Lenovo ThinkPad Edge E220s (Dutch) User Guide - Page 64

Een extern beeldscherm aansluiten, Het type beeldscherm instellen, Opmerking, Schermresolutie

Page 64 highlights

U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide beeldschermen sturen. Dit stelt u in in het venster Beeldscherminstellingen (onder Windows XP: Eigenschappen voor beeldscherm). Een extern beeldscherm aansluiten U sluit een extern beeldscherm als volgt aan: Voor Windows 7: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3. Wijzig de uitvoerlocatie door op "F6" op pagina 25 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. Klik op de knop Detecteren. Windows XP: 1. Zet de computer uit. 2. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 3. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 4. Wijzig de uitvoerlocatie door op "F6" op pagina 25 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen. Opmerkingen: • Wijzig de beeldschermuitvoer nooit, terwijl er bewegend beeld wordt weergegeven, bijvoorbeeld een film, een spelletje of een presentatie. U moet het desbetreffende programma afsluiten vóórdat u de uitvoerlocatie wijzigt, of de uitvoerlocatie wijzigen vóórdat u het af te spelen MPEG-bestand opent. • Als u een extern beeldscherm aansluit dat alleen de VGA-werkstand (resolutie 640x480) ondersteunt, kunt u de uitvoer niet op beide beeldschermen weergeven. Hierdoor wordt er storing opgewekt in het externe beeldscherm en kan er geen beeld worden weergegeven. Bovendien kan het beeldscherm hierdoor beschadigd raken. Gebruik alleen het externe beeldscherm. • Als u een extern TFT-scherm met analoge interface aansluit, kan er in bepaalde vensters flikkering of andere storing optreden; denk bijvoorbeeld aan het afsluitscherm van Windows. Dit wordt veroorzaakt door het externe TFT-scherm en kan niet worden opgelost door de instellingen van het TFT-scherm op de computer te wijzigen. Het type beeldscherm instellen U stelt als volgt het type beeldscherm in: Voor Windows 7: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop Detecteren. 4. Stel de resolutie in. 5. Klik op Geavanceerde instellingen. 46 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190

U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide
beeldschermen sturen. Dit stelt u in in het venster Beeldscherminstellingen (onder Windows XP:
Eigenschappen voor beeldscherm).
Een extern beeldscherm aansluiten
U sluit een extern beeldscherm als volgt aan:
Voor Windows 7:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het
beeldscherm aan op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm aan.
3. Wijzig de uitvoerlocatie door op “F6” op pagina 25 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te
geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen.
Opmerking:
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op
het bureaublad en selecteer
Schermresolutie
. Klik op de knop
Detecteren
.
Windows XP:
1. Zet de computer uit.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het
beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
4. Wijzig de uitvoerlocatie door op “F6” op pagina 25 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te
geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen.
Opmerkingen:
Wijzig de beeldschermuitvoer nooit, terwijl er bewegend beeld wordt weergegeven, bijvoorbeeld een
film, een spelletje of een presentatie. U moet het desbetreffende programma afsluiten vóórdat u de
uitvoerlocatie wijzigt, of de uitvoerlocatie wijzigen vóórdat u het af te spelen MPEG-bestand opent.
Als u een extern beeldscherm aansluit dat alleen de VGA-werkstand (resolutie 640x480) ondersteunt,
kunt u de uitvoer niet op beide beeldschermen weergeven. Hierdoor wordt er storing opgewekt in het
externe beeldscherm en kan er geen beeld worden weergegeven. Bovendien kan het beeldscherm
hierdoor beschadigd raken. Gebruik alleen het externe beeldscherm.
Als u een extern TFT-scherm met analoge interface aansluit, kan er in bepaalde vensters flikkering of
andere storing optreden; denk bijvoorbeeld aan het afsluitscherm van Windows. Dit wordt veroorzaakt
door het externe TFT-scherm en kan niet worden opgelost door de instellingen van het TFT-scherm
op de computer te wijzigen.
Het type beeldscherm instellen
U stelt als volgt het type beeldscherm in:
Voor Windows 7:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op
een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm aan.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Schermresolutie
.
Opmerking:
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop
Detecteren
.
4. Stel de
resolutie
in.
5. Klik op
Geavanceerde instellingen
.
46
Handboek voor de gebruiker