Lenovo ThinkPad Edge E220s (Dutch) User Guide - Page 70

ThinkLight gebruiken, De geheugenkaartlezer gebruiken

Page 70 highlights

3. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 4. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Eigenschappen om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te openen. 5. Klik op de tab Instellingen en klik op het pictogram Monitor-2. 6. Selecteer het vakje Mijn Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor en klik op Toepassen. (Als het venster Beeldscherminstellingen wordt geopend, klikt u op Ja.) Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende: 1. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 2. Selecteer de kleurdiepte en de schermresolutie voor het primaire beeldscherm. 3. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het secundaire, externe beeldscherm). 4. Selecteer de kleurdiepte en de schermresolutie voor het secundaire beeldscherm. 5. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken. Opmerking: U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken. 6. Klik op OK om de wijzigingen door te voeren. ThinkLight gebruiken Als u uw computer meeneemt op reis, kan het gebeuren dat u hem wel eens moet gebruiken onder minder ideale verlichtingsomstandigheden. Als u het toetsenbord wilt verlichten met het ThinkLight, drukt u op Fn+Space. Opmerking: Zorg dat u niet te lang in een omgeving met te weinig licht werkt. Dat is slecht voor uw ogen. De geheugenkaartlezer gebruiken Als uw computer een sleuf voor een geheugenkaartlezer heeft, kunnen de volgende kaarten worden gelezen: • SD-kaart • SDHC-kaart • SDXC-kaart • MultiMediaCard (MMC) Opmerkingen: • Uw computer ondersteunt de Content Protection for Recordable Media (CPRM)-functie voor SD-kaarten niet. • Als u gegevens overbrengt van of naar een flash media-kaart, bijvoorbeeld een SD-kaart, plaats de computer dan niet in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid is. Doet u dat wel, dan kunnen de gegevens beschadigd raken. 52 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190

3. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
4. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Eigenschappen
om het venster
Eigenschappen voor beeldscherm te openen.
5. Klik op de tab
Instellingen
en klik op het pictogram
Monitor-2
.
6. Selecteer het vakje
Mijn Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor
en klik op
Toepassen
.
(Als het venster Beeldscherminstellingen wordt geopend, klikt u op
Ja
.)
Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende:
1. Klik op het pictogram
Monitor-1
(voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer).
2. Selecteer de
kleurdiepte
en de
schermresolutie
voor het primaire beeldscherm.
3. Klik op het pictogram
Monitor-2
(voor het secundaire, externe beeldscherm).
4. Selecteer de
kleurdiepte
en de
schermresolutie
voor het secundaire beeldscherm.
5. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken.
Opmerking:
U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen
moeten elkaar raken.
6. Klik op
OK
om de wijzigingen door te voeren.
ThinkLight gebruiken
Als u uw computer meeneemt op reis, kan het gebeuren dat u hem wel eens moet gebruiken onder
minder ideale verlichtingsomstandigheden. Als u het toetsenbord wilt verlichten met het ThinkLight, drukt
u op Fn+Space.
Opmerking:
Zorg dat u niet te lang in een omgeving met te weinig licht werkt. Dat is slecht voor uw ogen.
De geheugenkaartlezer gebruiken
Als uw computer een sleuf voor een geheugenkaartlezer heeft, kunnen de volgende kaarten worden gelezen:
SD-kaart
SDHC-kaart
SDXC-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Opmerkingen:
Uw computer ondersteunt de Content Protection for Recordable Media (CPRM)-functie voor SD-kaarten
niet.
Als u gegevens overbrengt van of naar een flash media-kaart, bijvoorbeeld een SD-kaart, plaats de
computer dan niet in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid
is. Doet u dat wel, dan kunnen de gegevens beschadigd raken.
52
Handboek voor de gebruiker