Lenovo ThinkPad Edge E125 (Dutch) User Guide - Page 65

Dubbele beeldschermen gebruiken, De functie voor schermuitbreiding gebruiken

Page 65 highlights

Dubbele beeldschermen gebruiken De functie voor schermuitbreiding gebruiken Uw computer ondersteunt de functie voor schermuitbreiding. Met de functie voor schermuitbreiding kunt u de computeruitvoer tegelijkertijd op het beeldscherm van de computer en op een extern beeldscherm laten weergeven. U kunt op elk van de beeldschermen zelfs een verschillend bureaublad weergeven. De functie voor schermuitbreiding kan worden gebruikt zonder instellingen te wijzigen. Als de functie niet werkt, raadpleeg dan "De functie voor schermuitbreiding inschakelen" op pagina 47 om de deze te activeren. Overwegingen bij gebruik van de functie voor schermuitbreiding • Als u een volledig DOS-scherm wilt weergeven terwijl de functie voor schermuitbreiding is ingeschakeld, verschijnt het volledige DOS-scherm alleen op het primaire beeldscherm; op het andere beeldscherm wordt dan niets afgebeeld. Als uw computer is uitgerust met een Intel beeldschermadapter, kunt u het andere beeldscherm als volgt instellen als het primaire beeldscherm: 1. Druk op Ctrl+Alt+Fn+F12. Het venster met de gebruikersinterface van Intel verschijnt. 2. Selecteer Extended Desktop. 3. Wijzig de instelling voor het primaire beeldscherm. • Als er een programma is dat gebruikmaakt van DirectDraw of Direct3D en dat wordt afgespeeld in de werkstand Volledig scherm, verschijnt de weergave ervan alleen op het primaire beeldscherm. • U kunt de functie voor het wisselen van beeldscherm niet gebruiken wanneer u de functie voor schermuitbreiding gebruikt. De functie voor schermuitbreiding inschakelen U kunt de voor schermuitbreiding als volgt inschakelen: Voor Windows 7: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3. Druk op F6 en kies Uitbreiden. Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. 2. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 3. Selecteer de Resolutie voor het primaire beeldscherm. 4. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het secundaire, externe beeldscherm). 5. Selecteer de Resolutie voor het secundaire beeldscherm. 6. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken. Opmerking: U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken. 7. Klik op OK om de wijzigingen door te voeren. Opmerking: Om de kleurinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en klikt u op Schermresolutie. Klik op Geavanceerde instellingen, ga naar het tabblad Monitor en stel de Kleuren in. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 47

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188

Dubbele beeldschermen gebruiken
De functie voor schermuitbreiding gebruiken
Uw computer ondersteunt de functie voor schermuitbreiding. Met de functie voor schermuitbreiding kunt u
de computeruitvoer tegelijkertijd op het beeldscherm van de computer en op een extern beeldscherm laten
weergeven. U kunt op elk van de beeldschermen zelfs een verschillend bureaublad weergeven.
De functie voor schermuitbreiding kan worden gebruikt zonder instellingen te wijzigen. Als de functie niet
werkt, raadpleeg dan “De functie voor schermuitbreiding inschakelen” op pagina 47 om de deze te activeren.
Overwegingen bij gebruik van de functie voor schermuitbreiding
Als u een volledig DOS-scherm wilt weergeven terwijl de functie voor schermuitbreiding is ingeschakeld,
verschijnt het volledige DOS-scherm alleen op het primaire beeldscherm; op het andere beeldscherm
wordt dan niets afgebeeld.
Als uw computer is uitgerust met een Intel beeldschermadapter, kunt u het andere beeldscherm als volgt
instellen als het primaire beeldscherm:
1. Druk op Ctrl+Alt+Fn+F12. Het venster met de gebruikersinterface van Intel verschijnt.
2. Selecteer
Extended Desktop
.
3. Wijzig de instelling voor het primaire beeldscherm.
Als er een programma is dat gebruikmaakt van DirectDraw of Direct3D en dat wordt afgespeeld in de
werkstand Volledig scherm, verschijnt de weergave ervan alleen op het primaire beeldscherm.
U kunt de functie voor het wisselen van beeldscherm niet gebruiken wanneer u de functie voor
schermuitbreiding gebruikt.
De functie voor schermuitbreiding inschakelen
U kunt de voor schermuitbreiding als volgt inschakelen:
Voor Windows 7:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het
beeldscherm aan op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm aan.
3. Druk op
F6
en kies
Uitbreiden
.
Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Schermresolutie
.
2. Klik op het pictogram
Monitor-1
(voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer).
3. Selecteer de
Resolutie
voor het primaire beeldscherm.
4. Klik op het pictogram
Monitor-2
(voor het secundaire, externe beeldscherm).
5. Selecteer de
Resolutie
voor het secundaire beeldscherm.
6. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken.
Opmerking:
U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen
moeten elkaar raken.
7. Klik op
OK
om de wijzigingen door te voeren.
Opmerking:
Om de kleurinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en
klikt u op
Schermresolutie
. Klik op
Geavanceerde instellingen
, ga naar het tabblad
Monitor
en stel de
Kleuren
in.
Hoofdstuk 2
.
De computer gebruiken
47