Behringer RD-8 MKII Quick Start Guide - Page 21

RD-8 MKII Bediening

Page 21 highlights

40 RD-8 MKII RD-8 MKII Bediening (NL) Bediening Afspeelknoppen (23) (24) (28) (30) (31) (32) (33) (29) (25) (26) (27) (23) TIK / HOUD - Tik op Tempo van het patroon. Houd ingedrukt voor snelle macrocontrole. (24) SCHERM - Multifunctioneel display met 4 tekens. (25) VERMELDING - Schakel de opnamemodus in. (26) HOU OP - Stopt het momenteel spelende nummer of patroon. (27) SPEEL PAUZE - Speel of pauzeer het huidige nummer of patroon. (28) GEGEVENS - Encoder voor het bewerken van gegevens. (29) DATA-MODUS - Loopt door de verschillende DATA MODI. Tempo, Swing, Probability en Flam. Auto Scroll Sectie (34) (35) (30) TEMPO - Pas de TEMPO aan wanneer deze is geselecteerd met de DATA-encoder. (31) SCHOMMEL - Pas het SWING- of shuffle-gevoel aan wanneer geselecteerd met de DATA-encoder. (32) PROB - Pas de kans op een stap aan. (33) FLAM - Pas de FLAM-breedte aan. Stap & Opmerking Herhaal sectie (46) (45) (36) (37) (38) (39) (40) (41) (42) (43) (44) (34) AUTOMATISCH SCROLLEN - Stapmodus: houd de afspeelkop zichtbaar. (39) 1 - Stap- of nootherhaling met een waarde van 1. Patroonmodus: nummer vooruitgaan wanneer de lus verloopt. (40) 2 - Stap of noot herhalen met een waarde van 2. (35) BANKEN 16/32/48/64 - Wit toont de bankpositie van de speelkop in het huidige patroon. Blauw toont de momenteel bekeken bankpositie. (41) 4 - Stap of noot herhalen van een waarde van 4. (36) Positie naar links - Stapmodus = Kies de bekeken bankpositie. (42) 8 - Stap- of nootherhaling met een waarde van 8. Pattern Mode = Kies de positie van de afspeelkop binnen de geselecteerde (43) STAP HERHALEN - Herhaalt de stap met de geselecteerde waarde. song. (44) OPMERKING HERHAAL - Herhaalt de noot met de geselecteerde waarde (37) LENGTE - Stapmodus: stel de lengte van het geselecteerde patroon in. of enkele opname. Pattern Mode = Stel het aantal herhalingen in voor het geselecteerde part binnen de song. (45) IN GANG ZETTEN - Trigger herhaalt wanneer ingeschakeld. (38) - Positie naar rechts verplaatsen - Stapmodus: kies de bekeken (46) 1/2/4/8 - Indicatie van het aantal geselecteerde herhalingen. bankpositie. Pattern Mode = Kies de positie van de afspeelkop binnen de geselecteerde song. Quick Start Guide 41 Trackcontrole en instellingen. (47) (48) (50) (51) Spraakbesturing (52) (53) (54) (55) (56) (58) (47) DEMPEN - Activeert het dempmenu (48) SOLO - Activeert solo-menu. (49) STAP-KNOPPEN - Wordt gebruikt om stapinformatie in patronen in te voeren en wordt ook gebruikt voor verschillende systeemtaken in combinatie met de (50) SETTINGS-knop of voor diepere bewerking. (50) INSTELLINGEN - Wordt gebruikt in combinatie met de (49) STAPKNOPPEN om verschillende bedieningsmodi te selecteren (zie gebruikershandleiding voor meer details). (51) AUTOFILL - Selecteer en voeg een vulpatroon toe. (59) (57) (52) NIVEAU - Niveau van de 11 stemmen plus Accent. (53) AFSTEMMEN - Relatieve afstemming van bijbehorende stem. (54) TOON - Past een filter toe op de stem die de hoge frequenties vermindert terwijl u naar links draait. (55) VERVAL - Verandert de vervaltijd van de stem. Draai CCW voor korter, CW voor langer. (56) VLUG - Pas de hoeveelheid snapgeluid aan het snare-geluid aan. Draaien naar de CW verhoogt de snap. (57) STEMSCHAKELAAR - Schakel tussen de twee beschikbare stemmen. (58) STEM SELECTEREN - Selecteert de stem voor het bewerken van patronen, wave designer / filter, solo of mute. (59) OFFSET - Verandert de lengte van het Hand Clap-geluid.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29

40
RD-8 MKII
Quick Start Guide
41
Trackcontrole en instellingen.
(47)
DEMPEN
– Activeert het dempmenu
(48)
SOLO
– Activeert solo-menu.
(49)
STAP-KNOPPEN
– Wordt gebruikt om stapinformatie in patronen in
te voeren en wordt ook gebruikt voor verschillende systeemtaken in
combinatie met de (50) SETTINGS-knop of voor diepere bewerking.
(50)
INSTELLINGEN
– Wordt gebruikt in combinatie met de (49) STAP-
KNOPPEN om verschillende bedieningsmodi te selecteren (zie
gebruikershandleiding voor meer details).
(51)
AUTOFILL
– Selecteer en voeg een vulpatroon toe.
(47)
(48)
(50)
(51)
Afspeelknoppen
(25)
(26)
(27)
(30)
(28)
(23)
(24)
(31)
(32)
(29)
(33)
RD-8 MKII Bediening
(NL)
Bediening
(23)
TIK / HOUD
– Tik op Tempo van het patroon. Houd ingedrukt voor
snelle macrocontrole.
(24)
SCHERM
– Multifunctioneel display met 4 tekens.
(25)
VERMELDING
– Schakel de opnamemodus in.
(26)
HOU OP
– Stopt het momenteel spelende nummer of patroon.
(27)
SPEEL PAUZE
– Speel of pauzeer het huidige nummer of patroon.
(28)
GEGEVENS
– Encoder voor het bewerken van gegevens.
(29)
DATA-MODUS
– Loopt door de verschillende DATA MODI. Tempo, Swing,
Probability en Flam.
(30)
TEMPO
– Pas de TEMPO aan wanneer deze is geselecteerd met de
DATA-encoder.
(31)
SCHOMMEL
– Pas het SWING- of shuffle-gevoel aan wanneer
geselecteerd met de DATA-encoder.
(32)
PROB
– Pas de kans op een stap aan.
(33)
FLAM
– Pas de FLAM-breedte aan.
Auto Scroll Sectie
(34)
AUTOMATISCH SCROLLEN
– Stapmodus: houd de afspeelkop zichtbaar.
Patroonmodus: nummer vooruitgaan wanneer de lus verloopt.
(35)
BANKEN 16/32/48/64
– Wit toont de bankpositie van de speelkop in het
huidige patroon. Blauw toont de momenteel bekeken bankpositie.
(36)
Positie naar links
– Stapmodus = Kies de bekeken bankpositie.
Pattern Mode = Kies de positie van de afspeelkop binnen de geselecteerde
song.
(37)
LENGTE
– Stapmodus: stel de lengte van het geselecteerde patroon in.
Pattern Mode = Stel het aantal herhalingen in voor het geselecteerde part
binnen de song.
(38)
- Positie naar rechts verplaatsen
– Stapmodus: kies de bekeken
bankpositie. Pattern Mode = Kies de positie van de afspeelkop binnen de
geselecteerde song.
Stap & Opmerking Herhaal sectie
(39)
1
– Stap- of nootherhaling met een waarde van 1.
(40)
2
– Stap of noot herhalen met een waarde van 2.
(41)
4
– Stap of noot herhalen van een waarde van 4.
(42)
8
– Stap- of nootherhaling met een waarde van 8.
(43)
STAP HERHALEN
– Herhaalt de stap met de geselecteerde waarde.
(44)
OPMERKING HERHAAL
– Herhaalt de noot met de geselecteerde waarde
of enkele opname.
(45)
IN GANG ZETTEN
– Trigger herhaalt wanneer ingeschakeld.
(46)
1/2/4/8
– Indicatie van het aantal geselecteerde herhalingen.
(34)
(36)
(37)
(38)
(35)
(46)
(39)
(40)
(41)
(45)
(42)
(43)
(44)
Spraakbesturing
(59)
(57)
(58)
(56)
(52)
(53)
(54)
(55)
(52)
NIVEAU
– Niveau van de 11 stemmen plus Accent.
(53)
AFSTEMMEN
– Relatieve afstemming van bijbehorende stem.
(54)
TOON
– Past een filter toe op de stem die de hoge frequenties vermindert
terwijl u naar links draait.
(55)
VERVAL
– Verandert de vervaltijd van de stem. Draai CCW voor korter, CW
voor langer.
(56)
VLUG
– Pas de hoeveelheid snapgeluid aan het snare-geluid aan. Draaien
naar de CW verhoogt de snap.
(57)
STEMSCHAKELAAR
– Schakel tussen de twee beschikbare stemmen.
(58)
STEM SELECTEREN
– Selecteert de stem voor het bewerken van patronen,
wave designer / filter, solo of mute.
(59)
OFFSET
– Verandert de lengte van het Hand Clap-geluid.