ProForm 325 Cse Elliptical Dutch Manual - Page 18

Hoe De Handmatige Instelling Te

Page 18 highlights

HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN 1. Het bedieningspaneel aanzetten. Begin met trappen of druk op een toets op het bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te zetten. Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de display aangaan en is het bedieningspaneel klaar voor gebruik. 2. Kies de handmatige instelling. Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de handmatige instelling automatisch gekozen worden. U kunt, als u een oefening gekozen heeft, de handmatige instelling opnieuw kiezen door op de Manual Control (handmatige bediening) toets te drukken. 3. Uw gewicht invoeren. Druk op de toenameen afnametoetsen Wt (gewicht) om uw gewicht in te voeren. Let op: Het bedieningspaneel gebruikt uw gewicht om een geschat vermogen en verbrande calorieën te berekenen. Als u uw gewicht niet invoert, zal het bedieningspaneel een standaard waarde gebrui­ ken voor het berekenen van het vermogen en de verbrande calorieën. 4. Verander desgewenst de weerstand van de pedalen. Begin te fietsen om de handmatige instelling te starten. U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het trappen aanpassen. Om de weerstand te wijzigen, drukt u op een van de genummerde toetsen Quick Resistance (snelle weerstand) of drukt u op de toename- en afnametoetsen Silent Magnetic Resistance (stille magnetische weerstand). Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer­ standsniveau hebben bereikt. 5. Gebruik desgewenst intervaltraining. Als u fiets kunt u desgewenst afwisselen tussen lage intensiteit intervallen (herstel) en hoge intensi­ teit intervallen (werken). Voor het creëren van een herstelinterval, dient u eerste de weerstand van de pedalen af te stellen op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets Recovery (herstel) ingedrukt tot u twee geluidjes hoort om de intervalinstelling op te slaan. Voor het creëren van een werkinterval, dient u eerste de weerstand van de pedalen af te stellen op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets Work (werk) ingedrukt tot u twee geluidjes hoort om de intervalinstelling op te slaan. Druk desgewenst tijdens het oefenen op de toetsen Recovery en Work om af te wisselen tussen de opgeslagen intervalinstellingen. De weerstand van de pedalen zal automatisch afstellen op het niveau dat u heeft opgeslagen als u op een toets drukt. Herhaal deze stap simpelweg om de intervalin­ stellingen op enig moment tijdens uw oefening te wijzigen. 6. Volg uw vooruitgang met de krachtring en stel desgewenst een vermogendoel in. De krachtring biedt een visuele representatie van uw vermogen in watt per kilogram lichaamsgewicht. Naarmate uw ver­ mogen toeneemt of afneemt, zal een ononderbroken balkje verschijnen of verdwijnen in de krachtring. Ononderbroken Balk 18

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32

18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1.
Het bedieningspaneel aanzetten.
Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de
display aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2.
Kies de handmatige instelling.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal
de handmatige instelling automatisch gekozen
worden.
U kunt, als u een oefening gekozen heeft, de
handmatige instelling opnieuw kiezen door op de
Manual Control (handmatige bediening) toets te
drukken.
3.
Uw gewicht invoeren.
Druk op de toename-
en afnametoetsen Wt
(gewicht) om uw gewicht
in te voeren.
Let op: Het bedieningspaneel gebruikt uw gewicht
om een geschat vermogen en verbrande calorieën
te berekenen. Als u uw gewicht niet invoert, zal het
bedieningspaneel een standaard waarde gebrui-
ken voor het berekenen van het vermogen en de
verbrande calorieën.
4.
Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
Begin te fietsen om de handmatige instelling te
starten.
U kunt de weerstand
van de pedalen tijdens
het trappen aanpassen.
Om de weerstand te
wijzigen, drukt u op een
van de genummerde
toetsen Quick Resistance (snelle weerstand)
of drukt u op de toename- en afnametoetsen
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand).
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer-
standsniveau hebben bereikt.
5.
Gebruik desgewenst intervaltraining.
Als u fiets kunt u desgewenst afwisselen tussen
lage intensiteit intervallen (herstel) en hoge intensi-
teit intervallen (werken).
Voor het creëren van een herstelinterval, dient u
eerste de weerstand van de pedalen af te stellen
op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets
Recovery (herstel) ingedrukt tot u twee geluidjes
hoort om de intervalinstelling op te slaan.
Voor het creëren van een werkinterval, dient u
eerste de weerstand van de pedalen af te stellen
op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets
Work (werk) ingedrukt tot u twee geluidjes hoort
om de intervalinstelling op te slaan.
Druk desgewenst tijdens het oefenen op de toetsen
Recovery en Work om af te wisselen tussen de
opgeslagen intervalinstellingen. De weerstand van
de pedalen zal automatisch afstellen op het niveau
dat u heeft opgeslagen als u op een toets drukt.
Herhaal deze stap simpelweg om de intervalin-
stellingen op enig moment tijdens uw oefening te
wijzigen.
6.
Volg uw vooruitgang met de krachtring en stel
desgewenst een vermogendoel in.
De krachtring
biedt een visuele
representatie van
uw vermogen in
watt per kilogram
lichaamsgewicht.
Naarmate uw ver-
mogen toeneemt
of afneemt, zal een
ononderbroken
balkje verschijnen
of verdwijnen in de
krachtring.
Ononderbroken Balk