ProForm Performance 1650 Treadmill Dutch Manual - Page 24

CHECK WIFI controleer WIFI

Page 24 highlights

DE INFORMATIEMODUS Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren. 1. Selecteer de informatiemodus. Om de informatiemodus te selecteren, houdt u de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terugplaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld: De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat de loopband gebruikt is aangeven. scherm verschijnen wanneer de demomodus aan is. Druk, om de demoinstelling aan en uit te zetten, op de Enter toets of op de Speed (Snelheids) -afname toets.  CONTRAST LVL: druk op de toetsen Incline (Helling) verhogen en verlagen om het contrastniveau van de displays aan te passen. Druk dan op de Enter-toets.  Als een module is aangesloten, kunt u ook het volgende schermen selecteren: MODULE: als een iFit module is aangesloten, toont de display het woord WIFI. Als een USB module is aangesloten, toont de display het woord USB/SD. AUDIO COACH: om de audiocoach aan of uit te zetten kunt u op de Enter-toets drukken. De Distance (afstand) display zal het totaal aantal kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft aangeven. 2. Selecteer de optionele schermen.  Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook de volgende schermen selecteren:  START MODE (startmodus): de startmodus zal verschijnen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om de handmatige modus of de iFit-modus als startmodus te kiezen. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de matrix verschillende optionele schermen weergeven Druk op de toets verlagen naast de Enter-toets om elk van de volgende schermen te selecteren:  UNITS: druk op de Enter-toets om de meeteenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.  DEMO: het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demostand is aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON zal op het CHECK WIFI (controleer WIFI): druk op de toets Enter. Het middelste scherm toont het softwareversienummer, de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de draadloze signaalsterkte, het IP-adres van de module, het aantal geregistreerde gebruikers en hun namen en de resultaten van de DNS zoekopdracht.  SEND/OBTAIN DATA (gegevens versturen/ontvangen): druk om oefeningen, de oefeninglogboeken en de updates te verzenden en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE op het scherm verschijnen. 3. Verlaat de informatiemodus. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de informatie instelling te verlaten. 24

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

24
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De Time (tijd) display
zal het totaal aantal
uren dat de loopband
gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand)
display zal het totaal
aantal kilometers (of
mijlen) dat de loop-
band gedraaid heeft
aangeven.
2. Selecteer
de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de ma-
trix verschillende optionele schermen weergeven
Druk op de toets verlagen naast de Enter-toets om
elk van de volgende schermen te selecteren:
UNITS:
druk op de Enter-toets om de meeteenheid
te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken,
selecteert u ENGLISH. Om de afstand in kilome-
ters te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO:
het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loop-
band wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de
demostand is aangezet, kunt u het bedieningspa-
neel normaal gebruiken wanneer u het snoer in
het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in
de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel
eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel
de toetsen niet werken. Het woord ON zal op het
scherm verschijnen wanneer de demomodus aan
is. Druk, om de demoinstelling aan en uit te zetten,
op de Enter toets of op de Speed (Snelheids) -af-
name toets.
CONTRAST LVL:
druk op de toetsen Incline
(Helling) verhogen en verlagen om het contrastni-
veau van de displays aan te passen. Druk dan op
de Enter-toets.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het vol-
gende schermen selecteren:
MODULE:
als een iFit module is aangesloten, toont
de display het woord WIFI. Als een USB module is
aangesloten, toont de display het woord USB/SD.
AUDIO COACH:
om de audiocoach aan of uit te
zetten kunt u op de Enter-toets drukken.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook de
volgende schermen selecteren:
START MODE (startmodus):
de startmodus zal
verschijnen wanneer u de sleutel in het bedienings-
paneel steekt, of wanneer u de Home toets indrukt.
Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om de hand-
matige modus of de iFit-modus als startmodus te
kiezen.
CHECK WIFI (controleer WIFI):
druk op de toets
Enter. Het middelste scherm toont het softwarever-
sienummer, de netwerk-SSID, het netwerkcode-
ringstype, de draadloze signaalsterkte, het IP-adres
van de module, het aantal geregistreerde gebrui-
kers en hun namen en de resultaten van de DNS
zoekopdracht.
SEND/OBTAIN DATA (gegevens versturen/ont-
vangen):
druk om oefeningen, de oefeninglogboe-
ken en de updates te verzenden en te ontvangen
op de Enter-toets. Wanneer het proces voltooid
is zullen de woorden TRANSFERS DONE op het
scherm verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.