Lenovo ThinkCentre M55 (Dutch) User guide - Page 37

Stuurprogramma's

Page 37 highlights

Aansluiting Beschrijving Ingang voor audiosignalen Hier komen de audiosignalen binnen van een extern audioapparaat, zoals een stereo-set. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audiolijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audiolijningang van de computer. Audiolijnuitgang Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer verzonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, multimediatoetsenborden of de audiolijningang van een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat. Ethernet-aansluiting Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN (local area network) aansluiten. Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCCrichtlijnen (Klasse B), dient u een Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken. Parallelle poort Wordt gebruikt voor het aansluiten van een parallelle printer, een parallelle scanner of een ander apparaat dat gebruik maakt van een 25-pens parallelle poort. Seriële aansluiting Hierop sluit u een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële poort. USB-aansluitingen Hierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort (Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner, USB-toetsenbord of een USB-printer. Als u meer dan tien USBapparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB-apparaten aan te sluiten. Stuurprogramma's U kunt stuurprogramma's voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.lenovo.com/think/support/ op het Internet. Installatie-instructies vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma's. Hoofdstuk 3. Opties installeren 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94

Aansluiting
Beschrijving
Ingang
voor
audiosignalen
Hier
komen
de
audiosignalen
binnen
van
een
extern
audioap-
paraat,
zoals
een
stereo-set.
Als
u
een
extern
audioapparaat
aansluit,
verbindt
u
de
audiolijnuitgang
van
het
apparaat
met
een
kabel
met
de
audiolijningang
van
de
computer.
Audiolijnuitgang
Via
deze
uitgang
worden
audiosignalen
van
de
computer
ver-
zonden
naar
externe
apparaten,
zoals
actieve
stereo
luidspre-
kers
(luidsprekers
met
ingebouwde
versterker),
hoofdtelefoons,
multimediatoetsenborden
of
de
audiolijningang
van
een
stereo-
systeem
of
een
ander
extern
opnameapparaat.
Ethernet-aansluiting
Hierop
kunt
u
een
Ethernet-kabel
voor
een
LAN
(local
area
network)
aansluiten.
Opmerking:
Om
de
computer
te
laten
voldoen
aan
de
FCC-
richtlijnen
(Klasse
B),
dient
u
een
Ethernet-kabel
van
categorie
5
te
gebruiken.
Parallelle
poort
Wordt
gebruikt
voor
het
aansluiten
van
een
parallelle
printer,
een
parallelle
scanner
of
een
ander
apparaat
dat
gebruik
maakt
van
een
25-pens
parallelle
poort.
Seriële
aansluiting
Hierop
sluit
u
een
externe
modem,
een
seriële
printer
of
een
ander
apparaat
aan
dat
gebruikmaakt
van
een
9-pens
seriële
poort.
USB-aansluitingen
Hierop
kunt
u
apparaten
aansluiten
waarvoor
een
USB-poort
(Universal
Serial
Bus)
vereist
is,
bijvoorbeeld
een
USB-scanner,
USB-toetsenbord
of
een
USB-printer.
Als
u
meer
dan
tien
USB-
apparaten
hebt,
kunt
u
een
USB-hub
aanschaffen
om
extra
USB-apparaten
aan
te
sluiten.
Stuurprogramma’s
U
kunt
stuurprogramma’s
voor
besturingssystemen
die
niet
vooraf
geïnstalleerd
zijn,
vinden
op
op
het
Internet.
Installa-
tie-instructies
vindt
u
in
de
README-bestanden
van
de
stuurprogramma’s.
Hoofdstuk
3.
Opties
installeren
21