Kenwood NX-3820 User Manual 1 - Page 76

Basisbediening

Page 76 highlights

BASISBEDIENING AAN/UITSCHAKELEN Druk op [ ] om de zendontvanger in te schakelen. Druk nogmaals op [ ] om de zendontvanger uit te schakelen. VOLUME INSTELLEN Druk op de knop geprogrammeerd als [Volume omhoog] om het volume te verhogen. Druk op de knop geprogrammeerd als [Volume omlaag] om het volume te verlagen. ZONE EN KANAAL SELECTEREN Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal met behulp van de knoppen geprogrammeerd als [Zone omhoog]/ [Zone omlaag] en [Kanaal omhoog]/ [Kanaal omlaag]. ● De zendontvanger heeft mogelijk geprogrammeerde namen voor zones en kanalen. De zonenaam en kanaalnaam kunnen maximaal 14 tekens hebben. Bij het kiezen van een zone verschijnt de zonenaam boven de kanaalnaam. ● Wanneer door de handelaar geprogrammeerd, geeft de zendontvanger de zone- en kanaalnummers aan bij het veranderen. ZENDEN 1 Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal. 2 Druk op de PTT-schakelaar en spreek in de microfoon. Laat de PTT-schakelaar los voor ontvangst. ● De LED-indicator licht rood op tijdens het zenden en groen bij het ontvangen van een signaal. Deze indicator kan door uw handelaar worden uitgeschakeld. ● Voor de beste geluidskwaliteit bij de de ontvangende zender, moet u de microfoon ongeveer 3 tot 4 cm van uw mond houden. ONTVANGEN Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal. Als signalering is geprogrammeerd op het kanaal, hoort u alleen een oproep als het ontvangen signaal overeenkomt met de instellingen van uw zendontvanger. N-12

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116

BASISBEDIENING
AAN/UITSCHAKELEN
Druk op
[
]
om de zendontvanger in te schakelen.
Druk nogmaals op
[
]
om de zendontvanger uit te schakelen.
VOLUME INSTELLEN
Druk op de knop geprogrammeerd als
[Volume omhoog]
om het volume te
verhogen. Druk op de knop geprogrammeerd als
[Volume omlaag]
om het volume
te verlagen.
ZONE EN KANAAL SELECTEREN
Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal met behulp van de knoppen
geprogrammeerd als
[Zone omhoog]
/
[Zone omlaag]
en
[Kanaal omhoog]
/
[Kanaal omlaag]
.
De zendontvanger heeft mogelijk geprogrammeerde namen voor zones en kanalen. De
zonenaam en kanaalnaam kunnen maximaal 14 tekens hebben. Bij het kiezen van een
zone verschijnt de zonenaam boven de kanaalnaam.
Wanneer door de handelaar geprogrammeerd, geeft de zendontvanger de zone- en
kanaalnummers aan bij het veranderen.
ZENDEN
1
Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal.
2
Druk op de
PTT
-schakelaar en spreek in de microfoon. Laat de
PTT
-schakelaar
los voor ontvangst.
De LED-indicator licht rood op tijdens het zenden en groen bij het ontvangen van een
signaal. Deze indicator kan door uw handelaar worden uitgeschakeld.
Voor de beste geluidskwaliteit bij de de ontvangende zender, moet u de microfoon
ongeveer 3 tot 4 cm van uw mond houden.
ONTVANGEN
Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal. Als signalering is
geprogrammeerd op het kanaal, hoort u alleen een oproep als het ontvangen signaal
overeenkomt met de instellingen van uw zendontvanger.
N-12