ProForm 480 Cx Treadmill Dutch Manual - Page 17
TEIT VAN UW OEFENING op pagina 28.
View all ProForm 480 Cx Treadmill manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 17 highlights
4 Doel hartslag invoeren. Als hartslagprogramma 1 geselecteerd is, dan zal de maximale doelhartslag van het programma op de display verschijnen. Als u dat wilt, kunt u op de omhoog- of omlaagtoetsen naast de Hartslagprogrammatoets drukken om de maximale doelhartslag te wijzigen (zie INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 28). Opmerking: Als u de maximale doelhartslag wijzigt, dan zal de intensiteit van het hele programma veranderen. Als hartslagprogramma 2 geselecteerd is, dan zal de doelhartslag van het programma op de display worden weergegeven. Als u dat wilt, kunt u op de omhoog- of omlaagtoetsen naast de Hartslagprogrammatoets drukken om de maximale doelhartslag te wijzigen (zie INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 28). Aandacht: Dezelfde hartslaginstelling blijft bestaan voor het hele programma. 5 Op de Start-toets of de Versnellings-toets drukken om het programma te starten. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Hartslagprogramma 1 is verdeeld in 30 segmenten van een minuut. Wordt een doelhartslagniveau geprogrammeerd voor elk segment. (Aandacht: Dezelfde na te streven hartslaginstelling kan voor twee of meerdere segmenten worden geprogrammeerd.) Hartslagprogramma 2 is verdeeld in 100 segmenten van een minuut. Dezelfde hartslag-instelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten. Aandacht: Stop voor een kortere oefening gewoon het programma voordat deze eindigt. Als hartslag- programma 1 geselec- teerd is, dan zal de doelhartslag Huidig Segment voor het eerste segment in de flikkerende balk met het Huidige Segment van de display worden weerge- geven. De volgende hartslaginstellingen zullen in de kolommen rechts worden aangegeven. Drie seconden voor het einde van het eerste segment zullen de kolom Huidig Segment en de kolom rechts opflikkeren en zult u een toon horen. De na te streven hartslaginstellingen zullen een kolom naar links verschuiven wanneer het eerste segment afloopt. De tweede na te streven hartslaginstelling zal dan in de kolom Huidig Segment worden aangegeven. Het bedieningspaneel zal regelmatig tijdens beide programma's voor de hartslag uw hartslag vergelijken met de na te streven hartslaginstelling. De snelheid van de loopband zal automatisch toe- of afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te streven hartslaginstelling te brengen. De helling van de loopband zal ook omhoog gaan wanneer uw hartslag nog steeds veel te laag is en de snelheid van de loopband 12 km/h is. Als de snelheid of helling te hoog of te laag is, kunt u deze instelling met de toetsen Snelheid en Incline bijstellen. De snelheid en/of de hellingstand van de loopband zal/zullen echter, telkens wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met uw ten doel gestelde hartslag instelling vergelijkt automatisch toenemen of verminderen om uw hartslag dichter bij uw ten doel gestelde hartslag instelling te brengen. Als uw hartslag tijdens het programma niet wordt gedetecteerd, dan zullen de letters "PLS" op de display beginnen te flikkeren. De snelheid en/of helling van de loopband kunnen automatisch beginnen te dalen. Druk op de Stop-toets om het programma wanneer dan ook te stoppen. De tijd zal dan op de display opflikkeren. Druk op de Start-toets of the Snelheidstoename toets om het programma opnieuw te laten starten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De snelheid en/of helling van de loopband zullen automatisch veranderen wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met de na te streven hartslag instelling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij de na te streven hartslag instelling te brengen. 6 Volg uw vorderingen op de display. Zie stap 5 op pagina 13. 7 Zet desgewenst de ventilator aan. Zie stap 7 op pagina 14. 8 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 14. 17