Lenovo ThinkCentre A63 (Dutch) User Guide - Page 49

De ventilatoreenheid aan de voorzijde vervangen

Page 49 highlights

7. Sluit de kabel van de nieuwe kaartlezer aan op een van de voorste USB-poorten op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12. 8. Installeer het secundaire vaste-schijfstation weer, als u dat hebt verwijderd. Zie "Het secundaire vaste-schijfstation vervangen" op pagina 36. 9. Breng de frontplaat weer aan. Zie "De frontplaat verwijderen en terugplaatsen" op pagina 17. Volgende stappen: v Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetref- fende gedeelte. v Als u de vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 48. De ventilatoreenheid aan de voorzijde vervangen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" hebt gelezen in de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkCentre Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support Afhankelijk van het model is er aan de voorzijde van uw computer mogelijk een ventilatoreenheid geïnstalleerd. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de ventilatoreenheid aan de voorzijde. U vervangt de ventilatoreenheid aan de voorzijde als volgt: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 16. 3. Verwijder de frontplaat. Zie "De frontplaat verwijderen en terugplaatsen" op pagina 17. 4. Ontkoppel de kabel van de aansluiting op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12. Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 41

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98

7.
Sluit de kabel van de nieuwe kaartlezer aan op een van de voorste USB-poor-
ten op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 12.
8.
Installeer het secundaire vaste-schijfstation weer, als u dat hebt verwijderd. Zie
“Het secundaire vaste-schijfstation vervangen” op pagina 36.
9.
Breng de frontplaat weer aan. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen”
op pagina 17.
Volgende stappen:
v
Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetref-
fende gedeelte.
v
Als u de vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de
onderdelen voltooien” op pagina 48.
De ventilatoreenheid aan de voorzijde vervangen
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke
veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkCentre Veiligheid en garantie
die
bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie
ThinkCentre Veiligheid en
Garantie
gaat u naar:
Afhankelijk van het model is er aan de voorzijde van uw computer mogelijk een
ventilatoreenheid geïnstalleerd. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervan-
gen van de ventilatoreenheid aan de voorzijde.
U vervangt de ventilatoreenheid aan de voorzijde als volgt:
1.
Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle
aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stek-
kers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aan-
gesloten.
2.
Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 16.
3.
Verwijder de frontplaat. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op
pagina 17.
4.
Ontkoppel de kabel van de aansluiting op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op
de systeemplaat” op pagina 12.
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen
41