Nikon 2159 User Manual - Page 81

Opmerkingen bij het gebruik van groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven

Page 81 highlights

■ Opmerkingen bij het gebruik van groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven In de volgende situaties is het mogelijk dat de autofocus niet werkt zoals verwacht bij het fotograferen met groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven. D Een persoon die voor een verafgelegen achtergrond staat 1. Wanneer het hoofdonderwerp binnen de scherpstelhaakjes relatief klein is Wanneer een persoon die voor een verafgelegen achtergrond staat binnen de scherpstelhaakjes wordt geplaatst zoals weergegeven in fig. D, is het mogelijk dat er wordt scherpgesteld op de achtergrond terwijl het onderwerp wazig blijft. E Een bloemenveld 2. Wanneer het hoofdonderwerp een complex patroon heeft Wanneer het onderwerp een complex patroon of weinig contrast heeft, bv. een bloemenveld zoals weergegeven in fig. E, kan het moeilijk zijn om Nl scherp te stellen met autofocus. Oplossing voor dergelijke situaties (1) Stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt, activeer de scherpstelvergrendeling, pas de kadrering aan en maak de foto. (2) Stel de scherpstelstand van de camera in op handmatige scherpstelling en stel handmatig scherp op het onderwerp. Zie "Goede resultaten behalen met autofocus" in de Gebruikshandleiding van de camera. 81

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148

81
Nl
Opmerkingen bij het gebruik van groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven
In de volgende situaties is het mogelijk dat de autofocus niet werkt zoals verwacht bij het fotograferen met
groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven.
1.
Wanneer het hoofdonderwerp binnen de
scherpstelhaakjes relatief klein is
Wanneer een persoon die voor een verafgelegen
achtergrond staat binnen de scherpstelhaakjes
wordt geplaatst zoals weergegeven in fig. D, is het
mogelijk dat er wordt scherpgesteld op de
achtergrond terwijl het onderwerp wazig blijft.
2.
Wanneer het hoofdonderwerp een
complex patroon heeft
Wanneer het onderwerp een complex patroon of
weinig contrast heeft, bv. een bloemenveld zoals
weergegeven in fig. E, kan het moeilijk zijn om
scherp te stellen met autofocus.
Oplossing voor dergelijke situaties
(1)
Stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt, activeer de
scherpstelvergrendeling, pas de kadrering aan en
maak de foto.
(2)
Stel de scherpstelstand van de camera in op
handmatige scherpstelling en stel handmatig
scherp op het onderwerp.
Zie “Goede resultaten behalen met autofocus” in de
Gebruikshandleiding
van de camera.
D
Een persoon die voor een
verafgelegen achtergrond staat
E
Een bloemenveld