Lenovo NetVista A21 Quick reference guide for NetVista 2256, 2257, 6339, 6341, - Page 33

Hoofdstuk 4. Probleemoplossing en diagnose, Standaard probleemoplossing

Page 33 highlights

Hoofdstuk 4. Probleemoplossing en diagnose In dit hoofdstuk staan enkele standaardprogramma's voor probleemoplossing en diagnose beschreven, die u kunt gebruiken wanneer er zich problemen voordoen met uw computer. Als uw computerprobleem hier niet wordt beschreven, kunt u in Access IBM, op het bureaublad, meer gedetailleerde informatie vinden over het oplossen van problemen. Standaard probleemoplossing Symptoom Handeling De computer start niet op na het indrukken van de aan/uit-schakelaar. Controleer of: v Het netsnoer is aangesloten op de achterzijde van de computer en op een goed werkend stopcontact. v Als de computer een tweede aan/uit-schakelaar heeft aan de achterzijde, moet deze aanstaan. Controleer de aan/uitschakelaar aan de voorzijde van de computer en zorg dat deze aanstaat. Laat de computer nazien als u het probleem niet zelf kunt oplossen. Het beeldscherm is leeg. Controleer of: v De beeldschermkabel juist is bevestigd aan de achterzijde van het beeldscherm en de achterzijde van de computer. v Het netsnoer is aangesloten op het beeldscherm en op een goed werkend stopcontact. v Het beeldscherm aanstaat en de helderheid en het contrast goed zijn ingesteld. v De beeldschermkabel goed is aangesloten op het beeldscherm en op de beeldschermaansluiting op de computer. Opmerking: Als uw computer twee beeldschermaansluitingen heeft, controleert u of het beeldscherm is aangesloten op de AGP-sleuf in plaats van op de aansluiting aan de achterzijde van de systeemplaat. Zie "Hoofdstuk 2. De computer installeren" op pagina 5. Mocht u het probleem niet zelf kunnen oplossen, laat de computer dan nazien. © Copyright IBM Corp. 2001 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70

Hoofdstuk 4. Probleemoplossing en diagnose
In dit hoofdstuk staan enkele standaardprogramma’s voor probleemoplossing
en diagnose beschreven, die u kunt gebruiken wanneer er zich problemen
voordoen met uw computer. Als uw computerprobleem hier niet wordt
beschreven, kunt u in
Access IBM
, op het bureaublad, meer gedetailleerde
informatie vinden over het oplossen van problemen.
Standaard probleemoplossing
Symptoom
Handeling
De computer start niet
op na het indrukken van
de aan/uit-schakelaar.
Controleer of:
v
Het netsnoer is aangesloten op de achterzijde van de
computer en op een goed werkend stopcontact.
v
Als de computer een tweede aan/uit-schakelaar heeft aan
de achterzijde, moet deze aanstaan. Controleer de aan/uit-
schakelaar aan de voorzijde van de computer en zorg dat
deze aanstaat.
Laat de computer nazien als u het probleem niet zelf kunt
oplossen.
Het beeldscherm is leeg.
Controleer of:
v
De beeldschermkabel juist is bevestigd aan de achterzijde
van het beeldscherm en de achterzijde van de computer.
v
Het netsnoer is aangesloten op het beeldscherm en op een
goed werkend stopcontact.
v
Het beeldscherm aanstaat en de helderheid en het contrast
goed zijn ingesteld.
v
De beeldschermkabel goed is aangesloten op het beeld-
scherm en op de beeldschermaansluiting op de computer.
Opmerking:
Als uw computer twee beeldscherm-
aansluitingen heeft, controleert u of het beeldscherm is aan-
gesloten op de AGP-sleuf in plaats van op de aansluiting aan
de achterzijde van de systeemplaat. Zie “Hoofdstuk 2. De
computer installeren” op pagina 5.
Mocht u het probleem niet zelf kunnen oplossen, laat de
computer dan nazien.
© Copyright IBM Corp. 2001
19