Lenovo NetVista A21 Quick reference guide for NetVista 2256, 2257, 6339, 6341, - Page 30

De opstartvolgorde wijzigen, Stuurprogramma's installeren of herstellen, Opstartopties

Page 30 highlights

De opstartvolgorde wijzigen Als u een CD in het CD- of DVD-station hebt geplaatst en de computer leest bij het opstarten niet als eerste deze CD, verandert u het eerste apparaat in de opstartvolgorde in het CD- of DVD-station. U kunt als volgt de opstartvolgorde wijzigen: 1. Zet de computer uit. 2. Zet de computer aan. 3. Als de aanwijzing voor het Configuratieprogramma verschijnt, drukt u snel op F1. Deze aanwijzing wordt slechts voor een korte tijd afgebeeld. 4. In het menu van het Configuratieprogramma kiest u Opstartopties. 5. Noteer welk apparaat als eerste opstartapparaat is geselecteerd. Zodra u klaar bent met het herstelproces, dient u deze instelling terug te zetten. 6. Stel het CD- of DVD-station in als het eerste apparaat in de opstart- volgorde. 7. Sla de instellingen op en sluit het programma af. 8. Zet de computer uit. Stuurprogramma's installeren of herstellen Voordat u stuurprogramma's kunt herstellen of installeren, moet er een besturingssysteem op uw computer zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over de documentatie en de diskette(s) of CD(-s) met de software voor het apparaat. Stuurprogramma's voor door IBM geïnstalleerde apparaten bevinden zich op de vaste schijf van de computer (doorgaans station C) in de map ibmtools\drivers. De instructies voor het installeren van de stuurprogramma's (readme.txt) bevinden zich ook in de map ibmtools\drivers. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten. De meest recente stuurprogramma's voor door IBM geïnstalleerde apparaten vindt u ook op de website http://www.ibm.com/pc/support/. U herstelt als volgt een stuurprogramma voor een door IBM geïnstalleerd apparaat: 1. Start de computer en het besturingssysteem op. 2. Met Windows Verkenner brengt u de directorystructuur van de vaste schijf op het scherm. 3. Open de map ibmtools. 4. Open de map met stuurprogramma's (drivers). In deze map bevinden zich submappen die zijn vernoemd naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld voor audio, video en dergelijke). 5. Open de gewenste submap. 16 Naslagboekje

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70

De opstartvolgorde wijzigen
Als u een CD in het CD- of DVD-station hebt geplaatst en de computer leest
bij het opstarten niet als eerste deze CD, verandert u het eerste apparaat in de
opstartvolgorde in het CD- of DVD-station. U kunt als volgt de opstart-
volgorde wijzigen:
1.
Zet de computer uit.
2.
Zet de computer aan.
3.
Als de aanwijzing voor het Configuratieprogramma verschijnt, drukt u snel
op F1. Deze aanwijzing wordt slechts voor een korte tijd afgebeeld.
4.
In het menu van het Configuratieprogramma kiest u
Opstartopties
.
5.
Noteer welk apparaat als eerste opstartapparaat is geselecteerd. Zodra u
klaar bent met het herstelproces, dient u deze instelling terug te zetten.
6.
Stel het CD- of DVD-station in als het eerste apparaat in de opstart-
volgorde.
7.
Sla de instellingen op en sluit het programma af.
8.
Zet de computer uit.
Stuurprogramma’s installeren of herstellen
Voordat u stuurprogramma’s kunt herstellen of installeren, moet er een
besturingssysteem op uw computer zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over
de documentatie en de diskette(s) of CD(-s) met de software voor het apparaat.
Stuurprogramma’s voor door IBM geïnstalleerde apparaten bevinden zich op
de vaste schijf van de computer (doorgaans station C) in de map
ibmtools\drivers. De instructies voor het installeren van de stuurprogramma’s
(readme.txt) bevinden zich ook in de map ibmtools\drivers. Andere stuur-
programma’s worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten.
De meest recente stuurprogramma’s voor door IBM geïnstalleerde apparaten
vindt u ook op de website http://www.ibm.com/pc/support/.
U herstelt als volgt een stuurprogramma voor een door IBM geïnstalleerd
apparaat:
1.
Start de computer en het besturingssysteem op.
2.
Met Windows Verkenner brengt u de directorystructuur van de vaste schijf
op het scherm.
3.
Open de map ibmtools.
4.
Open de map met stuurprogramma’s (drivers). In deze map bevinden zich
submappen die zijn vernoemd naar de diverse apparaten die op uw com-
puter zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld voor audio, video en dergelijke).
5.
Open de gewenste submap.
16
Naslagboekje