ProForm 900 Treadmill Dutch Manual - Page 15

Raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE

Page 15 highlights

HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE STELLEN 1 De sleutel goed in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 11. 2 Een van uw eigen programma's kiezen. Als u een aangepast programma wilt selecteren, drukt u herhaaldelijk op de knop Custom Programs (Aangepaste programma's) tot "P19" of "P20" op het rechterscherm verschijnt. Als het aangepaste programma nog niet is gedefinieerd, zullen één of drie kolommen met indicators verschijnen in de matrix op het linkerscherm. Raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN op pagina 16 wanneer er meer dan drie kolommen met indicatoren branden. Matrix 3 Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets en stel de gewenste snelheid en helling instelling. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Zie de matrix op het linkerscherm. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de Huidig Segment snelheid. De snelheid van het eerste segment zal in de eerste kolom van het Huidig Segment van het piste opflikkeren. (De helling instelling wordt niet op de piste aangegeven.) Om een snelheid en een helling in- stelling voor uw eerste segment te programmeren stelt U gewoon de snelheid en de helling van de loopband in door op de Snelheid en de Helling toetsen te drukken. Iedere keer als op de snel- heidstoetsen wordt gedrukt zal een bijkomende in- dicator oplichten of doven in de kolom Huidig Segment. De snelheid en de helling instellingen zullen in het geheugen worden opgeslagen wanneer het eerste segment van het programma voltooid is. De drie kolommen met indicatoren zullen dan een kolom naar links verplaatst worden en de snelheid en helling instelling zullen in de kolom van het Huidig Segment opflikkeren. Programmeer een snelheid en helling instelling voor het tweede segment zoals hierboven is beschreven. Ga door met het programmeren van snelheid en helling instellingen voor het aantal gewenste segmenten. U programma kan uit veertig segmenten bestaan. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u klaar bent met uw oefening. De snelheidsen hellingsinstelling die u geprogrammeerd hebt en het aantal geprogrammeerde segmenten zullen dan in het geheugen worden opgeslagen. 4 De sleutel uit het bedieningspaneel halen wanneer het programma eindigt. Zie stap 7 op pagina 14. 15

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

15
De sleutel goed in het bedieningspaneel ste-
ken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Een van uw eigen programma’s kiezen.
Als u een aangepast programma wilt selecteren,
drukt u herhaaldelijk op de knop Custom
Programs (Aangepaste programma’s) tot "P19" of
"P20" op het rechterscherm verschijnt.
Als het aangepaste programma nog niet is gedefi-
nieerd, zullen één of drie kolommen met indica-
tors verschijnen in de matrix op het linkerscherm.
Raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE
GEBRUIKEN op pagina 16 wanneer er meer
dan drie kolommen met indicatoren branden.
Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets
en stel de gewenste snelheid en helling instel-
ling.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de
loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan
de handleuningen en begin te oefenen.
Zie de matrix op het linkerscherm. Ieder segment
heeft één instelling voor
de helling en voor de
snelheid. De snelheid
van het eerste segment
zal in de eerste kolom
van het Huidig Segment
van het piste opflikkeren.
(De helling instelling
wordt niet op de piste
aangegeven.) Om een snelheid en een helling in-
stelling voor uw eerste segment te programmeren
stelt U gewoon de snelheid en de helling van de
loopband in door op de Snelheid en de Helling
toetsen te drukken. Iedere keer als op de snel-
heidstoetsen wordt gedrukt zal een bijkomende in-
dicator oplichten of doven in de kolom Huidig
Segment.
De snelheid en de helling instellingen zullen in het
geheugen worden opgeslagen wanneer het eerste
segment van het programma voltooid is.
De drie
kolommen met indicatoren zullen dan een kolom
naar links verplaatst worden
en de snelheid en
helling instelling zullen in de kolom van het Huidig
Segment opflikkeren. Programmeer een snelheid
en helling instelling voor het tweede segment
zoals hierboven is beschreven.
Ga door met het programmeren van snelheid en
helling instellingen voor het aantal gewenste seg-
menten. U programma kan uit veertig segmenten
bestaan. Druk twee keer op de Stop-toets wan-
neer u klaar bent met uw oefening. De snelheids-
en hellingsinstelling die u geprogrammeerd hebt
en het aantal geprogrammeerde segmenten zul-
len dan in het geheugen worden opgeslagen.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan-
neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 14.
4
3
2
1
Matrix
Huidig Segment
HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE
STELLEN