Nikon 2159 User Manual - Page 75
Scherpstellen, zoomen en scherptediepte, De diafragma instellen, Variabele maximale diafragma's,
View all Nikon 2159 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 75 highlights
■ Scherpstellen, zoomen en scherptediepte Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring 5 om de brandpuntsafstand aan te passen tot de gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera is uitgerust met een knop of hendel voor een scherptedieptevoorbeeld (stop-down), kunt u een voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de zoeker van de camera. • Dit objectief is uitgerust met het Nikon Internal Focusing-systeem (IF). Naarmate de opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af. • De afstandschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn te worden gebruikt. Bij het fotograferen van verafgelegen landschappen, kan de scherptediepte de bediening beïnvloeden zodat de camera scherpstelt op een positie dichter dan oneindig. • Wanneer de schakelaar voor zoomvergrendeling g ingesteld is op de stand LOCK bij een brandpuntsafstand van 18mm, is de zoomring vergrendeld. Vergrendel tijdens het dragen van de camera de zoomring om te verhinderen dat het objectief verlengt door zijn eigen gewicht. ■ De diafragma instellen Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen. ■ Variabele maximale diafragma's Wanneer u het objectief zoomt van 18mm naar 200mm, vermindert het maximale diafragma met 1 1/3 stop. Het is echter niet nodig de instellingen van het diafragma aan te passen om een juiste belichting te verkrijgen, omdat de camera deze variabele automatisch compenseert. ■ Scherpstellen (fig. A) Stel de scherpstelfunctieschakelaar van de camera in overeenkomstig de volgende tabel. Camera's scherpstelling stand Scherpstelstand van objectief M/A M AF (A/S/C) Autofocus handmatige aanpassing Handmatige scherpstelling (hulpverlichting is beschikbaar.) MF Handmatige scherpstelling (hulpverlichting is beschikbaar.) Raadpleeg de Gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie over de scherpstelmodi van de camera. Autofocus handmatige aanpassing (M/A-stand) Nl 1 Stel de scherpstelmodusschakelaar d in op M/A. 2 Autofocus is ingeschakeld, maar u kunt dit opheffen door de aparte scherpstelring 0 te draaien terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt of door te drukken op de AF-ON-knop op fototoestellen die hiermee zijn uitgerust. 3 Druk de ontspanknop of de AF-ON-knop opnieuw half in om de handmatige scherpstelling te annuleren en autofocus te hernemen. Goede resultaten behalen met autofocus Zie "Opmerkingen bij het gebruik van groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven" (P. 81). 75