, slagboren) *
4
S
chakelschuif (1e/2e versnelling)
5
Toets (wisseling tussen „max. draaimoment“ en de
bij de stelknop (13) ingestelde functie) *
6
Draairichtingsschakelaar (instelling van de
draairichting, transportbeveiliging) - aan beide
kanten van de machine
7
Bit-opslag *
8
Riemhaak *
9
T
oets voor ontgrendeling van het accupack
10
Toets voor de indicatie van de capaciteit
11
Capaciteits- en signaalindicatie
12
Accupack
13
Stelknop (impulsgenerator, draaimomentbe-
grenzing, evt.
„max. draaimoment“) *
14
LED-lampje
15
Drukschakelaar
*afhankelijk van de uitvoering
7.1
Accupack, capaciteits- en signaalindica-
tie
Afb. B
Het accupack voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
30°C.
7.2
Accupack uitnemen, inbrengen
Afb. C
7.3
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Afb. D
7.4
Versnellingsstand kiezen
Afb. E
Schakelschuif (4) alleen bij stilstand van de
motor bedienen!
7.5
Boren, slagboren
instellen
Afb. A
Schakelschuif (3) bedienen.
7.6
Draaimomentbegrenzing, maximaal
draaimoment, impulsgenerator instellen
Niet gedurende langere tijd met ingescha-
kelde impulsgenerator werken! (De motor kan
oververhit raken.)
Machines met de aanduiding ...18 LTX
BL Quick
...:
Afb. F
Draai aan de stelknop (13) om de
impulsgene-
rator
in te schakelen (toets (5) knippert) of de
draaimomentbegrenzing
in te schakelen (toets
(5) is continu verlicht)
Druk voor
maximaal draaimoment
(boorstand) op
toets (5) (toets (5) is niet verlicht). Om de instel-
lingen van de stelknop weer te activeren: toets (5)
opnieuw indrukken of aan de stelknop draaien.
Machines met de aanduiding ...18 LTX
Impuls/
Quick,
...18 LTX
BL Impuls
:
Afb. G
Bij de stelknop (13) de gewenste modus instellen:
1...10
=
draaimomentbegrenzing
Boor
=
maximaal draaimoment
Impuls =
impulsgenerator
7.7
In-/uitschakelen, toerental instellen
Afb. A
Inschakelen, toerental:
drukschakelaar (15)
indrukken. Het toerental kan met de drukscha-
kelaar worden veranderd.
Uitschakelen:
drukschakelaar (15) loslaten.
Opmerking:
Het geluid dat bij het uitschakelen
van de machine optreedt, is afhankelijk van de
constructie (snelstop) en heeft geen invloed op
het functioneren en de levensduur van de
machine.
7.8
Snelspan-boorhouder
Afb. H
Bij een zachte gereedschapschacht moet even-
tueel na een korte boortijd worden nagespannen.
Aanwijzing voor
machines met aanduiding SB...
:
1.
Het geratel dat eventueel hoorbaar is bij het
openen van de boorhouder (afhankelijk van het
gebruik), wordt verholpen door de huls in tegen-
gestelde richting te draaien.
2.
Inzetgereedschap spannen:
Huls in richting "GRIP, ZU" draaien, tot de merk-
bare mechanische weerstand overwonnen is.
Let op! Het gereedschap is nu nog niet
gespannen!
Met kracht verder draaien (
hierbij
moet een "klik" hoorbaar zijn
), tot verder
draaien niet meer mogelijk is -
pas dan
is het
gereedschap
veilig
gespannen.
Reinigen:
De machine af en toe verticaal naar
beneden houden en de huls volledig in de
richting „GRIP, ZU“ draaien en vervolgens
volledig in de richting „AUF, RELEASE“
6.
Overzicht
7.
Gebruik
Nm