Lenovo ThinkStation S10 (Dutch) User guide - Page 34

Configuratie, gespiegeld, volume, schij, optionele, spare-schijf

Page 34 highlights

4. Selecteer in het scherm RAID Properties met de cursortoetsen de eerste schijf (primaire schijf) voor het volume IM (Mirror), de schijf met de gegevens die u wilt spiegelen. 5. Ga vervolgens met de cursortoetsen naar de kolom Array Disk voor de schijf en druk op de spatiebalk om Yes te selecteren. Opmerking: Als op de schijf partities zijn gedefinieerd, wordt een waarschuwing weergegeven dat de gegevens verloren gaan als u een stripe-volume maakt. 6. Druk op M om een migratie uit te voeren of D om de gegevens van de schijf te wissen. 7. Als het bericht Keep Data/Erase Disk wordt weergegeven, drukt u op F3 om de huidige gegevens op de schijf te behouden. De waarde in de kolom Array Disk wordt gewijzigd in Primary. 8. Selecteer met de cursortoetsen de secundaire (gespiegelde) schijf voor het IMvolume. Selecteer Yes als waarde voor de kolom Array Disk. Opmerking: Als op de schijf een partitie is gedefinieerd, wordt een waarschuwing weergegeven dat de gegevens verloren gaan als u een gespiegeld volume maakt. 9. Druk op Delete om te bevestigen dat de gegevens van de schijf verwijderd moeten worden. Configuratie van een gespiegeld volume met drie tot vijf schijven en een optionele hot spare-schijf: U configureert een gespiegeld volume met drie tot vijf schijven en een optionele hot spare-schijf als volgt: 1. Selecteer in het scherm RAID Properties met de cursortoetsen de eerste schijf voor het volume IM (Mirror). 2. Ga met de cursortoetsen naar de kolom Array Disk voor de schijf en druk op de toetsen + en - om Yes als waarde te selecteren. 3. Als het bericht Keep Data/Erase Disk wordt weergegeven, drukt u op Delete om de schijf te wissen. 4. Selecteer met de cursortoetsen de volgende schijf voor het IM-volume. Selecteer Yes als waarde voor de kolom Array Disk. Opmerking: Als op de schijf een partitie is gedefinieerd, wordt een waarschuwing weergegeven dat de gegevens verloren gaan als u een gespiegeld volume maakt. 5. Druk op Delete om te bevestigen dat de gegevens van de schijf verwijderd moeten worden. 6. Herhaal de voorgaande stappen om maximaal vier schijven te selecteren voor het IM-volume. Als u een hot spare-schijf voor het volume wilt configureren, kunt u nog drie schijven selecteren. 7. (Optioneel) Selecteer met de cursortoetsen een hot spare-schijf voor het IMvolume. Selecteer Yes als waarde voor de kolom Hot Spare. 8. Als u alle schijven voor het IM-volume hebt geselecteerd, drukt u op C om de array te maken en selecteert u Save Changes om het menu te sluiten. Druk op Enter en selecteer Save. 9. Herhaal stap 1 en selecteer View Existing Array om de nieuwe array te bekijken. 26 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74

4.
Selecteer
in
het
scherm
RAID
Properties
met
de
cursortoetsen
de
eerste
schijf
(primaire
schijf)
voor
het
volume
IM
(Mirror),
de
schijf
met
de
gegevens
die
u
wilt
spiegelen.
5.
Ga
vervolgens
met
de
cursortoetsen
naar
de
kolom
Array
Disk
voor
de
schijf
en
druk
op
de
spatiebalk
om
Yes
te
selecteren.
Opmerking:
Als
op
de
schijf
partities
zijn
gedefinieerd,
wordt
een
waarschu-
wing
weergegeven
dat
de
gegevens
verloren
gaan
als
u
een
stripe-volume
maakt.
6.
Druk
op
M
om
een
migratie
uit
te
voeren
of
D
om
de
gegevens
van
de
schijf
te
wissen.
7.
Als
het
bericht
Keep
Data/Erase
Disk
wordt
weergegeven,
drukt
u
op
F3
om
de
huidige
gegevens
op
de
schijf
te
behouden.
De
waarde
in
de
kolom
Array
Disk
wordt
gewijzigd
in
Primary.
8.
Selecteer
met
de
cursortoetsen
de
secundaire
(gespiegelde)
schijf
voor
het
IM-
volume.
Selecteer
Yes
als
waarde
voor
de
kolom
Array
Disk.
Opmerking:
Als
op
de
schijf
een
partitie
is
gedefinieerd,
wordt
een
waarschu-
wing
weergegeven
dat
de
gegevens
verloren
gaan
als
u
een
gespiegeld
volume
maakt.
9.
Druk
op
Delete
om
te
bevestigen
dat
de
gegevens
van
de
schijf
verwijderd
moeten
worden.
Configuratie
van
een
gespiegeld
volume
met
drie
tot
vijf
schij-
ven
en
een
optionele
hot
spare-schijf:
U
configureert
een
gespiegeld
volume
met
drie
tot
vijf
schijven
en
een
optionele
hot
spare-schijf
als
volgt:
1.
Selecteer
in
het
scherm
RAID
Properties
met
de
cursortoetsen
de
eerste
schijf
voor
het
volume
IM
(Mirror).
2.
Ga
met
de
cursortoetsen
naar
de
kolom
Array
Disk
voor
de
schijf
en
druk
op
de
toetsen
+
en
om
Yes
als
waarde
te
selecteren.
3.
Als
het
bericht
Keep
Data/Erase
Disk
wordt
weergegeven,
drukt
u
op
Delete
om
de
schijf
te
wissen.
4.
Selecteer
met
de
cursortoetsen
de
volgende
schijf
voor
het
IM-volume.
Selec-
teer
Yes
als
waarde
voor
de
kolom
Array
Disk.
Opmerking:
Als
op
de
schijf
een
partitie
is
gedefinieerd,
wordt
een
waarschu-
wing
weergegeven
dat
de
gegevens
verloren
gaan
als
u
een
gespiegeld
volume
maakt.
5.
Druk
op
Delete
om
te
bevestigen
dat
de
gegevens
van
de
schijf
verwijderd
moeten
worden.
6.
Herhaal
de
voorgaande
stappen
om
maximaal
vier
schijven
te
selecteren
voor
het
IM-volume.
Als
u
een
hot
spare-schijf
voor
het
volume
wilt
configureren,
kunt
u
nog
drie
schijven
selecteren.
7.
(Optioneel)
Selecteer
met
de
cursortoetsen
een
hot
spare-schijf
voor
het
IM-
volume.
Selecteer
Yes
als
waarde
voor
de
kolom
Hot
Spare.
8.
Als
u
alle
schijven
voor
het
IM-volume
hebt
geselecteerd,
drukt
u
op
C
om
de
array
te
maken
en
selecteert
u
Save
Changes
om
het
menu
te
sluiten.
Druk
op
Enter
en
selecteer
Save
.
9.
Herhaal
stap
1
en
selecteer
View
Existing
Array
om
de
nieuwe
array
te
bekij-
ken.
26
Handboek
voor
de
gebruiker