Lenovo ThinkCentre A63 (Dutch) User Guide - Page 31

Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de

Page 31 highlights

U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 16. 3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat. 4. Zoek de geheugenaansluitingen op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12. 5. Verwijder alle onderdelen en ontkoppel alle kabels die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen. 6. Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de aanwezige module, zoals hieronder te zien is. Installeert u een nieuwe geheugenmodule, ga dan naar stap 7. Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen 7. Open de klemmetjes van de geheugenaansluiting waarin u de nieuwe geheugenmodule wilt installeren. Figuur 13. De klemmetjes van de geheugenmodule openen Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 23

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98

U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1.
Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle
aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stek-
kers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aan-
gesloten.
2.
Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 16.
3.
Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4.
Zoek de geheugenaansluitingen op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 12.
5.
Verwijder alle onderdelen en ontkoppel alle kabels die het moeilijk maken om
bij geheugenaansluitingen te komen.
6.
Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de
aanwezige module, zoals hieronder te zien is. Installeert u een nieuwe
geheugenmodule, ga dan naar stap 7.
7.
Open de klemmetjes van de geheugenaansluiting waarin u de nieuwe
geheugenmodule wilt installeren.
Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen
Figuur 13. De klemmetjes van de geheugenmodule openen
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen
23