Lenovo ThinkPad Edge E220s (Dutch) User Guide - Page 46

Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken, Windows 7 en Windows Vista: Klik op

Page 46 highlights

Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken Mogelijk wordt uw computer geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. De UltraNav bestaat uit een TrackPoint en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen, als volgt: • Stel zowel de TrackPoint als de touchpad in als aanwijsapparaat. Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van de TrackPoint en de touchpad gebruiken. • Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u de TrackPoint gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer. • Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en de TrackPoint uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van de TrackPoint beperkt tot bladeren en de vergrootglasfunctie. • Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en schakel de touchpad uit. • Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en schakel de TrackPoint uit. De instellingen van UltraNav wijzigen U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen op het tabblad UltraNav van het venster Eigenschappen voor Muis. U kunt dit venster op verschillende manieren openen: • Gebruik het menu Start van de computer, als volgt: - Windows 7 en Windows Vista: Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. - Windows XP: Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Printers en overige hardware ➙ Muis ➙ tab UltraNav. U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen door op het UltraNav-pictogram in het systeemvak te klikken. Hoe u ervoor kunt zorgen dat het UltraNav-pictogram wordt afgebeeld in het systeemvak, leest u in "UltraNav-pictogram toevoegen aan systeemvak" op pagina 31. 28 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190

Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken
Mogelijk wordt uw computer geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. De UltraNav bestaat uit een
TrackPoint en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt
beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen, als volgt:
Stel zowel de TrackPoint als de touchpad in als aanwijsapparaat.
Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van de TrackPoint en de touchpad
gebruiken.
Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend voor uitgebreide
functies.
Met deze instelling kunt u de TrackPoint gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het
gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer.
Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en de TrackPoint uitsluitend voor uitgebreide
functies.
Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het
gebruik van de TrackPoint beperkt tot bladeren en de vergrootglasfunctie.
Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en schakel de touchpad uit.
Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en schakel de TrackPoint uit.
De instellingen van UltraNav wijzigen
U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen op het tabblad
UltraNav
van het venster Eigenschappen voor
Muis. U kunt dit venster op verschillende manieren openen:
Gebruik het menu Start van de computer, als volgt:
Windows 7 en Windows Vista: Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en geluid
Muis
UltraNav
.
Windows XP: Klik op
Start
Configuratiescherm
Printers en overige hardware
Muis
tab
UltraNav
.
U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen door op het
UltraNav
-pictogram in het systeemvak te klikken.
Hoe u ervoor kunt zorgen dat het UltraNav-pictogram wordt afgebeeld in het systeemvak, leest u in
“UltraNav-pictogram toevoegen aan systeemvak” op pagina 31.
28
Handboek voor de gebruiker