Kenwood KCA-DR300 Quick Start Guide - Page 30

De recorder instellen

Page 30 highlights

De recorder instellen Uw recorder in een voertuig gebruiken Aan het begin van deze handleiding vindt u aanwijzingen over de montage van het apparaat en de accessoires op uw voertuig. • Om opnamen van de hoogste kwaliteit te garanderen, raden wij u aan de recorder naast de achteruitkijkspiegel te plaatsen. • Selecteer een geschikte locatie in het voertuig om het apparaat te monteren. Plaats het apparaat nooit zo, dat het gezichtsveld van de bestuurder wordt geblokkeerd. • Als de voorruit van de auto met een reflecterende coating is gekleurd, kan deze athermisch zijn en de GPS-ontvangst beïnvloeden. Monteer de recorder in dat geval in een "open gebied" doorgaans net onder de achteruitkijkspiegel. • Het systeem zal de G-sensor van het apparaat automatisch kalibreren tijdens het opstarten. Om een storing van de G-sensor te voorkomen, moet u het apparaat altijd inschakelen NADAT u het correct in het voertuig hebt gemonteerd. Een geheugenkaart plaatsen U moet een geheugenkaart plaatsen (kan afzonderlijk worden verkocht) voordat u de opname kunt starten. 1. Houd de kaart bij de randen vast en druk deze voorzichtig in de sleuf met het label naar de achterkant van de recorder gericht. 2. Om een kaart te verwijderen, duwt u voorzichtig de bovenrand van de kaart in om deze vrij te geven en trekt u deze uit de sleuf. OPGELET: • Geen druk uitoefenen op het midden van de geheugenkaart. • We raden aan een geheugenkaart Klasse 6 te gebruiken met een capaciteit van minstens 8GB. De recorder ondersteunt MicroSD-kaarten met een capaciteit van maximaal 32 GB. • De fabrikant garandeert geen compatibiliteit van dit product met geheugenkaarten van alle fabrikanten. • Voordat u begint met opname, moet u de geheugenkaart formatteren om defecten te vermijden die worden veroorzaakt door bestanden die niet door de recorder zijn aangemaakt. U kunt de kaart formatteren op uw computer of op de recorder (door het selecteren van het Menu Instellingen > Formatteren). • Wij raden u aan het apparaat uit te schakelen voordat u de geheugenkaart verwijdert. 27 NEDERLANDS

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104

27
NEDERLANDS
De recorder instellen
Uw recorder in een voertuig gebruiken
Aan het begin van deze handleiding vindt u aanwijzingen over de montage van het apparaat en
de accessoires op uw voertuig.
Om opnamen van de hoogste kwaliteit te garanderen, raden wij u aan de recorder naast de
achteruitkijkspiegel te plaatsen.
Selecteer een geschikte locatie in het voertuig om het apparaat te monteren. Plaats het
apparaat nooit zo, dat het gezichtsveld van de bestuurder wordt geblokkeerd.
Als de voorruit van de auto met een reflecterende coating is gekleurd, kan deze athermisch
zijn en de GPS-ontvangst beïnvloeden. Monteer de recorder in dat geval in een "open gebied" -
doorgaans net onder de achteruitkijkspiegel.
Het systeem zal de G-sensor van het apparaat automatisch kalibreren tijdens het opstarten. Om
een storing van de G-sensor te voorkomen, moet u het apparaat altijd inschakelen NADAT u het
correct in het voertuig hebt gemonteerd.
Een geheugenkaart plaatsen
U moet een geheugenkaart plaatsen (kan afzonderlijk worden verkocht)
voordat u de opname kunt starten.
1. Houd de kaart bij de randen vast en druk deze voorzichtig in de sleuf met
het label naar de achterkant van de recorder gericht.
2. Om een kaart te verwijderen, duwt u voorzichtig de bovenrand van de
kaart in om deze vrij te geven en trekt u deze uit de sleuf.
OPGELET:
Geen druk uitoefenen op het midden van de geheugenkaart.
We raden aan een geheugenkaart Klasse 6 te gebruiken met een capaciteit van minstens
8GB. De recorder ondersteunt MicroSD-kaarten met een capaciteit van maximaal 32 GB.
De fabrikant garandeert geen compatibiliteit van dit product met geheugenkaarten van alle
fabrikanten.
Voordat u begint met opname, moet u de geheugenkaart formatteren om defecten
te vermijden die worden veroorzaakt door bestanden die niet door de recorder zijn
aangemaakt. U kunt de kaart formatteren op uw computer of op de recorder (door het
selecteren van het
Menu Instellingen > Formatteren
).
Wij raden u aan het apparaat uit te schakelen voordat u de geheugenkaart verwijdert.