Lenovo ThinkCentre M55e (Dutch) User guide - Page 12

Warmte, ventilatie, product, Gebruiksomgeving

Page 12 highlights

Warmte en ventilatie van het product Computers produceren warmte als ze aan staan en als de batterijen worden opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid hitte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: v Laat een notebookcomputer niet te lang op uw schoot staan als hij aan staat of als de batterij wordt opgeladen. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken. v Gebruik de computer niet en laad de batterijen niet op in de buurt van licht ontvlambare of explosieve materialen. v Ventilatieopeningen, ventilatoren en/of koelribben maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken. Het is aan te raden eens per drie maanden uw bureaucomputer te controleren op ophopingen van stof. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de controle start; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich ergens binnenin de computer stof heeft verzameld, verwijder ook dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt in de buurt van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon. Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer: v Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit. v Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is. v Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken. v Blokkeer de luchttoevoer naar de ventilatieopeningen niet. v Plaats de computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt. v De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35° C. v Gebruik geen luchtfilterapparatuur die niet voor desktops is bestemd. Gebruiksomgeving De optimale omgeving om uw computer in te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10 tot 35°C en een relatieve vochtigheid van 35 tot 80%. Als uw computer is vervoerd of opgeslagen is geweest bij een temperatuur van minder dan 10°C, gebruik de koude computer dan niet meteen, maar geeft hem de tijd om langzaam op de optimale bedrijfstemperatuur van 10 top 35°C te komen. Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade. x Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96

Warmte
en
ventilatie
van
het
product
Computers
produceren
warmte
als
ze
aan
staan
en
als
de
batterijen
worden
opge-
laden.
Door
hun
compacte
formaat
kunnen
notebookcomputers
een
aanzienlijke
hoeveelheid
hitte
produceren.
Neem
daarom
altijd
de
volgende
elementaire
voor-
zorgsmaatregelen:
v
Laat
een
notebookcomputer
niet
te
lang
op
uw
schoot
staan
als
hij
aan
staat
of
als
de
batterij
wordt
opgeladen.
Tijdens
de
normale
werking
produceert
de
com-
puter
enige
warmte.
Langdurig
contact
met
uw
lichaam
of
kleding
kan
ongemak
en
zelfs
brandwonden
veroorzaken.
v
Gebruik
de
computer
niet
en
laad
de
batterijen
niet
op
in
de
buurt
van
licht
ont-
vlambare
of
explosieve
materialen.
v
Ventilatieopeningen,
ventilatoren
en/of
koelribben
maken
deel
uit
van
het
pro-
duct
omwille
van
de
veiligheid,
het
comfort
en
een
betrouwbare
werking.
Deze
voorzieningen
kunnen
per
ongeluk
geblokkeerd
raken
als
u
het
product
op
een
bed,
zitbank,
vloerkleed
of
andere
zachte
ondergrond
plaatst.
Zorg
ervoor
dat
deze
voorzieningen
nooit
geblokkeerd,
bedekt
of
uitgeschakeld
raken.
Het
is
aan
te
raden
eens
per
drie
maanden
uw
bureaucomputer
te
controleren
op
ophopingen
van
stof.
Schakel
de
stroom
uit
en
haal
de
stekker
uit
het
stopcontact
voordat
u
de
controle
start;
verwijder
alle
stof
dat
zich
in
openingen
in
de
front-
plaat
bevindt.
Als
u
van
buitenaf
ziet
dat
er
zich
ergens
binnenin
de
computer
stof
heeft
verzameld,
verwijder
ook
dat
dan
en
vergeet
niet
om
de
inlaat
van
het
koel-
element,
de
sleuven
in
de
voedingseenheid
en
de
ventilatoren
schoon
te
maken.
Zet
de
computer
altijd
uit
en
haal
de
stekker
uit
het
stopcontact
voordat
u
de
kap
opent.
Probeer
te
voorkomen
dat
uw
computer
wordt
gebruikt
in
de
buurt
van
plaatsen
waar
veel
wordt
gelopen.
Mocht
een
dergelijke
opstelling
onvermijdelijk
zijn,
controleer
dan
vaker
of
de
computer
niet
vuil
is
en
maak
de
computer
indien
nodig
vaker
schoon.
Neem
voor
uw
eigen
veiligheid
en
voor
het
in
stand
houden
van
optimale
computerprestaties
altijd
de
volgende
elementaire
voorzorgsmaatregelen
voor
uw
desktopcomputer:
v
Houd
de
kap
gesloten
zolang
de
stekker
in
het
stopcontact
zit.
v
Controleer
regelmatig
of
de
buitenkant
van
de
computer
niet
bestoft
is.
v
Verwijder
al
het
stof
uit
de
ventilatiesleuven
en
-openingen
in
de
frontplaat.
Als
de
computer
in
een
stoffige
of
drukke
omgeving
staat,
kan
het
nodig
zijn
de
computer
vaker
schoon
te
maken.
v
Blokkeer
de
luchttoevoer
naar
de
ventilatieopeningen
niet.
v
Plaats
de
computer
niet
in
een
kast
of
ander
meubelstuk,
want
dit
vergroot
de
kans
dat
de
computer
oververhit
raakt.
v
De
lucht
die
in
de
computer
wordt
gezogen,
mag
niet
warmer
zijn
dan
35°
C.
v
Gebruik
geen
luchtfilterapparatuur
die
niet
voor
desktops
is
bestemd.
Gebruiksomgeving
De
optimale
omgeving
om
uw
computer
in
te
gebruiken
is
een
omgeving
met
een
temperatuur
van
10
tot
35°C
en
een
relatieve
vochtigheid
van
35
tot
80%.
Als
uw
computer
is
vervoerd
of
opgeslagen
is
geweest
bij
een
temperatuur
van
minder
dan
10°C,
gebruik
de
koude
computer
dan
niet
meteen,
maar
geeft
hem
de
tijd
om
langzaam
op
de
optimale
bedrijfstemperatuur
van
10
top
35°C
te
komen.
Onder
bepaalde
omstandigheden
kan
dit
wel
twee
uur
duren.
Onder
bepaalde
omstandig-
heden
kan
dit
wel
twee
uur
duren.
Laat
u
de
computer
niet
goed
op
temperatuur
komen,
dan
kan
dit
bij
gebruik
leiden
tot
onherstelbare
schade.
x
Handboek
voor
de
gebruiker