ProForm 325 Cse Elliptical Dutch Manual - Page 19

CALS calorieën

Page 19 highlights

 Voor het instellen van een vermogendoel, drukt u op de toename- of afnametoets Watts tot het gewenste vermogendoel in de display verschijnt. Let op: Na het instellen van een vermogendoel, zal het weerstandsniveau automatische afstellen op een vooraf ingesteld niveau. U kunt het vooraf ingestelde niveau op elk moment overschrijven. Indien u een vermogendoel instelt tijdens de handmatige instelling, verschijnt een knipperend lampje in de krachtring om uw vermogendoel aan te geven. U kunt uw trapsnelheid of de weerstand van de pedalen tijdens het oefenen aanpassen om uw vermogen in de buurt van uw vermogendoel te houden. 7. Volg uw vorderingen op de display. De display kan de volgende oefeninginformatie bevatten:  CALS (calorieën): Het aantal bij benadering ver­ brande calorieën.  MI of KI (afstand): Deze display instelling zal de getrapte afstand in mijlen of kilometers aangeven. Pace (tempo): Uw snelheid in minuten per mijl of minuten per kilometer. Hartslag (hartsymbool): Uw hartslag als u de hartslagmonitor met handgreep gebruikt of een geschikte borstkashartslagmonitor (zie stap 8). Feitelijke Vermogen Doel Vermogen  Resistance (weerstand): Het weerstandsniveau van de pedalen. Let op: Deze oefeninginformatie verschijnt een aantal seconden als u het weer­ standniveau wisselt.  RPM (tpm): Uw snelheid in toeren per minuut (tpm).  Speed (snelheid): Uw trapsnelheid in mijlen of kilometers per uur. Herhaal de hierboven genoemde acties simpelweg tijdens uw oefening, om uw vermogendoel op enig moment te wijzigen. BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt en een weerstandsniveau hebt dat aangenaam voor u is.  Tijdens een vooraf ingestelde oefening, toont de krachtring het vooraf ingestelde vermogendoel voor elk segment van de oefening (zie stap 4 op blad­ zijde 21).  Time (tijd): In de manuele instelling toont deze weergave de verstreken tijd. Wanneer een vooraf ingestelde oefening wordt geselecteerd, de reste­ rende tijd van de oefening.  Watts: Uw vermogen in watts. Druk herhaaldelijk op de toets Display om de gewenste oefeninginformatie op de display te zien.  Scanmodus: Het bedieningspaneel heeft ook een scanmodus waarmee oefenin­ ginformatie in een herhalingscyclus wordt getoond. Om een scanmodus te selecteren drukt u herhaaldelijk op de toets Display tot het woord SCAN in de display verschijnt. 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32

19
Voor het instellen van een vermogendoel,
drukt
u op de toename- of afnametoets Watts tot het
gewenste vermogendoel in de display verschijnt.
Let op: Na het instellen van een vermogendoel,
zal het weerstandsniveau automatische afstellen
op een vooraf ingesteld niveau. U kunt het vooraf
ingestelde niveau op elk moment overschrijven.
Indien u een vermogendoel instelt tijdens de
handmatige instelling,
verschijnt een knipperend
lampje in de krachtring om uw vermogendoel aan
te geven. U kunt uw trapsnelheid of de weerstand
van de pedalen tijdens het oefenen aanpassen om
uw vermogen in de buurt van uw vermogendoel te
houden.
Herhaal de hierboven genoemde acties simpelweg
tijdens uw oefening, om uw vermogendoel op enig
moment te wijzigen.
BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend
bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een
tempo stapt en een weerstandsniveau hebt dat
aangenaam voor u is.
Tijdens een vooraf ingestelde oefening,
toont de
krachtring het vooraf ingestelde vermogendoel voor
elk segment van de oefening (zie stap 4 op blad-
zijde 21).
7.
Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
CALS (calorieën):
Het aantal bij benadering ver-
brande calorieën.
MI of KI (afstand):
Deze display instelling zal de
getrapte afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Pace (tempo):
Uw snelheid in minuten per mijl of
minuten per kilometer.
Hartslag (hartsymbool):
Uw hartslag als u de
hartslagmonitor met handgreep gebruikt of een
geschikte borstkashartslagmonitor (zie stap 8).
Resistance (weerstand):
Het weerstandsniveau
van de pedalen. Let op: Deze oefeninginformatie
verschijnt een aantal seconden als u het weer-
standniveau wisselt.
RPM (tpm):
Uw snelheid in toeren per minuut
(tpm).
Speed (snelheid):
Uw trapsnelheid in mijlen of
kilometers per uur.
Time (tijd):
In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Wanneer een vooraf
ingestelde oefening wordt geselecteerd, de reste-
rende tijd van de oefening.
Watts:
Uw vermogen in watts.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om de
gewenste oefeninginformatie op de display te zien.
Scanmodus:
Het
bedieningspaneel
heeft ook een
scanmodus
waarmee oefenin-
ginformatie in een
herhalingscyclus
wordt getoond. Om
een scanmodus te
selecteren drukt u
herhaaldelijk op de
toets Display tot
het woord SCAN in de display verschijnt.
Doel
Vermogen
Feitelijke
Vermogen