ProForm Performance 1650 Treadmill Dutch Manual - Page 27

Trek De Stekker Uit

Page 27 highlights

Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet (53) aan de linkerkant van de Katrol (54). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef (15) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u de schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist aangegeven wordt. b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband minder en kan zelfs beschadigd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. Boven Weergave 52 54 15 53 3 mm b 5-7 cm Schroeven van de Ruststandrol SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt niet goed a.  Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid) verhogen in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel en laat de toetsen Stop en Speed verhogen dan los Druk op de toets Stop en druk dan op de toets Incline (Helling) verhogen of verlagen. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de toets Incline vergroten of verkleinen. Als de helling is gekalibreerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. c. Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: behandel de band of het loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander middel tenzij dit is opgegeven door een bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en leiden tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 meter of korter. 27

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

27
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(53) aan de linkerkant van de Katrol (54). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor.
Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is.
Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(15) losser, beweegt u de Snelheidssensor licht-
jes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) weer vast en laat de
loopband een paar minuten draaien om te controle-
ren of de snelheid juist aangegeven wordt.
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a.
Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid) verho-
gen in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed verhogen dan
los Druk op de toets Stop en druk dan op de toets
Incline (Helling) verhogen of verlagen. De loopband
stijgt automatisch naar het maximale hellingsni-
veau en keert dan terug naar het minimumniveau.
Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw geka-
libreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op
de toets Stop en druk opnieuw op de toets Incline
vergroten of verkleinen. Als de helling is gekali-
breerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel
te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a.
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b.
Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en
TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT.
Draai beide afstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop-
band in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
c.
Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld.
BELANGRIJK: behandel de band of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage.
Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d.
Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
53
15
52
3 mm
54
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
Boven
Weergave