Lenovo ThinkPad Edge E135 (Dutch) User Guide - Page 37

Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken, Power Management-stuurprogramma

Page 37 highlights

U kunt de helderheid van het beeldscherm tijdelijk wijzigen door op een van de twee toetsen te drukken. Wanneer u op F7 drukt, wordt de helderheid van het computerscherm verlaagd. Wanneer u op F8 drukt, wordt de helderheid van het computerscherm verhoogd. Om het standaardhelderheidsniveau te wijzigen kunt u het Power Manager-programma gebruiken of gaat u naar Configuratiescherm ➙ Prestaties en onderhoud ➙ Voedingsopties om de wijzigingen naar wens door te voeren. Toets voor de draadloze radio's (F9) Druk op deze knop om de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of uitschakelen. Wanneer u op deze toets drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld. U kunt de status van elke functie op de lijst snel wijzigen. Opmerkingen: Als u deze toets wilt gebruiken om de functies voor draadloze communicatie in of uit te schakelen, moeten de volgende stuurprogramma's op de computer zijn geïnstalleerd: • Power Management-stuurprogramma • Display Utility op het scherm • Wireless-stuurprogramma's Raadpleeg "Draadloze verbindingen" op pagina 30 voor uitgebreide informatie over de functies voor draadloze communicatie. Multimediaregelaars F10: Vorig nummer/vorige scène F11: Afspelen of pauzeren F12: Volgend nummer/volgende scène Overige functies Fn+B: Heeft dezelfde functie als de toets Break. Fn+P: Heeft dezelfde functie als de toets Pause. Fn+S: Heeft dezelfde functie als de toets SysRq. Fn+K: Heeft dezelfde functie als de toets ScrLK. Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken Uw computer wordt geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. Het UltraNav-aanwijsapparaat bestaat uit een TrackPoint-aanwijsapparaat en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen. • Stel zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de touchpad in als aanwijsapparaat. Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van het TrackPoint-aanwijsapparaat en de touchpad gebruiken. • Stel het TrackPoint-aanwijsapparaat in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer. • Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en het TrackPoint-aanwijsapparaat uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van het TrackPoint-aanwijsapparaat beperkt tot bladeren en de vergrootglasfuncties. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162

U kunt de helderheid van het beeldscherm tijdelijk wijzigen door op een van de twee toetsen te drukken.
Wanneer u op F7 drukt, wordt de helderheid van het computerscherm verlaagd. Wanneer u op F8 drukt,
wordt de helderheid van het computerscherm verhoogd.
Om het standaardhelderheidsniveau te wijzigen kunt u het Power Manager-programma gebruiken of gaat
u naar
Configuratiescherm
Prestaties en onderhoud
Voedingsopties
om de wijzigingen naar
wens door te voeren.
Toets voor de draadloze radio's (F9)
Druk op deze knop om de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of uitschakelen. Wanneer u op
deze toets drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld. U kunt de status
van elke functie op de lijst snel wijzigen.
Opmerkingen:
Als u deze toets wilt gebruiken om de functies voor draadloze communicatie in of uit te
schakelen, moeten de volgende stuurprogramma's op de computer zijn geïnstalleerd:
Power Management-stuurprogramma
Display Utility op het scherm
Wireless-stuurprogramma's
Raadpleeg “Draadloze verbindingen” op pagina 30 voor uitgebreide informatie over de functies voor
draadloze communicatie.
Multimediaregelaars
F10
: Vorig nummer/vorige scène
F11
: Afspelen of pauzeren
F12
: Volgend nummer/volgende scène
Overige functies
Fn+B
: Heeft dezelfde functie als de toets Break.
Fn+P
: Heeft dezelfde functie als de toets Pause.
Fn+S
: Heeft dezelfde functie als de toets SysRq.
Fn+K
: Heeft dezelfde functie als de toets ScrLK.
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken
Uw computer wordt geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. Het UltraNav-aanwijsapparaat bestaat uit
een TrackPoint-aanwijsapparaat en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide
functies. U kunt beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen.
Stel zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de touchpad in als aanwijsapparaat.
Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van het TrackPoint-aanwijsapparaat
en de touchpad gebruiken.
Stel het TrackPoint-aanwijsapparaat in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend
voor uitgebreide functies.
Met deze instelling kunt u het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide
functies en is het gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer.
Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en het TrackPoint-aanwijsapparaat uitsluitend
voor uitgebreide functies.
Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het
gebruik van het TrackPoint-aanwijsapparaat beperkt tot bladeren en de vergrootglasfuncties.
Hoofdstuk 2
.
De computer gebruiken
21