ProForm 300 Zle Elliptical Dutch Manual - Page 18

BeGin Te TrAppen oM MeT de workoUT Te beGin

Page 18 highlights

5. meet uw hartslag als u dat wilt. als er velletjes plastic op de met- Contactpunten alen contact- punten van de hartslagsensor bevinden, verwi- jder deze dan. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. Om uw hartslag te meten, houd de handgrepen vast met uw palmen tegen de met- alen contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de handgrepen niet te stevig vast. Een hartvormig teken zal op de display opflikkeren wanneer uw pols gemeten kan worden en dan zal uw hartslag aangegeven worden. Houd, voor de beste hartslagmeting, de contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast. Zorg ervoor wanneer uw hartslag niet wordt weergegeven, dat uw handen zich op de juiste plaats bevinden zoals beschreven. Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt en houd de metalen contactpunten ook niet te stevig vast. Voor de beste werking, maak de metalen contactpunten schoon met een zachte doek; gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische middelen om de contactpunten schoon te maken. 6. Zet de ventilator aan als u dat wilt. Hoe een VooRingeStelDe WoRKout te geBRuiKen 1. Het bedieningspaneel aanzetten. Zie stap 1 op pagina 17. 2. Kies een voorafingestelde workout. Druk, om een voorafingestelde workout te kiezen, meerdere keren op de Workouts om af te vallen [WEIGHT LOSS WORKOUTS] of de Prestatie Workouts [PERFORMANCE WORKOUTS] toets Profiel totdat de naam van de gewenste workout op de bovenste display ver- schijnt. De tijdsduur van de workout zal, wanneer u een vooragingestelde workout kiest, op de bovenste display verschijnen en een profiel van de weerstandsinstellingen zal langs het midden van de middelste display lopen. Opmerking: complete profielen van de voorafingestelde workouts worden aan de zijkanten van het bedieningspaneel aangegeven. De ventilator heeft hoge en lage snelheidsinstellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets [FAN] om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator aan of uit te zetten. Opmerking: de ventilator gaat automatisch uit wanneer de pedalen gedurende 30 seconden niet bewegen. 3. Begin te trappen om met de workout te beginnen. Elke oefening is verdeeld in segmenten die 1-minuut duren. De weerstandsinstelling wordt voor ieder segment ingeprogrammeerd. Opmerking: dezelfde instelling kan voor meerdere opeenvolgende segmenten ingeprogrammeerd worden. 7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit wanneer u klaar bent met uw oefening. Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen is een stel geluiden te horen, het bedieningspaneel zal dan pauzeren en de tijd zal op de display knipperen. Tijdens de workout zal het profiel van de workout uw vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven). De knipperende balk van het profiel stelt het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het knipperende segment geeft de weerstand van het huidige segment aan. Na een paar minuten zal het bedieningspaneel uitgaan en de display zal zich opnieuw instellen. 18

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28

18
5.
meeT Uw hArTslAG Als U dAT wilT.
als er velleTJes
plAsTic op de MeT-
Alen conTAcT-
pUnTen vAn de
hArTslAGsensor
bevinden, verwi-
Jder deze dAn.
ZorG er ook voor
dAT Uw hAnden
schoon ziJn.
Om uw hartslag te meten, houd de
handgrepen vast met uw palmen tegen de met-
alen contactpunten.
BeweeG Uw hAnden nieT en
hoUd de hAndGrepen nieT Te sTeviG vAsT.
Een hartvormig teken zal op de display opflikkeren
wanneer uw pols gemeten kan worden en dan zal
uw hartslag aangegeven worden. Houd, voor de
beste hartslagmeting, de contactpunten ongeveer
15 seconden lang vast.
Zorg ervoor wanneer uw hartslag niet wordt
weergegeven, dat uw handen zich op de juiste
plaats bevinden zoals beschreven. Zorg ervoor dat
u uw handen niet te veel beweegt en houd de
metalen contactpunten ook niet te stevig vast.
Voor de beste werking, maak de metalen contact-
punten schoon met een zachte doek;
GebrUik
nooiT Alcohol, schUUr- oF cheMische Middelen
oM de conTAcTpUnTen schoon Te MAken.
6.
ZeT de venTilATor AAn Als U dAT wilT.
De ventilator heeft hoge en lage snelheidsinstellin-
gen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets [FAN]
om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ven-
tilator aan of uit te zetten.
Opmerking: de ventilator gaat automatisch uit
wanneer de pedalen gedurende 30 seconden niet
bewegen.
7.
HeT bedieninGspAneel GAAT AUToMATisch UiT
wAnneer U klAAr benT MeT Uw oeFeninG.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een stel geluiden te horen, het bedieningspa-
neel zal dan pauzeren en de tijd zal op de display
knipperen.
Na een paar minuten zal het bedieningspaneel uit-
gaan en de display zal zich opnieuw instellen.
HOE EEN VOORINgEStELDE WORKOut tE
gEBRuIKEN
1.
HeT bedieninGspAneel AAnzeTTen.
Zie stap 1 op pagina 17.
2.
Kies een voorAFinGesTelde workoUT.
Druk, om een
voorafingestelde
workout te kiezen,
meerdere keren op
de Workouts om af
te vallen [WEIGHT
LOSS
WORKOUTS] of de
Prestatie Workouts
[PERFORMANCE
WORKOUTS] toets
totdat de naam van
de gewenste workout op de bovenste display ver-
schijnt.
De tijdsduur van de workout zal, wanneer u een
vooragingestelde workout kiest, op de bovenste
display verschijnen en een profiel van de weer-
standsinstellingen zal langs het midden van de
middelste display lopen.
Opmerking: complete profielen van de voorafin-
gestelde workouts worden aan de zijkanten van
het bedieningspaneel aangegeven.
3.
BeGin Te TrAppen oM MeT de workoUT Te beGin-
nen.
Elke oefening is verdeeld in segmenten die 1-min-
uut duren. De weerstandsinstelling wordt voor
ieder segment ingeprogrammeerd. Opmerking:
dezelfde instelling kan voor meerdere opeenvol-
gende segmenten ingeprogrammeerd worden.
Tijdens de workout zal het profiel van de workout
uw vooruitgang laten zien (zie de tekening hier-
boven). De knipperende balk van het profiel stelt
het huidige segment van de workout voor. De
hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstand van het huidige segment aan.
Contactpunten
Profiel